Samen met Genk-Winterslag en Destelbergen krijgt Kortrijk de eerste stelplaatsen voor elektrische bussen. Dat heeft De Lijn vrijdag aangekondigd na de beslissing van de raad van bestuur. De drie stelplaatsen krijgen ook 63 e-bussen toegewezen. In de loop van 2023 moet alles operationeel zijn.
De raad van bestuur van De Lijn besliste vrijdag om de stelplaatsen van Kortrijk, Genk-Winterslag en Destelbergen als eerste om te bouwen om ook elektrische bussen er te kunnen onderbrengen. Uit voorbeelden uit het buitenland blijkt dat vooral het plaatsen, aansluiten en testen van de noodzakelijke laadinfrastructuur meer middelen in beslag neemt dan het aankopen van de e-bussen zelf.
De drie uitverkoren stelplaatsen zullen daarnaast ook de eerste 63 elektrische bussen van Vlaanderen krijgen. “Deze beslissing is genomen op basis van objectieve criteria waarbij technische en juridische haalbaarheid centraal stonden”, stelt De Lijn in een persbericht. “Zo beschikken deze stelplaatsen over voldoende ruimte en hebben ze elk een eigen onderhoudscentrum. Aangezien ze ook eigendom zijn van De Lijn is het mogelijk om alles snel in te voeren.”
De Lijn ziet in de drie eerste stelplaatsen ook een pilootproject voor de rest van Vlaanderen. “Uit de voorbereiding en effectieve ombouw kunnen we de nodige expertise opbouwen om de latere uitrol van het volledige e-systeem zo vlot mogelijk te laten verlopen”, klinkt het nog. In de loop van 2023 zullen de eerste stelplaatsen en hun e-bussen operationeel zijn. Ze zullen ingezet worden op trajecten die ook andere steden zullen aandoen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier