10.000 stappen in Lichtervelde: Zo warm dat iedereen er wil zijn
Als je in het centrum van Lichtervelde komt, zal je zoals elders in Vlaanderen ook daar een kerk zien staan, maar evenzeer zal het je opvallen dat er nog altijd veel cafés zijn. Zelfs al zijn ze voorlopig dicht, het verklaart de gemeenteslogan: ‘Lichtervelde leeft’. Niemand wil er weg, iedereen wil er wonen.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Op de markt staat de bleekblauwe deur van het gemeentehuis open. Er is zelfs een dienst van toerisme. Hij heet Guillaume Noppe. “We hebben van alles aan te bieden”, zegt de gemoedelijke jongeman. “Geen grote dingen. Maar alles klein en fijn. We hebben een heel mooie kerk, we hebben de oude cinema en de accordeonfabriek van weleer staat er nog. Maar vooral de mensen zijn hier aangenaam”, vertelt hij. “Er is hier een bruisende gemeenschap.” Dat Lichtervelde centraal ligt, zal ik vandaag nog enkele keren horen. “Op toeristisch vlak zitten we een beetje op een grens. We horen nog juist bij het Brugse Ommeland terwijl Roeselare al in de Leiestreek ligt en Hooglede, een andere buurgemeente, in de Westhoek.”
De geur van Lichtervelde
Even later sta ik met een toeristische brochure bij het historische stationnetje. Echt wel een plekje om in te lijsten. Met die tegeltableaus van de paardenmarkt en andere bloemmotieven tegen de gevel. Er zit trouwens nog een bediende achter het loket. Dat alleen al is tegenwoordig een attractie. Komt doordat enkele belangrijke spoorlijnen er kruisen. Zo centraal ligt Lichtervelde. De gigantische fabriek aan de overkant van de sporen zal je misschien al wel eens geroken hebben. “Daar produceren ze koolzaad- en sojaolie”, zegt de stationschef. “Dat is de geur van Lichtervelde.” Geen wonder dat alles hier gesmeerd loopt.
De historische infopanelen die overvloedig staan opgesteld, herinneren je aan mensen die er niet meer zijn of aan gebouwen die al lang gesloopt zijn. Terwijl ik vooral let op wat er wél nog is. Zoals de verkrotte herenwoning aan de Statiestraat 155. Door de verkrottingstaks zien we tegenwoordig veel te weinig ruïnes, terwijl die best fotogeniek zijn. Het huis aan het nummer 145, waarvan de oude voordeur en de poort groen en rood geschilderd zijn, heeft een parmantig geveltuintje. Wat het nadeel daarvan is, kan je opmaken uit het briefje achter het raam: laat uw hond thuis plassen . Tegen het raam van de Statiestraat 60 lees ik een gedicht met de titel Corona . Het is van Jessie Vanwalleghem. “Ze had tijdens de eerste lockdown een poëziewedstrijd gewonnen op de facebookpagina van Lichtervelde Koopt Lokaal ”, vertelt Myriam Lievens. Het is haar raam. Zij is ergotherapeute in het woonzorgcentrum, maar de initiatiefnemers van de wedstrijd klopten bij haar aan omdat ze ook kalligrafe is.
Nadat Myriam het winnende gedicht op haar eigen raam geschreven had, vielen de mooie woorden zo in de smaak dat er een poëzie-epidemie uitbrak. Op een 50-tal ramen viel een gedicht te lezen. “Op de een of andere manier bracht dit project de mensen samen”, zegt Myriam. “Sindsdien zien we dat wel meer mensen de stift nemen en iets op de vensters achterlaten. Het is een manier om een boodschap mee te geven.”
Lichtervelde leeft
Hoe meer je richting centrum loopt, hoe statiger de oude huizen en hoe mooier gerestaureerd ook. Een deel van de fabriek van Huis Claerbout is gesloopt, maar wat er blijven staan is op de hoek van de Neerstraat, is zo subliem opgeknapt dat zelfs een verstokte stadsmens naar Lichtervelde zou verhuizen, alleen maar om daar één van die appartementen te betrekken. In diezelfde straat vind je het legendarische dorpsbioscoopje van Agnes Debaillie zaliger. Als cinema corona doorstaat, zal dat vast en zeker heropenen. Aan de overkant kan je in Femke al 42 jaar bij Lieve Depoorter terecht voor pedicure en schoonheidszorgen. “Ik ben van Lichtervelde en ik ben hier gelukkig gebleven. Mijn mama heeft alles gedaan om me hier te houden. Mijn vader was jarenlang gemeenteontvanger. Iedereen weet een beetje wie ik ben. En Lichtervelde leeft”, parafraseert ze bewust of onbewust de gemeenteslogan. “Als je naar het gemeentehuis gaat, zijn ze vriendelijk; als je de burgemeester tegenkomt – een vrouw trouwens – is zij ook heel vriendelijk. Ja, de mensen zeggen elkaar hier nog een goeiedag. Ik hou gewoon van de sfeer.”
Maar authenticiteit is even vluchtig als benzine. Er zijn weinig West-Vlaamse gemeenten waar zoveel bouwwerven zijn. “We gaan naar Brugge om mooie, oude gebouwen te zien, terwijl we hier alles slopen wat niet meer nieuw is. Gelukkig blijft het centrum grotendeels gespaard.” En ook de charme van Lichtervelde blijft intact. “We hebben met De Gouden Appel en De Wolf weer enkele cafés waar alle leeftijden samenkomen en dat is leuk. Zelf heb ik hier mijn eigen plekje”, lacht Lieve. “Ik heb destijds vijftien jaar lesgegeven in Syntra West. Maar als ik voor de klas stond, moest ik iemand anders zijn. Hier thuis mag ik gewoon mezelf zijn”, zegt ze.
Man van beton
Gerard Vandekerckhove staat in het voortuintje van zijn huis in de Kauwentijnstraat ook gewoon zichzelf te wezen. Zijn vader zei ook: blijf op de gemeente . “We waren met negen thuis en ik heb nu nog twee broers op de markt wonen”, aldus Gerard. Hij gebruikt een Club Brugge-sjaal als mondmasker. “Het is al 45 jaar dat we hier wonen. Ons huis aan de Rijkenhoek werd onteigend voor de aanleg van de A17.” Het huis waar hij nu woont, heeft hij zelf gebouwd. “Ook de woningen van mijn dochter en mijn zoon, die hier om de hoek woont”, voegt hij eraan toe. Gerard werkte in de bouw. Al van het jaar ’47. Het had anders kunnen uitdraaien, “maar in het jaar ’50 was ik twee centimeter te klein om rijkswachter te worden. Jaja, er staat bijna een 9 voor”, zegt hij.
“Het is niet altijd makkelijk geweest, ik zou het niet meer willen overdoen. Zo heb ik ook vaak pompputten geïnstalleerd. Soms zat ik 17 meter diep. Levensgevaarlijk. Ik was 52 toen ik heel ziek ben geworden. Ze hebben 59 cm darm uit mijn lijf gehaald. Sinds ’84 heb ik geen pint meer gedronken. Vier dagen lang had ik 41 graden koorts. Ik dacht: het is gedaan met Gerard . Maar neen, de dokter zei dat ik van beton was. Ik zei: ik heb altijd in het beton gewerkt .” Hij blijft tateren tot hij het over de biljarttafel heeft die in zijn hok staat en plots herinnert hij zich dat hij nog een balletje moet stoten.
Geen onderscheid
Om de hoek in de Bellestraat komt Céline Vanwalleghem blijgemutst thuis van het werk. Ze lacht me toe terwijl ze verklapt dat ze in Diksmuide lerares Engels-Frans-Nederlands is. Talen genoeg om de wereld in te palmen. En toch is ze in het dorp blijven hangen waar ze is opgegroeid. “Mijn man is van Lichtervelde, mijn familie, mijn vrienden, we wonen hier graag”, verdedigt ze zich. “Nee, ik heb niet het gevoel dat we iets missen of dat we elders meer zouden beleven. De mensen die we nodig hebben, zijn dichtbij. De kinderen hebben hier hun vriendjes. En als we eens een pintje willen drinken, nemen we de fiets.” Ook zij heeft het over De Gouden Appel en De Wolf, “cafés waar jong, oud, rijk en arm elkaar ontmoeten, zonder onderscheid. Dat is het toffe aan de markt van Lichtervelde, dat we er blijven samenkomen.”
Terwijl ik te lande aanschouw hoe Lichtervelde aan een razend tempo volgebouwd wordt, ben ik een paar duizend stappen later weer in het centrum. Niek Devos is er aan het werk in zijn PrintbAar, een zeefdrukatelier waar je op normale dagen – als die nog bestaan – een glas kan drinken. “Op donderdag- en zaterdagavond wordt er niet gedrukt, maar is het zever die aan de toog wordt gedrukt. Dat drukken is eigenlijk een uit de hand gelopen hobby”, vertelt-ie.
Niek is opvoeder van beroep. “Ik ben ermee begonnen omdat ik het geboortekaartje van mijn zoon zelf wou drukken. Hij wordt straks elf jaar.” En zo rolden de vragen binnen uit de muziekwereld. Want Niek zat zelf in de band Mindstab. Het hardere werk. Terwijl je in PrintbAar vooral zachtere blues en jazz kunt horen. Als het café ooit weer open mag. Maar intussen blijft zijn zeefdrukpers niet stilstaan.
Sociaal beestje
Madelon Vanzieleghem staat achter een tafeltje in het deurgat van De Gouden Appel, om er hongerigen te voeden en de dorstigen te laven met wat op haar meeneemmenu te lezen valt. Heel Lichtervelde is haar dankbaar dat ze in oktober ’19 het legendarische café heropende nadat het zes jaar lang gesloten was. “Ik ben een echte Lichterveldse, ja. Ik ben van de familie Vanzieleghem, van de markt. De uitbater van restaurant ’t Damberd is nonkel Lieven Vanzieleghem. Die zaak zit al meer dan 150 jaar in de familie. En vroeger zat daarnaast de beenhouwerij van nonkel Leo Vanzieleghem. Hij was de vijfde Vanzieleghem die er de winkel uitbaatte.”
“Je kan hier perfect alleen aan de toog komen zitten, en je zal de hele avond ‘babbeling’ hebben”
Madelon Vanzieleghem
Zelf heeft Madelon dat andere monument van de ondergang gered. “Claire en Chris, de vorige uitbaters, hadden de deuren gesloten omdat ze ziek waren. Ze waren van plan ze ooit te heropenen, maar dat is door gezondheidsredenen niet meer gelukt. Ik miste zelf het café zo hard dat ik op een gegeven moment mijn stoute schoenen heb aangetrokken en ben gaan vragen om het over te nemen. En voilà. Hier staan we.”
De zaak was nog maar een half jaar open, toen de eerste lockdown volgde. En toch zegt ze kordaat: “Het is de beste beslissing die ik ooit genomen heb in mijn leven, ondanks deze ellendige tijden. Omdat Den Appel weer leeft. Omdat de zaak draait en ja, ik ben een sociaal beestje. Ik vind het de max om onder de mensen te zitten. En ik ben niet de enige. Dat is zo tof aan Lichtervelde. Je kan hier perfect alleen aan de toog komen zitten, en je zult de hele avond babbeling hebben.” Geen wonder dat iedereen in Lichtervelde wil wonen.
In welke gemeenten zette Kurt Vandemaele al 10.000 stappen? Bekijk de andere gesproken videocolumns op http://www.kw.be/10000stappen
10.000 stappen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier