WVS duikt in zijn sportgeheugen (aflevering 6) – Rik Masil kende Sam Bennett als baby en speelde ooit Franky Van der Elst door de benen
Al 25 jaar is Wouter Vander Stricht – met WVS als initialen
Toen
We leerden Rik Masil (56), toen libero bij KSV De Ruiter, kennen als tegenstander op het veld, maar al snel bleek hij ook een collega bij Roularta te zijn. Hij werkt er al 20 jaar en is er ordervoorbereider bij de magazines.
Nu
Rik Masil volgt het voetbal nog passief en het wielrennen iets actiever.
Rik, onze eerste herinnering aan jou gaat uit naar de match KSV De Ruiter
“Ja, Patrick Verheule. Kom je met hem een café in de Westhoek binnen en ze kennen hem er zeker na zijn passages bij Proven, Vlamertinge en Poperinge. En als het feestje op zijn toppunt komt, begint hij Urbanusliedjes te zingen en durft hij wel eens een pint bier uit zijn schoen te drinken. Maar ik weet dat ik met hem altijd een ijzeren conditie had, maar de trainingen bleven plezant. De Ruiter zou mijn laatste eerste ploeg zijn, daarna ging ik bij de veteranen van Roeselare voetballen. Maar ik beleefde er wel een toffe periode, al was het ook zo dat mijn vrouw, Sabien Himpe, daar ooit met een aangetekende brief de toegang tot het terrein was ontzegd. Ze had de sponsor eens duidelijk gemaakt dat hij er niet alles voor het zeggen had, omdat hij veel geld had. Maar dat is uiteindelijk nog goed gekomen. (lacht) Met trainer Meeremans moesten we ooit ook aan de kust een wedstrijd spelen op Zandvoorde, toen een staartploeg in de reeks. Voor de wedstrijd had een van de supporters op de pronostiek 0-8 ingevuld en hij vertelde dat overal rond. Toen we 0-7 voor stonden hebben we met goedkeuring van onze trainer die stand behouden, het geld bleef dus in de pot. Maar onze spits kon daar ook niet om lachen, hij dacht zijn doelpuntentotaal nog wat aan te scherpen maar mocht dus niet meer scoren.”
“70 procent psychologie bij het trainen van dames”
Ook op het minivoetbalveld liet je je niet onbetuigd.
“Met ons ploegje uit Wervik verloren we twee jaar lang slechts één wedstrijd. Als kampioen mochten we toen een tornooi spelen waarin we het opnamen tegen onder meer KV Kortrijk, maar ook Club Brugge. Birger Jensen speelde mee en Franky Van der Elst kon ik zelfs eens door de benen spelen. Toffe gasten, we hebben nadien nog samen gelachen bij een pint in de kantine.”
Je voetbalcarrière startte in Wervik, waar je ook een deel van je jeugd woonde.
“Mijn eerste levensjaren spendeerde ik in Nieuwpoort, daarna verhuisden mijn ouders naar Oost-Vlaanderen. Om uiteindelijk terug te keren naar Wervik van waar ze afkomstig waren. Zelf ben ik in de voetsporen van mijn grootvader en vader gestapt en heb een opleiding voor fotograaf gevolgd. Voetballen deed ik dus bij Wervik, ik speelde er onder Jean-Marie Bol bij de beloften. Ik haalde enkele selecties voor het eerste elftal, maar doorstoten zat er niet in. Het was ook de topperiode van Wervik dat toen in vierde en derde klasse speelde.”
Je leerde er ook Wim Reijers kennen.
“Ik was toen actief als reporter voor De Weekbode. En een trainer als Reijers zit natuurlijk nooit verlegen om een quote. Ik herinner er me nog eentje uit die periode. ‘Het is niet omdat je moeder in de kantine bestelt, dat je goed kan voetballen’. Dat was zijn antwoord op de suggestie om iemand op te stellen vanwege de verdiensten van zijn moeder.”
Er werden in Wervik zelfs buitenlandse profs binnengehaald.
“Een Argentijn waarvan ik zijn naam niet meer herinner, maar die een prachtige vrouw had. Maar ook drie Engelstaligen: Robby Woodruff, Philip Sharpe en Michael Bennett. Die eerste is hier blijven wonen, de tweede was een miskoop en de derde is goede vriend van ons geworden. Ik denk dat Michael hier zeven jaar speelde, maar van de ene dag op de andere moest hij hier weg. Hij was ook ingeschreven op het bedrijf van de sponsor, maar toen hij een blessure opliep moest hij zijn huis verlaten. Zijn inboedel kwam hier deels terecht, het kruipparkje van zijn zoontje staat hier nog ergens. En mijn vrouw heeft nog zijn pampers ververst.”
En die zoon, Sam Bennett, is momenteel topspurter bij de troepen van Patrick Lefevere.
“Mijn schoonouders waren grote fan van Patrick toen die zelf nog koerste. Mijn vrouw groeide dus op in het koersmilieu. Ze kon het ook uitstekend vinden met Helen, de mama van Sam Bennett. Ze gaat nog twee keer per jaar naar Ierland en logeert dan bij hen thuis. Eerlijk: ik had het niet gezien dat Sam zo goed zou worden. Hij is net voor hij prof zou worden op training ook eens aangereden door een auto. Daar heeft hij twee, drie jaar verloren, maar nu is hij op volle sterkte. Ik denk dat hij op dit moment in een spurt rechtdoor gewoon de snelste man in het peloton is.”
Ieder jaar logeren er normaal ook Ierse renners bij jullie. Maar voor het tweede seizoen op rij steekt corona daar een stokje voor.
“Ieder jaar hebben we normaal twee Ierse juniores die hier enkele maanden blijven. Mijn vrouw doet hun was en plas, kookt voor hen en brengt hen ook naar de wedstrijden. Die gasten leven hier gewoon met ons mee. We hebben maar één badkamer, dus boet je wat aan privacy in. Maar als we naar Ierland trekken, hebben we tal van adresjes waar we uitgenodigd zijn. Die gasten trekken hier ook goed hun plan. Met de fiets-gps vinden ze goed hun weg. En er geldt ook één huisregel: geen meisjes mee naar binnen, wat drinken op het terras mag wel nog. Ook Georges Bennett verbleef hier nog zes weken. De renner van Jumbo-Visma is geen familie van Sam. Georges is overigens Nieuw-Zeelander. Maar je zag toen al dat hij voor zijn vak leefde. Topgast ook.”
Na je actieve voetbalcarrière gooide je je op het damesvoetbal…
“Dat is allemaal wat toevallig gekomen. Ik was toen jeugdtrainer bij SK Roeselare en startte toen na aandringen van Desirée Degryse
Wat doe je nu nog in de sportwereld?
“Mijn trainersloopbaan
Rik Masil volgt het voetbal nog passief en het wielrennen iets actiever.
1/10
2/10
3/10
4/10
5/10
6/10
7/10
8/10
9/10
10/10
1/10
2/10
3/10
4/10
5/10
6/10
7/10
8/10
9/10
10/10
Sportretro
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier