Weg met die tweede auto, welkom man cave!

© Getty Images
Frederic Vansteenkiste
Frederic Vansteenkiste Medewerker KW

Frederic Vansteenkiste is getrouwd en papa van twee dochters. Hij werkt voor afvalintercommunale MIROM Roeselare. In deze blog heeft hij het – onder meer – over een leven zonder auto.

In deze blog wil ik het hebben over een herkenbaar fenomeen en jullie ook een slimme tip meegeven. Die tip komt wat verderop in deze tekst.* Kwestie dat jullie toch weten waarover te praten nu we weer op café kunnen. Maar opgelet: de tip is niet voor iederéén van toepassing.

Het fenomeen dat ik wens te beschrijven verschijnt in vele vormen, maar de meeste mensen hebben het wel eens: zo’n futje waar je onversaagd en vol energie een berg rommel te lijf gaat. Een zolder of kelder, een keukenkast of berghok, vaak ook een garage. Ze komen het vaakst voor in de lente en worden dan ook wel eens als ‘grote lenteschoonmaak’ omschreven. Het gaat altijd om plekjes die zich doorheen het jaar organisch vullen als verzamelplek voor rommel, ‘te sorteren spullen’ en ‘gerief dat nu gewoon even aan de kant moet’. Nooit bedoeld om daar lang te blijven slingeren, maar eens er iéts ligt, is het hek van de dam en groeit de berg exponentieel aan, als was het een covidcurve na een lockdownfeestje. Het zijn meestal overbodig geworden dingen, vandaar dat ze de neiging hebben om gewoon een eind te blijven waar ze zijn. Je mist ze niet. De eindbestemming is dikwijls de vuilnisbak of het containerpark, maar het duurt even eer ze daar geraken.

Wat opgeruimd is, moet weg. En snel.

Covid-19 zorgde dit jaar voor enkele versterkende factoren. Zo was er voor iedereen plots een zee van tijd en daarenboven was er ‘ook maar dat te doen’. Want ja, we zaten in ons kot. Zodoende stroopten we de mouwen op en ruimden we de kelder op, de zolder en uiteindelijk zelfs de garage. Het was bij mij zo en de kans is reëel dat het bij jullie net zo was. En dus zitten we nu massaal met dozen, zakken en stapels waar we vanaf moeten. En snel, want wat opgeruimd is, moet weg. Adviezen van afvalintercommunales als ‘laat dat best even staan’ of ‘stel je bezoek aan het containerpark nog even uit’ zijn dan wel goedbedoeld, maar niet altijd realistisch. Want als de verzamelde stapeltjes niet snel een nieuwe bestemming vinden, muteren ze al snel tot de basis van een niéuw rommeltje. Die verse aangroei van rommel komt er sowieso, maar overschotjes van eerdere opruimactie zijn dé perfecte voedingsbodem voor een snelle nieuwe vuilhoop.

“Papa’s, dit is de snelste weg naar je persoonlijke man cave”

De rommel moet dus weg, want zolang ze er nog staat, is het werk ook nog niet af. Je kent het gevoel misschien: de euforie die je ervaart na het opruimen van kelder, zolder of garage? Dat korte moment waarop alles netjes ligt en waar je dan glimmend van trots regelmatig eens gaat kijken, niet omdat je er moet zijn, gewoon om jezelf er nog eens aan te herinneren hoe goed je dat gedaan hebt? Wel, dát moment, dat is er eigenlijk pas wanneer de opgeruimde ruimte helemaal léég is. Daarom ook dat de mensen de voorbije weken, na hun Corona-opruimacties in huis, zo nodig naar het recyclagepark moesten, ook al betekende dat dat ze daarvoor een uur moesten aanschuiven. De drang naar die oase van volmaakte netheid is zo groot dat mensen er veel voor over hebben.

En ik begrijp dat dus, die drang naar dat zalige gevoel dat je over je heen laat komen als een voorheen volle rommelruimte er plots leeg en clean uitziet. Vandaar dat ik jullie graag een quick win aanreik, een manier waarop je dat effect kan bekomen zonder al te veel moeite. Want beeld je eens in wat je kan doen als het niet om enkele doosjes papier, een paar zakken oude kleren of twee bakjes kapot plastic gaat, maar om… een hele auto. Acht tot tien vierkante meter instant winst waar je van alles mee kan doen. Een veelvoud zelfs, als het een limousine of een hummer is.

Duur ding, weinig opbrengst

De wagen des huizes zomaar wegdoen is natuurlijk niet voor iedereen een optie, ik richt me hier dan ook tot de eigenaars van een twééde wagen. Want daar zit een mooie kans. Een tweede wagen is een beetje zoals een tweede verblijf: zelden echt nodig, maar occasioneel handig om hebben. Dat iets kleiner modelletje dat jullie indertijd hadden aangeschaft ‘voor als jij weg bent met de auto’ en ‘hij ’em ook nodig heeft’. Maar waar je aan een tweede verblijf écht nog iets hebt (je kan er op zoek gaan naar lekkende kranen in fase twee van een pandemie-exit, of je krijgt er horecabonnen voor van je plaatselijke kustburgemeester), is een tweede wagen vaak vooral een kostenpost. Duur ding, weinig opbrengst van.

“Rommel die blijft staan, is dé voedingsbodem voor verse rommel”

Opgelet: mensen die de tweede wagen frequent gebruiken, hoeven zich hier uiteraard niet geviseerd te voelen. Als je nu eenmaal allebei ergens te lande werkt, bij een bedrijf onbereikbaar met het openbaar vervoer en dermate ver van je woonst verwijderd dat het je uren zou kosten om er met de fiets te raken, dan héb je die beide auto’s natuurlijk nodig. Ook voor hobby’s trouwens. Het is niet jouw schuld dat ze die pianolessen, tekenacademie en naaicursussen alleen in de brousse aanbieden, op plaatsen ver buiten het bereik van de batterij van je elektrische fiets. Dit gaat niet over jullie. *knipoog*

Neen, ik richt me naar die mensen die – als ze het eens zouden bijhouden – zouden vaststellen dat hun tweede auto eigenlijk wel héél veel stil staat. Dat mag natuurlijk, het is niet verboden een auto als decoratief element in je garage te zetten. Maar als je weet hoeveel taksen, onderhoud, verzekeringen en andere kosten een auto …eh… ‘kost’ (en zeker een stilstaand exemplaar), dan lijkt mij dat wel zuur geld. Ik richt me naar mensen die niet in financiële nood zitten, maar voor wie een paar duizend euro toch wel een redelijk bedrag is waar ze ‘al eens iets mee zouden kunnen doen’.

Mijn ‘tip’ is simpel: Doe. Dat. Ding. Weg.

Echt waar, zet ’em op 2dehands.be of op de parking aan de Euro Shop voor mijn part en met wat geluk ben je er tegen het weekend al vanaf. Je zal merken dat die paar verplaatsingen waarvoor ie in de garage stond ook wel op een andere manier opgelost geraken. En dan heb je niet alleen plots een mooie lege ruimte ter uwer beschikking. Als je een goeie deal hebt kunnen doen, heb je meteen ook een budgetje om iets veel interessanters met die ruimte aan te vangen! Een aquarium voor een collectie tropische vissen, een onderkomen voor je voorraad streekbiertjes of meteen een man cave, met biljart- of kickertafel, perfect om met je bubbel legendarische avonden te beleven. Je kan er een home cinema van maken, een jacuzzi parkeren of er een persoonlijke container cup gaan organiseren. Als je tweede wagen buiten stond, dan kan je er een moestuin aanleggen, een vijver graven of kippen steken. Allemaal goedkoper dan een stilstaande auto en vooral: veel plezanter.

Voila, da’s mijn tip. Doe er je voordeel mee. Misschien wel een leuke verrassing voor vaderdag?

* Voor de mensen die de hele tekst hebben doorgelezen om de tip te vinden: leuk, maar die stond natuurlijk ook gewoon in de titel.