De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Caféklap in Café Wielsbeke in Brugge: “We waren niet te stoppen. Liefde hé”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Kurt Vandemaele op zoek naar de wijsheid in de kan, deze week in Café Wielsbeke.

Het is 28 jaar dat Curd het bier laat vloeien in ‘Café Wielsbeke’. 53 is hij. Een mooie leeftijd, merk ik op. “Ik heb al mooiere gehad”, gniffelt hij.

Hij oogt fit, manoeuvreert gezwind tussen de tooghangers om de klanten aan de tafeltjes te bedienen en slaagt er onderwijl moeiteloos in om mee te drinken en ook volop aan de discussies van het jonge geweld aan de toog deel te nemen. Echt jong is dat geweld niet in ‘Café Wielsbeke’, de meesten zijn veertigers en vijftigers. Hun gesprekken gaan hoofdzakelijk over voetbal.

Fanatieke supporters

Kurt is bezeten van het spelletje. “Dat zit erin, ge krijgt dat er niet uit”, zegt zijn Christiane. Hij heeft zelfs een voetbalveld tegen het plafond laten installeren. Voor de rest is het al rood-wit wat de klok slaat in ‘Café Wielsbeke’. Nochtans blijken ook Club Brugge-supporters ruim vertegenwoordigd in dit supporterslokaal van KV Kortrijk. En ze laten zich horen. “Was Anderlecht kampioen geworden, na die hele komedie met de videorefs”, zegt er ene, “ik was nooit meer naar het voetbal gaan kijken.”

Nuance moet je niet verwachten van fanatieke supporters. Tenzij ze wat ouder zijn, zoals de 85-jarige Pol. Hij rijdt nog met de fiets en de wagen en een glas bier kan hem nog altijd bekoren. Pol was jaren goudsmid, zijn drinkebroer heeft nog een kepi en een uniform met koperen knopen gedragen. “Ik was bij de pos”, zegt hij en hij slikt de t aan het einde van zijn woorden in, zoals een echte Kortrijkzaan dat hoort te doen.

Dat ik als cafébaas mijn pinten gratis had, haalde mij over de streep

Hij heeft ‘dus’, zegt hij en hier weet men dat het over ‘dust’ gaat, ‘dorst’ dus. De man is vijf jaar met pensioen, en hij zegt dat hij de tijd heeft meegemaakt dat er nog tijd was, dat je niet moest ‘skoffelen’.

Vrij vertaald: hij moest zich niet opjagen. “Ik had 480 brievenbussen op mijn route. Tot de beruchte geo-route werd ingevoerd en ik meer dan 900 bussen moest bedienen. Ik was altijd vroeg uit de veren. En nu nog slaap ik nooit langer dan 6.30 uur. Je moet bezig blijven. Als je stilvalt, is het gedaan.”

Zes liter water in de longen

Het is een in en uit in het café. Het bier stroomt. Op de zitbank onder de wedstrijdborden tegen de muur zit een man voor zich uit te staren. Het voetbal kan hem gestolen worden. “Ik ben geen grote prater, maar ik ben wel blij als mensen met me praten, dan kan ik meepraten. Alleen doen ze dat niet makkelijk als ze merken dat je doof bent”, zegt hij.

Hij is 88 en expliceert hoe de ouderdom je isoleert. “Niet goed horen is één ding. Maar ik heb ook een pacemaker. Er zat op een gegeven moment zes liter water in mijn longen. Ik was aan het verdrinken. Sinds ik pilletjes neem om beter te kunnen plassen, komt het water zo vlot dat ik soms pampers moet dragen. Maar goed, we zijn er nog.”

Iets verderop laat een vrouw zich een Duvel aandoen, terwijl een jongere man tegenover haar de krant doorbladert. Ze heeft iets van Norma Desmond in ‘Sunset Boulevard’, een diva uit vervlogen tijden. Chique uitgedost, de haren netjes gekapt en make-up die haar blauwe ogen nog meer laten schitteren. ‘There once was a time when I had the eyes of the whole world’, hoor ik haar in gedachten zeggen.

In realiteit zegt ze gewoon: “Ik was kapster, ik loop er graag keurig bij. Mijn zoon en ik komen hier soms een pintje drinken. Hij is ingenieur chemie. Weinig mensen hier die met ons praten. Velen voelen zich wat meer. Veel chichi. Kortrijkzanen”. Ik ben van Brugge. Toen ik gescheiden ben van mijn man, ben ik naar hier gekomen. Met mijn zoon. Didier, hoe oud ben je nu?” De man kijkt op uit zijn krant en zegt verveeld: “57”. “27,” meent ze te verstaan en zo zegt ze het ook, al zit er een zekere twijfel in haar stem. “57,” corrigeert hij haar. “57?” Ze herhaalt het vol ongeloof. “Ja”, zegt hij. “En jij bent 81.”

Leeftijd en ouderdom zijn relatief. Christiane weet dat beter dan wie ook

Ze neemt nog een slok en bekijkt hem alsof ze niet meer zeker of hij wel haar zoon is. Leeftijd en ouderdom zijn relatief. Christiane weet dat beter dan wie ook. Ze vertelt dat ze 48 was toen ze het café begon. Het stond leeg en zij was werkloos en vond nergens een job. Ze had nog nooit bier gedronken en wist met moeite hoe een café er aan de binnenkant uitzag.

“Ik ben destijds verliefd geworden op het café euh… op mijn vrouw”, lacht Curd. Zij baatte het café toen al acht jaar uit. Hij was programmeur. “Het was nog de tijd van de ponskaarten. Maar ik wou tussen het volk zitten en niet achter een computerscherm. Het feit dat ik als cafébaas mijn pinten gratis had, haalde me over de streep”, knipoogt hij.

Schandaalhuwelijk

In 1992 zijn ze getrouwd. In die tijd was het wellicht een schandaalhuwelijk. Want wat het eerste gezicht niet verraadt, is dat zij 22 jaar ouder is dan hij. “Ik ben 76”, geeft ze toe. “Toen we onze relatie begonnen, liepen er weddenschappen dat het snel over zou zijn. En intussen hebben we onze zilveren jubilee gevierd.”

Haar oudste zoon is ouder dan haar man. “Mijn ouders waren er niet over te spreken en mijn kinderen hebben er ook moeten aan wennen. Maar we waren niet te stoppen. Liefde. Hopelijk kunnen we hier nog lang samen blijven.”