Wannes uit Oostkamp wandelt in zijn eentje meer dan 2.000 kilometer dwars door Groot-Brittannië
Op 1 juni vatte Oostkampenaar Wannes Van Damme in het uiterste puntje van Cornwall, in het zuidwesten van Engeland, de wandeltocht van zijn leven aan. Zeventig dagen en 2.241 kilometer later arriveerde hij in John o‘ Groats, het uiterste noorden van Schotland. “Ik nam de mooiste route, niet de snelste”, zegt de dappere stapper. “Buiten één dag van ziekte heb ik wel élke dag gewandeld.”
Wannes Van Damme kreeg de wandelmicrobe te pakken bij de Scouts en stapte al aardig wat kilometer bijeen in onherbergzame streken als Groenland en de Himalaya. Maar deze zomer stak de 27-jarige Oostkampenaar een tandje bij en stapte hij op zeventig dagen tijd dwars door Groot-Brittannië. Van het meest zuidwestelijke punt naar het meest noordelijke punt. Goed voor liefst 2.241 kilometer.
“Ik speelde al langer met het idee voor een heel lange tocht”, steekt Wannes van wal. “Ik overwoog eerst om naar Santiago de Compostella te wandelen, maar dat was mij bij nader inzien iets te religieus. Omdat ik goed Engels praat, richtte ik mijn blik over Het Kanaal en besliste ik om van Land’s End in het uiterste puntje van Cornwall, in het zuidwesten van Engeland, te wandelen naar John o‘ Groats in het uiterste noorden van Schotland. Toen ik besloot ontslag te nemen op mijn werk, hakte ik de knoop door en op 1 juni stond ik aan de iconische wegwijzer, klaar voor mijn tocht.”
In vogelvlucht ligt John o’ Groats op een kleine 900 kilometer van Land’s End. Maar Wannes was niet van plan om recht op zijn doel af te gaan. “Ik wou de mooiste route nemen, niet de snelste”, vervolgt hij. “Ik wou zoveel als mogelijk weg blijven van grote steden en genieten van de natuur. Buiten één dag van ziekte – ik had wellicht iets verkeerd gegeten – heb ik elke dag gewandeld. Ik kampeerde in het wild en probeerde om de twee à drie dagen proviand in te slaan in een winkel. Af en toe hield ik halt aan een pub. Ik sliep ook eens in een berghut en werd toen wakker naast een bosmarter. Mijn smartphone wees de weg, maar ik ben in totaal toch een vijftigtal kilometer verkeerd gelopen. Maar dat deerde niet, ik was niet gehaast en moest nergens zijn.”
Halfweg zijn avontuur kreeg Wannes het bezoek van enkele vrienden die een week lang met hem meewandelden. “Dat was uiteraard leuk, maar eigenlijk wandel ik nog het liefst alleen”, zegt hij. “Dan kan je je eigen tempo bepalen en hoef je je nergens van aan te trekken.” Of hij soms zichzelf tegenkwam? “Eigenlijk niet”, zegt hij. “Als getraind marathonloper heb ik een goede basisconditie en ik droeg maximum 20 kilogram bagage. En hoe verder op de tocht, hoe beter het ging. De tocht door de Western Highlands in Schotland ging dan ook heel gezwind.”
Bitterzoet einde
Zeventig dagen later bereikte Wannes de andere iconische wegwijzer in John o’Groats. “Zeven kilo magerder, roodbruingebakken en met lange afgebleekte haren”, lacht Wannes. “Ik werd er geïnterviewd door een cameraploeg van Channel 4. Ze maakten een programma over mensen die verre afstanden wandelen. Maar ik weet niet wanneer ze dat gaan uitzenden. Het was een bitterzoet moment dat enigszins werd goedgemaakt door het prachtige panorama. Ik was heel blij dat het gelukt was, maar zag er tegenop om terug te keren naar het normale leven. Maar mijn schoenen lieten niet toe nog veel verder te wandelen. Normaal moet je die om de 800 kilometer vernieuwen maar ik stapte er 2.241 kilometer mee. Ze waren tot op de draad versleten.”
Of hij het nog eens opnieuw zou doen? “Voor mij eventjes geen reizen meer”, lacht hij. “Ik wil nu eerst werk zoeken. Ik ben van opleiding elektricien, maar herschoolde mij tot fietsenmaker. Ik zou dan ook bijzonder graag aan de slag gaan in een fietsenwinkel.”
Wannes hield een reisblog met foto’s bij, die je kan raadplegen via https://www.polarsteps.com/WannesVanDamme/4901017-lejog (AFr)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier