VUB-rector Caroline Pauwels: “Vrijheid, racisme… Het houdt mij meer bezig dan mijn kanker”
Caroline Pauwels (56) is rector van de VUB, in mei werd ze nog herverkozen voor een tweede ambtstermijn met liefst 91 procent van de stemmen. Maar daarnaast ze is nog zoveel meer. Wat ‘de belangrijkste vrouw van Vlaanderen in intellectueel leiderschap’ nog indrukwekkender maakt, is hoe ze als alleenstaande moeder, worstelend tegen maag- en darmkanker, in het leven staat. “Ik heb mijn kinderen gezegd dat ik tot mijn 82ste blijf leven.”
Plaats van afspraak: Oostende, koningin der badsteden. Frank Buyse duikt in het vroegere ‘Badenpaleis’, het majestueuze Thermae Palace Hotel, de hele zomer lang in leven en werk van tien boeiende West-Vlamingen. Ze praten urenlang, over vreugde en verdriet, over de veranderde wereld, over ziel en zin, bij zee en zon. Kris Van Exel fotografeert, van zonsondergang tot zonsopgang.
Bekijk haar biografie even verderop. Onderaan de ellenlange lijst op Wikipedia van wat Caroline Pauwels allemaal heeft gedaan of nog steeds doet, staat dan ook nog (…). Te veel om op te noemen dus. Maar indrukwekkender dan al die functies is haar consequente levensvisie. ‘Gretigheid voor het leven en liefde voor de wereld’ – naar Hannah Arendt, de Joodse filosofe en politieke denker over totalitaire systemen en één van Pauwels’ grote inspiratiebronnen. En haar engagement voor diversiteit en de vrije gedachte. Zo liet de rector zich laatst nog opsluiten in een kooi, ter ondersteuning van het VUB-project Difference Day en de vrijlating van Raif Badawi, een Saoedische blogger en een icoon van de vrijheid van meningsuiting.
En, dat is nog het meest bewonderenswaardige, Caroline Pauwels doet dat allemaal als alleenstaande moeder en kankerpatiënte. Vorig jaar werd bij de VUB-rector maag- en darmkanker vastgesteld. Zo krijgt ze tweewekelijks chemotherapie en moet ze dagelijks chemopillen slikken. Het remt haar niet af. Ze wil geen prognoses kennen, maakt nog steeds honderduit plannen én toont nog steeds dezelfde gretigheid voor het leven, zoals ze ook onvermoeibaar een hele avond én ochtend vrolijk en enthousiast pleit voor liefde voor de wereld. Relaas van een gedenkwaardige ontmoeting.
Komt daar een rector aan. Een rector op hippe sneakers. Die grote fan is van de West-Vlaamse rapper Brihang, hij trad op haar herverkiezing op. Én ook nog eens op een feestje in haar garage. “Hoe ik als Brusselse fan werd van een West-Vlaamse rapper? Ik ben altijd bezig geweest met taal, poëzie en literatuur. Ik lees vaak twee boeken door elkaar, in stukjes en brokjes. Een fictie en een non-fictieboek. Ik heb Brihang hier in Oostende leren kennen, en vind hem, zoals hij speelt met taal, zó goed. Zo genereus ook, alle bewondering voor hem en zijn vrouw en hun kindje. Ze doen heel rustig hun ding, ze weten wat ze aan de maatschappij hebben en niet hebben.”
Er is wel meer West-Vlaams aan Pauwels. Zo was ze dit jaar gastcurator voor Theater Aan Zee in Oostende. Maar het coronavirus veegde de editie 2020 weg. “Ik was meer verdrietig dan ontgoocheld. Omdat ik had gezien wat zoveel mensen, vooral jonge mensen, artiesten en vrijwilligers, allemaal voor TAZ hadden gedaan. Dat enthousiasme, die drive die dan plots wordt afgebroken… Maar de veerkracht van mensen is groot: dan maar uitkijken naar volgend jaar. Het programma zal grotendeels kunnen terugkomen en we gaan het thema Verwondering kunnen aanhouden, denk ik.”
Aankomst en vertrek
De Brusselse, geboren in Sint-Niklaas, voelt zich ook nauw verbonden met Oostende, ze komt er vaak. Enthousiast: “Wist jij dat de Oostendse Mercator nog in de Brusselse Yacht Club heeft gelegen? Oostende wordt ook Petit Bruxelles genoemd, niet? Mensen met veel kansen, mensen met weinig kansen, een plaats van aankomst en van vertrek… er zijn veel linken. De Koningin der Badsteden! De mensen zijn hier ook meer vrijdenkend. Ken je het citaat van Charles Baudelaire: Homme libre, toujours tu chériras la mer! Vrije mens, je koestert altijd de zee. Water is altijd belangrijk geweest in mijn leven. Ik ga in Brussel elke ochtend om 7 u. zwemmen. Het staat voor de geruststellende gedachte van eb en vloed, ik ken er zelfs yoga-ademhalingsoefeningen voor. Dan denk ik aan de bewegingen van de zee. Als ik in Oostende ben, beoefen ik mijn yoga ook graag ‘s morgens vroeg op het strand. En ik kijk graag naar de zee. Naar het uitvaren van de boten, heel symbolisch vind ik dat. Een andere horizon tegemoet. We moeten meer zorg dragen voor de zee, geloof ik.”
De zee geeft haar rust. Toen ze moest nadenken of haar gezondheidssituatie een tweede ambtstermijn wel toestond, trok ze zich enkele dagen terug in Bretagne. “De zee gaf me er rust en energie. Als ik ‘s morgens vroeg in zee zwem, is de uitgestrekte zee echt van mij. (lacht) Alleen tussen de meeuwen. Bretagne is desolater dan Oostende, natuurlijk. Daar ruik je nog meer de zee. Maar als ik vaker naar zee zou kunnen komen, dan verkies ik Oostende. Een stád in transitie, met natuur en cultuur.”
Rouwproces
Cultuur in Oostende, dat betekent in de zomer vooral Theater aan Zee. “Toen men mij vorig jaar vroeg als gastcurator, was de diagnose al gesteld. Ik heb daar moeten over nadenken. Maar het bood perspectief. En nu het een jaar is opgeschoven nog wat meer. (lacht) Tja, covid-19 was eigenlijk een rouwproces: telkens afscheid nemen van wat je had gepland. Van de lessen, van TAZ, van alle evenementen rond 50 jaar VUB… Alleen de mooie opening is doorgegaan, in het gezelschap van Koning Filip.”
Ze heeft haar hele beleidsplan voor haar nieuwe ambtstermijn voor VUB-50 jaar afgestemd op het jaar 0: de universiteit in de 21ste eeuw. “Ik vind dat we niet konden voortdoen zoals we bezig waren. Dan heb ik het over diversiteit, de Me Too-beweging, het racisme, het klimaat… Nu wordt het allemaal op scherp gezet, maar we hadden daar al veel langer moeten mee bezig zijn, we kunnen niet bezig blijven zoals in de 20ste eeuw. We moeten de jongeren, die ontzettend bezorgd zijn, hoop geven. Hen meegeven dat wij dit samen kunnen oplossen, ook de klimaatissues. Tijdens de lockdown hebben we het online onderwijs, vooraf onmogelijk geacht, toch ook mogelijk gemaakt?
De coronacrisis, nog steeds niet uitgewoed, moet een wake-up call zijn, denkt ze. “We moeten veel herdenken. Ik refereer hier graag naar de auteur Tom Roberts, die er bijna een sprookje van maakte: hoe de crisis de wereld beter maakte. (denkt na) Daarvoor heb je al bijna een coalitie van mensen nodig die alles goed overdenkt. Ik hoor vaak we moeten terug naar het normaal. Dan denk ik: een aula met 1.000 studenten in, was dat ons normaal? En moeten we niet verder nadenken over het reisbeleid, onder meer van de proffen? Hoeveel van het virus is te wijten aan het vele reizen, aan de globalisering…?”
Je merkt, dit wordt een masterclass filosofie. Niet van een droge prof, maar van een ongecompliceerde rector op wat zij noemt basketbalsloefjes. We gaan dineren. Pauwels bekijkt heel voorzichtig de menukaart. “Als het maar groen is. Ik ondersteun de chemotherapie met macrobiotische voeding, vandaar. Wijn mag ook niet.” Giechelend: “Of één heel klein glaasje?”
Bijna een jong meisje. Het tekent haar ook: ze is heel graag met jongeren bezig. “Met jongeren kunnen werken is het grootste privilege van een docent en een leraar. Telkens maak je kennis met weer een nieuwe generatie, ik leer daar enorm veel van. Ik vind zelfs dat, als je op een gegeven moment de jongeren niet meer graag ziet, je beter geen les meer kan geven.” En dus haakt ze aan. Met mate. “Ik vind online shoppen ook niet leuk. Ik vind flaneren door een stad ook leuker dan achter een app aan te lopen. Ik lees in het weekend liever kranten op papier, al heb ik ook drie digitale abonnementen. En ik beperk het gebruik van Facebook dat alle privacy ondermijnt, en tweets, met al hun negativiteit, ze maken geen dialoog meer mogelijk. Maar ik sluit mij daar ook niet van af. We moeten mee met de moderne digitale technologie die deels ook meer tijd maakt en mogelijkheden schept. Al blijft menselijk contact heel belangrijk. Je bent maar een paar jaar ouder, Frank, ik denk dat onze generatie nog niet geleerd heeft hoe om te gaan met de sociale media. Ik merk dat studenten nu andere vaardigheden hebben dan wij. Al betreur ik dan weer hun gebrekkiger talenkennis en grammatica. Door goed taalgebruik, denk je analytischer, vind ik.”
Discussies
Weg van de universiteit zijn het even interessante discussies in eigen kring, met haar zoon Emil (23) en dochter Anna Violette (20). En dan krijgt Vlaanderens nummer 1 bij de vrouwen inzake intellectueel leiderschap ook wel eens te horen Mama, dat is zó passé… (lacht) “Maar tegelijk vind ik hun memes ook wel grappig. Maar ze lezen ook boeken. We zitten vaak làng aan tafel, we discussiëren enorm veel. Heel fijn. Mijn kinderen hebben op een Europese school gestudeerd waar ze kennis maakten met diverse culturen. Dat maakt het vaak heel boeiend.”
Het lijkt geen gezin dat samen gezellig naar FC De Kampioenen kijkt. (lacht) “Zelden. Toen ze heel klein waren, deden we dat wel eens. Maar ik ben niet zo’n groot televisiekijker. Dat is geen intellectueel misprijzen, ik bekijk in mijn vrije tijd liever films. Of lees liever kranten.”
Ik vertel haar dat mijn dochter na één onderwijsvergadering met de rectoren, overliep van bewondering. Ze noemde Pauwels zó inspirerend. Ze glimlacht verlegen: “Ja, Billy, ik herinner me die naam nog goed…. Allez…? Waarom?” Misschien omwille van haar engagementen. Voor de kunst. Voor de journalistiek. Voor diversiteit ook – slechts 33 procent van de professors aan haar VUB is vrouwelijk. “Dat is niet ok, neen. Er is echt nog veel werk aan het glazen plafond. Het is wetenschappelijk bewezen dat masterscripties van meisjes anders worden beoordeeld dan van jongens. En bij studenten met een allochtone naam is het nog erger. Men denkt nog altijd dat een vrouw toch eerder denkt aan haar gezin. Een aantal mannen vindt het nog altijd oneerlijk dat termijnen voor wetenschappelijke publicaties omwille van een zwangerschap kunnen worden verlengd. Dat is toch straf? Dan verzet ik mij.”
Ze verlegt meer dan één steen in de rivier. “Er zit een lijn in wat jij mijn engagementen noemt. Ik heb altijd schrik dat vrijheden worden ingeperkt. Ik vind dat heel existentieel. Ook binnen de universiteit. Studenten moeten voor het eerst leren omgaan met vrijheid, dat is filosofisch heel interessant. En dat zit in alles waar ik mee bezig ben: onderwijs, filosofie, kunst. In kunst zit ook opvoeding. Kunst en wetenschappen hebben véél met elkaar te maken. Ik heb altijd heel veel vragen. Zoals een kind dat constant vraagt waarom? Verwonderd zijn over de complexiteit van onze wereld. Over een vliegtuig boven ons hoofd. We vinden alles normaal, maar dat is het zeker niet.”
Naïviteit
Ze schreef er een heel essay over: Ode aan de verwondering. We vinden naïef allebei een mooi woord. Maar zij kan dat veel beter uitleggen. Met dank aan Einstein. “Naïviteit wordt gecatalogeerd bij de domme blondjes, zeker? (lacht) Einstein was toch ook geen dommerik? Maar wel een wetenschapper die zich constant over alles verwonderde, als een kind. Ik denk dat mensen die verwondering kunnen cultiveren, ook beter met onzekerheden kunnen omgaan.” Ze heeft ook haar voorbeelden. Yuval Harari, de nieuwe profeet, die in zijn bestseller 21 lessen voor de 21ste eeuw wijst op het gevaar van de samensmelting van biotechnologie en informatietechnologie. “Ik ben een fan, ja. Maar dan vooral omdat hij iedereen aan het denken zet. Ik volg Harari niet in alles, dat kan ook niet als je de hele geschiedenis van de mensheid beschrijft. Maar ik vind het jammer dat hem zo’n rockster-gehalte wordt toegemeten, dat is nefast voor het denken. Al betekent het wel iets als zovelen in de Lotto Arena komen luisteren.”
Maar haar grootste voorbeeld blijft toch Hannah Arendt. Ze ligt mee aan de basis van de opening van het Mechelse Hannah Arendt-instituut omtrent diversiteit, stedelijkheid en burgerschap. Baseline: Niemand heeft het recht te gehoorzamen. “Voor mij is dat een droom. Wat wij nu meemaken, maakte Hannah Arendt mee in de vorige eeuw. Zij probeerde het allemaal te begrijpen. Dat wil ik ook. Haar Amor Mundi: liefde voor de wereld. Met alles wat er triest aan is. Want dat moet dan weer inspireren om beter te doen. Er komen in het najaar heel mooie initiatieven. Rond dekolonisatie bijvoorbeeld. We hebben niet gewacht tot de standbeelden van Leopold II werden neergehaald.” Die staat hier, honderd meter verder, nog mooi rechtop. “Ik denk dat je de geschiedenis nooit uit het straatbeeld moet halen, maar je moet veel meer duiden. Het structureel aanpakken, vooral. De schoolboeken moeten in orde zijn, de lessen moeten ok zijn. Zodat ook de Afrikaanse gemeenschap er mee aan de slag kan. En we moeten ook naar hen luisteren.”
Zware stiel
Ze zou zo in de politiek kunnen. Oh neen. “Het is een te zware stiel, veel mensen gaan er kapot aan. Velen stappen er in met een visie maar moeten dan te veel compromissen sluiten. Ik vind politiek een ongelooflijk mooi engagement, maar het lijkt mij niet haalbaar om het nog goed te doen. Want het is blijkbaar onmogelijk geworden om aan tafel te zitten, elkaar in de ogen te kijken en als mensen van goeie wil een deal te willen sluiten. Om een regering te maken. Er zíjn heus vormen om België bij elkaar te houden, maar het gaat om postjes en om centen en niet meer om het algemeen belang. Dat maakt mij kwaad. Ze hebben een mandaat om hun job te doen. En dat is het land besturen.”
Andere rectoren zijn politieker dan zij. De rector van de VUB staat liever met haar botten in het veld. Zoals in die kooi. “Ik vind het heel erg dat Europa zogenaamd uit een unie van waarden bestaat met alle vrijheden en dat men niet wakker ligt van persvrijheid en journalisten in ballingschap. Dan vind ik dat je je als universiteit in de hoofdstad van Europa moet engageren. De vrijheid van gedachte is voor mij zo existentieel. Daarom ging ik ook in tegen de studenten die een lezing van Theo Francken, uiteindelijk een democratische verkozene, op de VUB wilden laten verbieden. Elk debat moet mogelijk zijn. Behalve dan met het Vlaams Belang dat niet op de bal maar op de man of vrouw speelt. Bij hen gaat het niet om ideeën maar om het aanvallen van mensengroepen.”
De opkomst van extreem-rechts maakt haar bang, ja. “Maar ik ben bang van élk extremisme dat opkomt. Ik ben ook bang van klimaatextremisten. En ook bang dat we omwille van Black Lives Matter niet meer met elkaar zouden spreken, of niet meer naar elkaar luisteren. We moeten vooral erkennen dat het hele systeem structureel niet ok is, maar dat we daar alleen samen uit kunnen komen.”
Het maatschappelijk debat houdt haar meer bezig dan haar levensbedreigende ziekte. Precies alsof dat een evidentie is: “Ik lig meer wakker van de maatschappelijke problemen dan van mijn persoonlijke situatie. Wat niet wegneemt dat ik daar ook momenten van angst over heb. Mijn kinderen hebben mij al zien huilen. En we huilden wel eens samen. Een ziekte hebben, is ook heel moeilijk voor je omgeving. Voor mijn kinderen. Voor mijn moeder. Voor mijn zussen. Dan zeg ik altijd: we moeten daar niet mee bezig zijn.” Er is ook geen partner waarbij ze kan uithuilen. “Soms is dat makkelijk, soms is dat moeilijk. (lacht) Er zijn veel vormen van liefde. Ik ben enorm graag gezien door veel mensen, door familie, vrienden… We dragen het samen. Toen ik daarnet naar hier reed, belde iemand mij die dezelfde ziekte heeft. Dan probeer je elkaar te steunen. Ik weet niet of een partner mij meer zou kunnen helpen. Of het dan draaglijker zou zijn?”
Alleenstaand
Waarop ze, naar mijn weten voor het eerst, open vertelt hoe en waarom ze al sinds haar dochter nog maar zeven maanden oud was, alleenstaand is. “Ik had in mijn leven nooit kunnen doen wat ik heb gedaan indien ik bij mijn man was gebleven. Maar ik heb nog steeds een heel goede band met de vader van mijn kinderen. We zien elkaar nog steeds graag. We waren tijdens de lockdown ook samen. Alleen konden we bijna twintig jaar geleden niet samen verder. Ons leven was een jojo, zonder enige stabiliteit. We hadden gewoon een ander ritme en andere levensdromen. Mijn man is een Fransman die in Marokko is opgegroeid, hij werkt voor de Europese Commissie en reist vooral heel graag. Ik wist dat vooraf, maar ik wist niet hoe zwaar dat sedentaire op hem zou wegen. Al was ik zelf ook een beetje nomadisch. Maar we kregen kinderen en ik wilde dat die kinderen verankerden in een vaste omgeving. Waar ik zelf ook nood aan had. Maar hij verhuisde het liefst om de zoveel tijd van land. Vooral in Afrika. De ene keer naar Guinee-Bissau, dan Namibië… Toen mijn dochter zeven maanden oud was, ben ik nog eens met mijn zoon meegereisd naar Vanuatu (een eilandengroep in Oceanië, red.). Mijn man vond het daar geweldig en ik gunde hem dat. Maar op een dag stapte ik er op een bus en toen ik de chauffeur mijn bestemming zei, maakte hij meteen rechtsomkeer om mij er naartoe te brengen. Enkel omdat ik een blanke was. Ik vond dat zo confronterend. Zo’n ongelijkheid was helemaal niets voor mij. Ik dacht: dit is mijn leven niet. Dat moment was bepalend. (monter) Zo is het gegaan. We hebben zelfs nooit echt ruzie gemaakt.”
Het zit niet in haar. “Ik vermijd doorgaans discussies, ja. Maar, een bekentenis, als ik ruzie maak, dan word ik ook in één keer gewoon hysterisch. (ze moet er zelf hartelijk om lachen). Toen ik de kinderen moest achterlaten bij een nogal chaotische vader, en zo. Dan ben ik ongerust en gedraag ik me als een leeuwin. Zoals elke moeder, zeker?”
Dat ze voor veel vrijgevochten vrouwen en moeders een rolmodel is, daar moet ze toch even over nadenken. “Ik heb nochtans nooit gedacht dat ik het alleen wil doen. Er was ook nooit een carrièreplan of zo. (aarzelend) Natuurlijk ben ik wel eens verliefd geworden maar de kinderen kwamen dan toch weer op de eerste plaats. Het is evenwel niet zo dat ik het, indien alles op zijn plaats zat, niet zou hebben overwogen. Maar er kwam toch altijd weer een andere liefde, voor projecten. (enthousiast) Ik heb een groot talent voor het nu.”
En die nu betekent in dit geval de ondergaande zon! We waren niet van plan om zware inspanningen te vragen voor de fotosessie. Maar Caroline amuseert zich kostelijk. Ze lacht uitbundig, huppelt rond als een jong meisje en dolt met twee meisjes van Arabische afkomst die zich waarschijnlijk nóg steeds afvragen wie dat fotomodel precies was. Toen ze zelf twaalf jaar was, schreef een klasgenootje over haar: “Caroline leeft als God in Frankrijk”. Dat doet ze 44 jaar later nog altijd. Ondanks die vuile ziekte.
Speeltuin
“Ik ben van nature gewoon heel positief. Het leven is voor mij een speeltuin. Ik voel me ook beter op basketbalsloefjes dan op hoge hakken. Al draag ik die heus wel als het moet. Op vergaderingen van de VUB lap ik er ook wel eens iets uit dat ik ze zie denken… (lacht) Ik neem mezelf liever niet teveel au sérieux. Wat niet wil zeggen dat ik mijn functie niet waardig invul en ik niet trots ben. Vlaanderen belangrijkste vrouw in intellectueel leiderschap … (haalt de schouders op) Ik ben daar dankbaar voor, maar het is geen streefdoel. Ik hoop vooral te inspireren. Dat was eigenlijk altijd mijn grootste ambitie: inspirerend lesgeven. Mijn taak als rector is ongelooflijk veelomvattend, ook met de verantwoordelijkheid voor het Universitair Ziekenhuis er nog bij, maar ik wilde per se toch nog één semester les geven. Omdat ik zo graag bezig ben met jonge mensen. Voor hen iets betekenen, kan mij intens gelukkig maken.”
***
Ze heeft haar rust nodig, maar ook na de fotosessie blijft ze haar enthousiaste zelve en vertelt ze over haar gretigheid voor het leven. Ondanks haar ziekte. Wat we meenemen, al enige tijd na middernacht. “Ik zit niet in het perspectief van de ziekte. De ziekte bepaalt mijn leven maar overheerst het niet.”
Het klinkt bovenmatig rationeel. Wanneer heeft ze voor het laatst gehuild? “Toen ik mijn meter in Zwitserland verloor tijdens de lockdown. En we konden er niet heen. Ik heb veel gehuild. Taty was ontzettend belangrijk voor mij. Ik ben dan heel emotioneel gaan wandelen in het Zoniënwoud. Ik vind emoties echt wel belangrijk. Maar ze moeten proportioneel zijn. Laten we zeggen dat ik bedachtzaam ben. (lacht) Maar op mijn eredoctoraat heb ik ook gehuild. Van dankbaarheid dan wel.”
Toekomst
En natuurlijk maakt ze nog steeds plannen. “Anders had ik mij geen kandidaat gesteld voor een tweede ambtstermijn. Ik zie heus nog veel toekomst. Misschien kom ik na die tweede termijn vaker naar zee, het is een geruststelling dat een derde niet màg. (lacht) Ik heb mijn kinderen alvast gezegd dat ik ga leven tot mijn 82ste.” (schatert het uit) Maar bovenal is er dat talent voor het nu. “Ik heb de dokters nog niet één prognose gevraagd. Ik ben in bijzonder goede handen in het UZ Brussel en dat volstaat voor mij. Ik leef liever vandaag: deze avond was voor mij instant genieten.”
De volgende ochtend, na eigenlijk een te korte nacht voor haar, bruist en lacht ze nog steeds evenveel. En neemt ze snel de draad van gisteravond weer op als ze tussen haar ontbijt de spreuken over zon en zee vindt.
Jonge mensen zijn net kinderen die ‘s nachts geboren zijn, de zon zien opkomen en denken dat gisteren nooit heeft bestaan. – William Somerset Maugham, Engels schrijver, 1874-1965.
“Mooi aan het citaat vind ik dat jonge generaties altijd de belofte hebben op iets beters. Die generaties kunnen leren van hoe wij het doen. Al maak ik mij zorgen dat we hun toekomst niet goed aanpakken. Dat we te weinig luisteren naar hen. Het klimaat bijvoorbeeld. Ik las deze week nog een artikel waarin een wetenschapper stelde dat de ijskappen op Groenland en Antarctica snel aan het smelten zijn. Zelfs covid-19 durf ik te koppelen aan onze levensstijl, aan onze mobiliteit en zo. Het is doorgeslagen. De migratiegolven zijn mede op gang gekomen door de klimaatverandering, waar we uiteindelijk voor verantwoordelijk zijn. En als mensen zich verplaatsen, bestaat de kans ook dat ze ziekten meebrengen.”
Ze wil ooit heel graag kleinkinderen, dat had ze zich gisteravond ergens laten ontvallen. Maar als haar kinderen geen nageslacht op deze wereld zouden willen neerzetten, dan zou ze hen begrijpen. “Al zou ik het jammer vinden. Omdat ik geloof in het vernuft van de mens die oplossingen zoekt. (lacht) Maar er zijn nog zoveel kinderen waar ik mee kan bezig zijn. Weet je, het liefst zou ik na mijn tweede ambtstermijn in het kleuter- of het lager onderwijs aan de slag gaan. Heel kleinschalig. Kinderen hoop geven. Universiteitsstudenten hebben misschien al kansen laten liggen, kinderen hebben nog het hele traject voor hen.”
We nemen afscheid met de zee, zo belangrijk voor haar. Troost en levenskracht. Wij dachten dat deze haar zou passen.
De bron van zoet water doet de mens goed, niet het geweld van de zee. – Panchatantra, Indische collectie van dierenfabels.
Maar ze gaat niet akkoord. “Al te stil water is saai. Ik hou van meningen, al botsen ze. Ik hou van energie. Ik ga altijd wel nood hebben aan opwinding. Hoewel… Mag ik eindigen met een geparafraseerd gedicht van Herman De Coninck?”
De ene horizon kijkt klaar
in de andere
alle dingen zien elkaar
en dit is goed zoals aan tafel zitten
wetend: iedereen is daar.
“Het geeft aan dat onze geliefden, ondanks alles wat we al hebben verwezenlijkt, altijd het meest essentiële zijn.” Een diepe buiging is op zijn plaats. Een uur later krijg ik een Whatsappje. Zo’n fijn gesprek. Stief scone. Dank daarvoor. Zo’n schoon mens dus.
Wie is Caroline Pauwels?
geboren in Sint-Niklaas op 23 juni 1964
studeerde filosofie en communicatiewetenschappen
hoogleraar/rector VUB
voormalig ondervoorzitter Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek
voormalig lid en regeringscommissaris VRT
vijfde en eerste vrouw in een studie naar thought leadership, intellectueel leiderschap, in Vlaanderen
moeder van Emil (23) en Anna Violette (20)
De Zomer van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier