Een week voor de start van de zomervakantie zitten heel wat gemeentebesturen met de handen in het haar. Meer dan de helft van de West-Vlaamse gemeenten en steden vreest voor een tekort aan begeleiders bij de lokale speelpleinwerking. Vooral augustus wordt moeilijk. “Het is puzzelen tot de laatste dag.”
Liefst 37 van de 64 West-Vlaamse gemeenten hebben moeite om voldoende jongeren te vinden die monitor willen zijn op de speelpleinwerking. Dat blijkt uit een rondvraag van onze krant. Acht gemeenten zijn op dit moment nog altijd op zoek naar monitoren. Mesen, de kleinste stad van onze provincie, biedt zelfs geen speelpleinwerking aan door een gebrek aan begeleiders. Kinderen uit Mesen kunnen terecht in buurgemeente Heuvelland.
“Een groot deel van de vrijwilligers is al wat ouder en zal volgend jaar afstuderen. Daarom moeten we dringend op zoek naar jonge monitoren”
“Voor het eerst sinds lange tijd verloopt de zoektocht naar vrijwilligers erg moeilijk. We hebben gemiddeld 18 animatoren per dag nodig en die plaatsen zijn nog niet allemaal ingevuld”, vertelt Lieven Huys, burgemeester van Wingene (CD&V). Ook in Wielsbeke was de zoektocht naar monitoren dit jaar “aartsmoeilijk”, zo klinkt het bij de jeugddienst. In Ieper konden ze na enige inspanning voldoende jongeren warm maken. “Maar een groot deel van onze vrijwilligers is al wat ouder en zal volgend jaar afstuderen. Daarom zijn we intensief op zoek naar jonge monitoren om het over te nemen”, klinkt het.
Vooral eind juli en augustus blijkt een moeilijke periode te zijn. “Dit jaar hebben we net op tijd voldoende animatoren gevonden”, zegt Tineke Van Hoof, hoofd van de jeugddienst in Middelkerke. “Maar als er eind juni enkele jongeren hun kandidatuur weer intrekken door eventuele herexamens, komen we wel weer in de problemen.”
Vergoeding
Dat gemeenten steeds moeilijker animatoren voor de speelpleinwerking vinden, kan te maken hebben met hun vergoeding. Uit onderzoek van uitzendkantoor Randstad blijkt dat jongeren vooral werken om leuke dingen te kunnen doen, te sparen en spullen te kopen. Daar wringt misschien wel het schoentje: de meeste monitoren krijgen een vrijwilligersvergoeding. Die varieert, afhankelijk van hun functie, leeftijd en het bezit van een animatorattest, tussen 20 en 40,67 euro per dag. De hoofdmonitor wordt dan weer meestal betaald als jobstudent en verdient dus meer.
In slechts elf gemeenten hebben alle monitoren, ongeacht hun functie, het statuut van jobstudent. Gistel voerde deze beslissing nog recent door. De meeste gemeenten aan de kust werken al langer op die manier. “Hier, met de vele horecazaken, hebben jongeren veel mogelijkheden om in de zomer wat geld bij te verdienen”, zegt jeugdconsulent Dieter De Vuys van Blankenberge. “Monitor zijn op het speelplein is leuk. Maar als je ergens anders meer kan verdienen, dan snappen we wel dat jongeren daarvoor kiezen. Je mag de taak van monitoren ook niet onderschatten.”
“Jongeren betalen als jobstudent is een manier om ze over de streep te trekken. Zo was het ook al 25 jaar geleden toen ik hier animator was”
Jongeren verlonen als jobstudent en niet als vrijwilliger loont, stelt Tineke Van Hoof. “Dat is een manier om jongeren over de streep te trekken. Het is al zo van toen ik hier zelf nog animator was 25 jaar geleden. We horen ook van andere jeugddiensten dat ze overwegen om over te stappen naar jobstudenten. Tijdens het werk wordt er veel verwacht van de monitoren, maar omgekeerd zijn er ook verwachtingen. Daarom ligt het loon van de hoofdmonitor, die net iets meer verantwoordelijkheden heeft, wat hoger.”
Goede sfeer
Een kleine twintigtal jeugddiensten zijn er wel in geslaagd om voldoende monitoren te vinden voor deze zomer. Op bepaalde plaatsen ging dat zelfs heel vlot. “Dit jaar moeten we zelfs een reservelijst van monitoren aanleggen. Zo kunnen ze elkaar goed afwisselen en hebben we een handig vangnet voor als er plots veel meer kinderen langskomen”, zegt jeugdconsulent Stijn Cornette uit Lichtervelde.
“We merken dat de jongeren het belangrijk vinden dat de band tussen de moni’s onderling goed zit. Daarom organiseren we activiteiten als een bedankje”
“We merken dat vooral de band tussen de moni’s onderling heel belangrijk is. Daarom organiseren wij het laatste jaar heel wat activiteiten. De vergoeding mag dan wel niet altijd groot zijn, we willen hen wel op verschillende manieren bedanken voor hun engagement. We proberen de jongeren ook heel actief te betrekken bij de voorbereidingen voor de zomer. Iedere maand vergaderen we, ook al is er dan geen speelpleinwerking om hen inspraak te geven. We delen ook heel veel van onze activiteiten op sociale media. Zo blijven enthousiaste mensen plakken, soms wel acht jaar. En zo krijgen nieuwe jongeren ook goesting om te starten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier