Directeur vrije tijd Martine Meire (62) met pensioen na ruim 30 jaar bij stad: “We zijn meteen op reis vertrokken”
“Ik ben dankbaar voor de gekregen kansen”, zegt Martine Meire (62), die afscheid nam als directeur vrije tijd bij het stadsbestuur. Ruim drie decennia pompte ze, vanuit diverse functies, zuurstof in het cultuurbeleid. Van spraakmakende zomerexpo’s tot Uitpas, van Bakens tot Nacht van de Musea, van Open Monumentendag tot Maand van de Vrije Tijd. Maar nu wordt de directeur vrije tijd eindelijk baas van haar éigen vrije tijd.
Een zoveelste besparingsronde in het onderwijs drijft taalleerkracht Martine Meire (62) in 1991 na negen jaar lesgeven richting stadhuis en ambtenarij. Als opsteller richt ze er de Jeugddienst en Grabbelpas op. Als hoofd van de dienst Cultuur is ze vanaf 1994 de bezielende samensteller van spraakmakende zomertentoonstellingen als Leopold II koning – Urbanist en James Ensor – de baden van Oostende. “Ondertussen zijn die ruim 60 kunst- en erfgoedtentoonstellingen zowat het visitekaartje van onze Cultuurdienst omdat ze dankzij de begeleidende catalogi langer blijven hangen dan pakweg een Open Monumentendag. Maar even fier ben ik op de beleidsplannen die ik in overleg met mijn team en de diverse bevoegde schepenen heb opgesteld als blauwdrukken voor de te voeren politiek binnen de jeugd- en later de cultuursector.”
(S)hoppen
In de 29-jarige carrière, die Martine Meire in 2019 bekroond ziet als directeur van Vrije Tijd, begeleidt ze ook tal van bouwprojecten: Het Bosjoenk, de Bliblotheek Kris Lambert, het C.C. De Grote Post, de renovatie van de Venetiaanse Gaanderijen… “En dan zijn er de alsmaar groeiende nieuwe initiatieven van de dienst Cultuur: de Uitpas, de expo’s in de Anglicaanse kerk en in de Nieuwe Gaanderijen, de Bakens en De Maand van de Vrije Tijd… waarbij we de socio-culturele verenigingen in onze stad willen steunen en promoten. Zij geven zuurstof aan het sociale stadsweefsel. Zij verbinden mensen. Helaas hebben veel verenigingen het moeilijk vandaag. Door het erg rijke culturele aanbod, denk aan het overaanbod aan kunsttentoonstellingen in ons land, gaan mensen meer en meer (s)hoppen binnen die sector en pikken enkel mee wat ze interessant vinden. Maar helaas engageren velen zich niet meer langdurig in het verenigingsleven.”
Wij zien cultuur niet als een product, maar als een proces
Ook de toeristische sector claimt meer en meer culturele evenementen. “Voor Toerisme is cultuur een product dat te slijten valt aan de meerwaardezoeker: de bezoeker die meer wil dan zon, zee en strand. Wij benaderen cultuur meer als een proces: het uitwerken van een project, het verwerven van nieuwe wetenschappelijke inzichten, het aantrekken van experts, een catalogus, netwerking… Maar die twee benaderingen kunnen elkaar best aanvullen.”
Rock Strangers
Als directeur Cultuur heeft Meire de Rock Strangers, door veel Oostendenaars smalend de ‘rode blokken’ genoemd, altijd verdedigd: “En dat blijf ik doen. Ik blijf geloven in de uitstraling van het kunstwerk en de idee erachter. Die creatie is de materialisering van de aangeboren angst van de mens binnen zijn eigen vertrouwde leefwereld voor het vreemde en dus ook voor de vreemdeling. Rock Strangers staat voor alles wat nieuw en dus vreemd is en de aversie daarvoor. Geef toe: de Wullok of Dikke Mathille ogen alvast populairder en je hoeft er ook niet bij na te denken. Overigens vind ik het door Willy Van den Bussche opgezette Beaufort een formidabel project waarvan de eerste edities in het collectief geheugen blijven hangen.”
“Ik ben dankbaar voor de gekregen kansen: de job was soms zwaar, maar ook erg boeiend. Als team hebben we kunnen meewerken aan tal van Europese projecten, we kregen appreciatie van het koningshuis tot de modale bezoeker, we bouwden een formidabel netwerk uit en kweekten voor onszelf een erg breed interesseveld. Ik zal alleen de voorbereiding missen van het Ensorjaar in 2024. ” Maar blij is ze dan weer dat ze als afscheid nog als curator kan optreden bij de tot in november lopende, succesvolle zomertentoonstelling over de broers Antony.
Geen schoonmoeder
Resten dan enkel nog de pantoffels en het breiwerk? “De eerste dagen waren wat onwennig. De structuur van mijn professioneel leven viel plots weg. Zo attendeerde mijn computerscherm me dinsdag nog op het departements-, directie- en communicatieoverleg op die dag. En je mist je collega’s wel, maar al rap wist je eigen geheugen tal van ooit zo vaak gebruikte paswoorden en telefoonnummers.”
“Maar ik slaap nu ook al veel beter dan vroeger. Mijn man en ik zijn na mijn laatste werkdag direct op reis vertrokken om zo de brug te slaan naar ons gepensioneerd bestaan. En reizen willen we blijven doen, net als lezen, maar ook meer tijd maken voor ons nageslacht en mijn hoogbejaarde ouders. En ik wil vooral niet schoonmoederen binnen de diensten en functies die ik verlaten heb. Als voorzitter van de Vrienden van Mu.ZEE en vooral uit eigen interesse zal ik zeker blijven participeren aan het rijke cultuurleven in Oostende.” Zoveel is zeker: de directeur vrije tijd wordt nu eindelijk zelf de baas van haar vrije tijd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier