“De klok loopt hier al jaren 10 minuten voor”: Magrietje (86) al meer dan 60 jaar de waardin in café Oud Gemeentehuis

Magrietje bij haar klanten in haar café met de kenmerkende sansevaria's voor het raam en achteraan de deur die uitgeeft op de keuken die ook haar woonkamer en ondertussen ook slaapkamer is geworden. © Jan Stragier
Wouter Vander Stricht

Niet enkel café Oud Gemeentehuis, maar ook de alom gewaardeerde waardin Magrietje behoren tot het Winkels erfgoed. Al meer dan 60 jaar staat ze er achter de toog. Winkelnaars gaan niet naar ‘t Oud Gemeentehuis, maar naar Margrietjes…

Het gebouw op het Kerkplein van café Oud Gemeentehuis moet al meer dan 250 jaar oud zijn en al ruim een eeuw is de familie Dejonckheere er de uitbater van het café. “Het is nu al de vierde generatie”, zegt Margriet, die zelf eigenlijk ook al enkele generaties overspant. “Dit was de ouderlijke woning van mijn vader Kamiel Dejonckheere, mijn moeder Julienne Buyse was afkomstig uit een landbouwersgezin in Izegem.”

“We waren met 12. Ons moeder is de helft van haar volwassen leven zwanger geweest”

Het koppel kreeg maar liefst 12 kinderen, acht meisjes en vier zonen. “Mijn oudste zus Marie-Louise was van het jaar 1923, ze was tegelijk ook mijn meter. Zelf heb ik een tweelingzus Edith die vorig jaar in maart overleed. We zijn nu nog met drie over, mijn oudere zus Jeanne (93) en de allerjongste uit het gezin, Marcel (82).”

Kerkbrand in 1953

Margrietje – die eigenlijk voluit Marguerite heet – vertelt het allemaal vanuit haar keuken. “Dat is hier tegelijk mijn woonkamer en ik slaap hier nu ook. Vorig jaar, op 18 oktober, ik herinner het me precies omdat het de sterfdatum was van een van mijn broers, werd ik onwel. Een bloeddrukval of zo. Het eerste wat ik vroeg aan de dokter was of ik mijn café toch mocht blijven openhouden. Dat mocht, als het niet te druk was. En dat is gelukkig niet het geval. Maar er scheelde niets met mijn hart of hoofd, ik voel me ook goed, maar sindsdien slaap ik dus beneden.”

Het café heet het Oud Gemeentehuis en deed ook dienst als stadhuis. “Ook toen mijn ouders hier nog woonden, kort na de oorlog is het gemeentehuis dan verhuisd. Naar waar vroeger de pastorie was en nu De Link. Er zat hier toen ook een tweede deur in dit gebouw. Een deel van het café was de trouwzaal, boven werd de gemeenteraad gehouden en er waren beneden ook drie ramen die open konden en waar de doppers kwamen stempelen.”

Margrietje weet ook nog hoe de kerk in Sint-Eloois-Winkel afbrandde. “Dat was in 1953. We werden gewekt door de pastoor een half uur na middernacht, een half uur later vielen de klokken al naar beneden. Gelukkig zat de wind goed en werden wij gespaard.”

Het café straalt nog de sfeer en gezelligheid van weleer uit.
Het café straalt nog de sfeer en gezelligheid van weleer uit. © Jan Stragier

Het was pas later dat het gezin de woning kon kopen. “En lang hebben ze er niet kunnen van genieten. Eerst mijn moeder (61) en zes maanden later ons vader (64) stierven in het jaar 1961.”

Toen in 1963 haar zus trouwde, werd zijn naar huis gesommeerd. “Tot die tijd was ik bij familie in Cordes aan de slag geweest. We trokken er naar toe om ons Frans te leren en hielpen er op de boerderij. In een prachtig dorpje tussen Doornik en Ronse, maar er woonden nog geen 200 mensen.”

Margrietje, die ook altijd kon en nog kan rekenen op de steun van de familie, begon aan haar bestaan als cafébazin en is nu ruim zes decennia later nog bezig. “En zolang de gezondheid het toelaat, ga ik verder.”

Uiteraard is er in al die jaren veel veranderd. “Vóór de kerk uitbrandde, was dat hier een enorm sterk café. Maar daarna werden de diensten vijf jaar in een noodkerk gehouden. Mijn vader is ook altijd hard blijven werken, hij handelde in kolen, voerde bloem rond, we hadden een paard en een koets, enkele koeien die we vanuit het centrum naar de wei moesten begeleiden,… Daar heb ik ook aan geholpen.”

De laatste telg

Er waren ook 12 mondjes te voeden in het gezin. “Maar er zit bijna 20 jaar tussen de oudste en de jongste, mijn moeder is de helft van haar volwassen leven in verwachting geweest. We sliepen per twee in bed met soms tot zes per kamer. Maar omdat de oudsten al snel ook ergens gingen werken, waren we zelden allemaal tegelijk thuis.”

Toch hangt de familie erg goed aan elkaar. “Nu nog hoor, de kleinkinderen komen hier al helpen. Maar er is er hier nog nooit eentje geweest die aangeboden heeft het café over te nemen. Ik heb het eerlijk gezegd ook aan niemand gevraagd. Maar ik word hier dus allicht de laatste.”

Er werden in het Oud Gemeentehuis vroeger ook (rouw)maaltijden gegeven, het was ook de thuishaven van verenigingen, fungeerde als lokaal voor de boeren,… Nu nog zijn de Winkelse Trappers er tijdens het fietsseizoen kind aan huis. “Ze kunnen hier binnen aan de poort langs de zijkant om in te schrijven. Iedere zondagmorgen wuif ik ze letterlijk uit als ze vertrekken. Maar ze helpen me ook hoor. Als ze na hun rit arriveren dan nemen ze zelf de bestelling op en dragen die ook naar buiten. In de zomer zetten ze zelf een terras uit een ruimen dat ook op. Zelf tracht ik niet meer in de kelder te gaan, ik heb ook hulp bij het vullen van de frigo’s.”

Pintje voor 1,90 euro

Het café is op woensdag gesloten, de anderen dagen open vanaf 10 uur tot 12.30 uur, op zaterdag, zondag en maandag tot 13 uur. “Dat volstaat. Ik zou het ook niet kunnen missen. Tijdens corona kreeg ik het. Mijn bloeddruk stond toen ook telkens hoog. Ik doe het vooral voor het sociaal contact. Ik zie mijn klanten graag en zij zien mij graag. Ze willen ook niet dat ik stop. Nu zijn het vooral vaste klanten die komen. Vroeger had je nog de voyageurs die hier hun boterhammen kwamen op eten, of als er werken in de straat waren dan sprongen die mannen binnen over de middag om in een half uur tijd meerdere pintjes te drinken. Maar dat mag allemaal niet meer en is allemaal verleden tijd. Tot 1995 stond hier ook een bezinepomp voor de deur, die moesten we ook bedienen.”

Moeilijkheden om de klanten op tijd naar huis te krijgen, daar heeft Margrietje een truc voor die al jaren mee gaat. “De klok loopt hier al al die jaren tien minuten voor. Zo zijn ze zeker op tijd thuis”, lacht ze.

Een pintje kost 1,90 euro. “We zijn allicht het goedkoopste café in de wijde omgeving. De klanten drinken ook wel een streekbiertje, maar veel soorten haal ik niet meer in huis. Ze moeten allemaal in de frigo kunnen en je moet plaats hebben voor de bijhorende glazen. We doen gewoon verder zoals we bezig zijn. Mijn klanten zeggen dat ik 100 jaar zal worden, we zullen wel zien.”

Volgende week: Sport’o’Bello in Moorslede