“Er bestaat risico op elektrocutie”: basketbalvereniging klaagt penibele toestand van sporthal Den Akker in Beernem aan

In een open brief klaagt basketbalclub Bevers Oedelem de penibele toestand van sporthal Den Akker in Oedelem aan. Het gebouw is al langer in slechte staat en daardoor mist de club naar eigen zeggen cruciale inkomsten.

Basketbalvereniging Bevers Oedelem is na een aantal moeilijke jaren aan een ferme opmars bezig. De laatste jaren groeide het aantal leden en kwam er opnieuw een jeugdwerking. Daarnaast is er sinds kort een damesploeg die vorig seizoen bovendien kampioen werd en mag promoveren naar het landelijke niveau. Toch kent de club een aantal uitdagingen die de verdere groei naar eigen zeggen belemmeren. De vereniging kan de bar van het gebouw niet gebruiken omdat er door waterinsijpeling via het dak een risico op elektrocutie bestaat. Bovendien is er volgens de schrijvers van de brief te weinig accomodatie voor meerdere verenigingen. Huidig burgemeester Jos Sypré toont begrip voor de grieven van de club en belooft snel een tijdelijke oplossing. Op termijn moet het gebouw een grondige renovatie krijgen.

“Hopelijk luistert de gemeente naar onze noden”

Het dak van sporthal Den Akker, de thuisbasis van Basketbalclub Bevers, is in zeer slechte staat. Naast de basketters gebruikt VVC Beernem er de accommodatie en onder meer gemeenteraadslid Lode Vanneste (N-VA) trok eerder al aan de alarmbel. Ook uitbater Farys maakte al melding van de problemen met het dak. “We begrijpen volledig dat de veiligheid van alle gebruikers voorop staat en dat het probleem aangepakt moet worden. Maar de noodbar waarin de gemeente heeft voorzien, blijkt voor ons verre van ideaal en de situatie sleept al te lang aan. De bar is voor ons niet alleen een plaats van samenkomen en gezelligheid, we noemen het de fifth quarter, het is ook een cruciale bron van inkomsten”, klinkt het in de brief.

Stijgende kosten

De club kampt naar eigen zeggen met stijgende kosten voor onder meer de huur van de sporthal, verzekeringen, vergoedingen voor coaches en scheidsrechters, en dat terwijl de belangrijkste bron van inkomsten gedeeltelijk wegvalt. “Bovendien is de huidige bar ongezellig en onpraktisch. De koelkasten koelen niet voldoende, er staat alleen een armoedig tafeltje tegen de muur. Het zijn noodoplossingen, maar die kunnen niet langer volstaan. Het gebrek aan sfeer zorgt ervoor dat mensen minder lang blijven hangen, wat leidt tot een daling van onze inkomsten.”

Kleedkamers

Daarnaast zijn er in de sporthal te weinig kleedkamers. Op matchdagen kan de club drie kleedkamers gebruiken, terwijl er vier ruimtes nodig zijn. “We zien ook dat veel politieke partijen het tijdens de campagne over deze sporthal hadden. Maar we maken ons zorgen over de tijdelijke oplossingen die tijdens de werkzaamheden worden geboden en hopen dat er met ons wordt gecommuniceerd. Een verhuis naar Drogenbrood is niet geschikt voor onze werking. Ondanks de ruimte is het er moeilijk om met twee ploegen tegelijk te trainen. De gordijnen hangen op de lijnen, en de afstand tussen het veld en de supporters is te groot. Hopelijk gaat men met ons in dialoog om te luisteren naar onze noden”, klinkt het.

Door de groei van de laatste jaren is er volgens de club een nakend tekort aan accommodatie voor meerdere afdelingen. “We willen starten met een U18-ploeg, maar we botsen nu al op onze limieten”, klinkt het. “Basket Oedelem wil zijn gemeenschap blijven verbinden en zijn leden een warme, aangename omgeving bieden, maar daar hebben we de juiste faciliteiten en ondersteuning voor nodig.”

Prioriteit

Huidig burgemeester Jos Sypré (CD&V) reageert: “De laatste jaren hebben we een aantal noodoplossingen gevonden, maar die waren slechts tijdelijk. Ik ga graag in dialoog met de club en hoop dat we er op een positieve manier uitraken. Op korte termijn kunnen we misschien evolueren naar een werking waarbij trainingsmatchen uitwijken naar Drogenbrood. Op middellange termijn dringt een grondige renovatie zich op. Dit gebouw dateert van 1976, we moeten investeren om het open te houden. Daarom namen we Den Akker op in onze vastgoedstrategie voor negentig gemeentelijke gebouwen in de toekomst. Dit gebouw moet met prioriteit aangepakt worden, oplappen zal deze keer niet volstaan.”