Vereecke Bakery Products boogt op ruim 100 jaar traditie: “Blij dat we met onze zonen samenwerken”

Vier op een rij: vader Frank Vereecke, moeder Millicent Demyttenaere, en zonen Gilles en Vic. (foto MC)
Rémi Bruggeman
Rémi Bruggeman Medewerker KW

Het familiebedrijf Vereecke Bakery Products voorziet sinds 1905 bakkerijen, chocolatiers, horecazaken en dies meer in West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Henegouwen van bakkerijproducten. Vader Frank Vereecke, moeder Millicent Demyttenaere en zonen Vic en Gilles willen de komende jaren uitbreiden naar Noord-Frankrijk. Dat vergt een goede samenwerking, en dat lukt aardig: “Ruziemaken zit niet in ons karakter.”

Zondag vieren we voor het eerst de Dag van de bakker, een initiatief van onze zusterkrant De Zondag. Jullie leveren alles wat een bakker nodig kan hebben. Brandde het dan nooit om zelf ook te bakken?

Frank: “Ik ben een bakkerszoon. Ik groeide op in de bakkerij van mijn ouders, in de Barakken, en werkte in de vakanties als bakker. Ik was al van jongs af aan aanwezig in de bakkerswereld, maar ik heb voor industrieel ingenieur gestudeerd. Daarna deed ik een jaar legerdienst en solliciteerde ik onder andere bij Callebaut, maar het was toen een andere tijd: ingenieurs waren nog niet zo gewild als nu. Ik kende wel Jules Vandenbulcke, een leverancier van mijn vader. Op een bakkersfeest vertelde hij me dat hij iemand zocht om zijn zaak over te nemen, en ik dacht dat dat wel iets voor mij zou zijn. Op mijn tweeëntwintigste werd ik zo eigenaar van het bedrijf. Dat ik bakker zou worden, zat er niet in. Het is een wrede stiel. Je moet dat echt zien zitten. Gelukkig voor mijn pa werden mijn twee broers bakker.”

Het aantal bakkers daalt elk jaar gestaag. Tegenwoordig kun je ook alles wat je bij de bakker koopt, inslaan in de supermarkt. Leveren jullie dan ook aan supermarkten? En hoe bekijken jullie die evolutie?

Frank: “We leveren aan 884 zaken, verspreid over West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Henegouwen en een deel van Noord-Frankrijk. Oorspronkelijk leverde dit bedrijf, toen het nog in handen was van de Menense zusters Goudron, enkel aan bakkers, maar tegenwoordig leveren we ook aan chocolatiers, imkers, boeren en nog zoveel meer. De leveranciers voor de supermarkten behoren ook tot onze klanten. We leveren dus eigenlijk zowel aan de kleine als aan de grote spelers.”

“We leveren aan 884 zaken, zowel aan grote als aan kleine spelers”

Vic: “Kijk, als er meer bakkerijen zijn, betekent dat dat er ook meer diversiteit is in het aanbod. Elke bakker maakt z’n brood op een andere manier, en het is ergens wel jammer dat er zoveel verdwijnen. In Menen, bijvoorbeeld, zijn er de laatste jaren wel een aantal mee gestopt.”

Gilles: “Er zijn er ook veel die gewoon geen overnemer vinden. Je moet het tegenwoordig als jonge gast wel zien zitten, om elke nacht zo vroeg op te staan en je eigen bakkerij te runnen.”

Het zondagse ontbijt is in veel gezinnen een traditie: vader gaat ‘s ochtends naar de bakker, en dan ontbijt het hele gezin gezellig samen. Is dat iets wat bij jullie ook gebeurde, ondanks de drukke agenda?

Frank: “Ja, we proberen de zaterdag en zondag wel echt vrij te houden voor ons sociaal leven. We zijn dan ook niet open met ons bedrijf.”

Vic: “Het enige verschil is dat het bij ons niet papa, maar mama was die om koffiekoeken ging! (lacht)

Ik zie een trotse vader met twee van z’n drie zonen. Hoe zijn jullie in het bedrijf gerold?

Gilles: “Na mijn middelbaar in het Sint-Aloysiuscollege in Menen heb ik communicatiemanagement gestudeerd. Daarna ging ik werken bij de pensioendienst. Ik had vóór mijn studies eigenlijk nooit echt stilgestaan bij wat ik wou doen, en besefte na een jaar op die dienst dat dat niets voor mij was. Toen kreeg ik de kans om de klanten van een eenmanszaak in het Brugse over te nemen. Ik stapte in het bedrijf van mijn vader en werkte ons klantenbestand in Brugge uit. Ik was 25. Pa heeft me nooit geforceerd. Hij wierp weleens een visje, maar het was mijn eigen keuze, en ik amuseer me nog altijd. Ik ben veel op baan met de camion, en geniet daar wel echt van.”

Vic: “Ook ik wist niet wat ik zou doen als job, dus ging ik na mijn middelbaar in het college van Menen voor een master in de economische wetenschappen, aan de Kulak en later in Leuven. Daarna studeerde ik nog een master in de journalistiek, aan de VUB. Ik deed in die periode stage bij De Tijd, maar kort daarna vertelde papa dat hij nog iemand zocht om in de bureau te werken. Ik nam het aanbod aan. Dat is zo’n vier jaar geleden, en ik heb geen spijt van.”

Frank: “Ik ben heel blij dat ik zo kan samenwerken met mijn zonen. Van ruzies is hier geen sprake, dat zit niet in ons karakter. Ja, er is wel eens een discussie of onenigheid, maar we kunnen dat altijd goed oplossen. Mijn vrouw Millicent Demyttenaere werkt hier trouwens ook. Ze doet de administratie en het contact met de klanten. Mijn jongste zoon zit nog in het middelbaar, maar wie weet komt hij hier ook terecht, al zal ik dat niet forceren.”

Kunnen jullie wel worden omschreven als een Meens familiebedrijf? Wat is jullie band met de Wieltjesstad?

Frank: “Ons middelbaar in het Sint-Aloysiuscollege, om te beginnen. We hebben zes jaar in Bissegem gewoond, maar dat was omdat Jules Vandenbulcke het bedrijf daar destijds had gevestigd. De roots van het bedrijf liggen trouwens in Menen, met de oprichting ervan in 1905 door de zusters Goudron. Mijn sociaal leven speelt zich af in Menen, en ik heb al de triatlon van Menen, SK Menen en de Lauwse basketbalclub gesponsord.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier