Torhoutse brandweerman ‘nonkel Jean’ hangt zijn jas aan de haak: “Ik zal het korps missen”

’Nonkeltje’ Jean Delbaere uit Torhout hangt op zijn 68ste verjaardag zijn brandweerjas aan de haak. © Johan Sabbe
Johan Sabbe

Op maandag 22 juli, zijn 68ste verjaardag, zet Jean Delbaere een punt achter zijn brandweercarrière. Daarmee gaat het oudste lid van het Torhoutse korps met pensioen. ‘Nonkeltje’, zoals hij algemeen genoemd wordt, zal de pompiers hard missen, maar omgekeerd zal ook de brandweer het zonder het noeste werk van nonkel Jean moeten rooien.

Jean woont met zijn vrouw Rita Desmet (65) in de Nijlstraat op de wijk Torhout-Oost. Ze hebben twee dochters, Charlotte (44) en Liselotte (41), en een kleinzoon, Mattis (14). Jean is schoenmaker van opleiding, een beroep dat hij vanaf 1975 heeft uitgeoefend. Vele jaren heeft hij samen met Rita op de Burg in Torhout een zaak in schoenherstellingen en lederwaren gerund. Tot medio 2019.

Het leed van je afzetten

Eind 1989 is Jean tot de Torhoutse brandweer toegetreden. Hij zou altijd gewone pion blijven. “Ik heb nooit de ambitie gehad om examens af te leggen en een graad te behalen”, zegt hij.

In 1990 werd hij als effectieve brandweerman lid van de toenmalige SNIP, de Snelle Interventie Ploeg. Dat team rukte uit bij ernstige verkeersongevallen. En daar waren er in de jaren negentig veel van. “Ik kreeg als beginnende pompier meteen te maken met zwaargewonden en dodelijke slachtoffers. Dat was heel confronterend. Pas na een tijdje slaagde ik erin om het menselijke leed van me af te zetten. Je moet leren je emoties de baas te kunnen, anders hou je het niet vol.”

“Je moet leren je emoties de baas te kunnen, anders hou je het niet vol”

“De SNIP was de ideale voorbereiding op wat ik vanaf maart 1994 naast het gewone brandweerwerk deed, met name ambulancedienst. Er waren manschappen nodig die bij een oproep snel konden uitrijden. Als zelfstandige in de eigen stad was ik er de geknipte man voor. Als ik dringend met de ambulance weg moest, bleef Rita alleen in onze zaak achter en nam de bezigheden in de winkel volledig op zich. Zij toonde altijd begrip. Ik ben haar daar bijzonder dankbaar voor.”

De kantine is van belang

Eind januari 2018 is Jean na bijna 24 jaar met het ambulancewerk gestopt. Hij zag het niet meer zitten om elk jaar 24 uur vorming te volgen. “Ik ben wel bij de brandweer gebleven en stond de laatste jaren vooral in voor de logistiek. Met de voertuigen naar de keuring gaan, ze voltanken, ze voor het onderhoud naar Oostende of Brugge brengen, de wagens wassen, enzovoort. Klussen die op het eerste gezicht niet aantrekkelijk lijken voor een brandweerman, maar die noodzakelijk zijn. En die ik tot op vandaag graag heb gedaan. Ik ben voorts dikwijls naar Menen gereden om er bij het recyclagebedrijf Galloo autowrakken te halen, ook voor andere korpsen uit onze Hulpverleningszone 1. Die wrakken worden gebruikt om op te oefenen.”

“Ik ben en blijf lid van de Vriendenkring van onze Torhoutse brandweer en treed straks toe tot de Snab’ers, de Senioren Nablussers. Eenmaal per maand, op vrijdagavond, ben ik barman in de kantine van de brandweerkazerne. Die kantine is elke vrijdagavond en zondagvoormiddag toegankelijk. De bar moet zeker blijven, want door samen iets te drinken, smeed je hechte banden in het korps. Plus: na een zware interventie kun je in de kantine even stoom afblazen. Dat is veel belangrijker dan het lijkt. Als we aan de toog een pintje pakken of een frisdrank drinken, zeg ik steevast: is da nie gjistig…” (lacht)

‘s Nachts eieren met frieten

Jean heeft de oudere generatie zien vertrekken bij de brandweer en de jongere aankomen. “Ik denk te mogen zeggen dat ik met iedereen goed heb kunnen opschieten. Ik heb alvast geprobeerd om altijd mijn best te doen. Zo heb ik zowat alle oefeningen trouw bijgewoond. Ik heb er zelden gemist. Vaak was het hard labeur en als zelfstandige de tijd weer inhalen die je aan de brandweer besteed had. Maar ik heb er enorm veel voor teruggekregen. Ik heb heel wat vriendschap in het korps ervaren. Waar is de tijd dat we na late interventies thuis bij Luc Rommelaere nog eieren met frieten gingen eten? (lacht) Die maakte Lucs vrouw Frieda dan voor ons klaar. Ze bleef namelijk altijd op als Luc voor de brandweer de deur uit was, ook in het holst van de nacht.”

“Hoe ik straks mijn vrije tijd zal invullen? Daar heb ik nog niet bij stilgestaan. Ik zal het korps missen, dat is zeker. Maar een mens kan niet eeuwig blijven doorgaan. Het is welletjes geweest.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier