Topbakker Niek Bossaert verloor zijn vrouw: “Sara heeft een beter mens van mij gemaakt”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Een zeldzame zomerse lentedag en prompt zitten de terrasje op Heuleplaats afgeladen vol. Je kan nooit met zekerheid van iemands gezicht aflezen wie of wat iemand is, maar de pose van de man met het zonnige gelaat en dito bril, schreeuwt uit dat hij een ondernemer is. Zo strak zit hij in zijn pak, dat het niet anders kan of het is op maat gemaakt. “Ja, graag”, zegt hij op de vraag of hij wil praten. Geen spoor van twijfel. “Laten we even het hoekje om gaan”, wijs ik naar het donkere gebouw op de hoek van het plein. Niet beseffend dat hij de Niek Bossaert is wiens naam tegen de gevel hangt. Een naam als een klok, in de Tinekesgemeente en ver daarbuiten.

Hij blijkt een banketbakker te zijn. Maar geen gewone. Ook al zat hij nooit aan de bakkersschool, hij miste op jonge leeftijd nipt de wereldtitel banketbakken, en startte na veel omzwervingen met een bakkerij met zo’n allure dat hij niet meer kan bijhouden hoe vaak de vraag is gesteld of Heule intussen niet te klein is voor zo’n zaak. Maar Niek is verknocht aan Heule.

Het leven is een cadeau

“Heule is in al zijn facetten een feestgemeente. Ik noem dat hier de Bermudadriehoek, op de Plaats. Eens je erin zit, kan je er niet meer uit. Kijk naar mij, ik kom uit Ieper, maar ik ben hier ook nooit meer weg geraakt. Ik ben supertrots om Heulenaar te zijn, om Kortrijkzaan te zijn. Ik zou eigenlijk niet meer willen verhuizen. Veel mensen zeggen: er is hier niet veel te doen. Maar als je openstaat voor het sociale, als je graag mensen ziet, dan kan je nergens beter zijn dan in Heule. En als je er constant voor gaat, dan zal men je uiteindelijk wel vinden, waar je ook gevestigd bent.” Zijn bakkerij staat zelfs vermeld in Gault&Millau. Begrijpelijk dat hij, zoals hij zegt, wel eens mensen van Waregem, Roeselare en zelfs Gent over de vloer krijgt. Zo volgt bijna als vanzelf de vraag: “Ben jij een gelukkig man?” Hij zet zijn zonnebril af en ook de zonnigheid trekt even weg van zijn gelaat. “Ik ben ervan overtuigd dat je nooit gelukkig kunt zijn als je te hard naar geluk zoekt“, zegt hij.

Topbakker Niek Bossaert verloor zijn vrouw:

“Voor mij is het leven één cadeau. Maar als je het pakje niet opent, ga je het cadeau ook niet vinden. Ik heb één en ander meegemaakt dat mijn leven helemaal ondersteboven gehaald heeft. Vorig jaar heb ik mijn vrouwtje verloren na een lange tijd van kanker. Maar ze zou niet graag gehad hebben dat ik hier zat te kniezen en te treuren. Het gemis doet nog altijd pijn, heel veel pijn. Ik heb er nog alle dagen spijt van dat ze er niet meer is. Maar ik laat me omringen door positieve mensen. En zo word je zelf ook positief.”

Een achtjarige strijd

Hij geeft toe dat er tussen woorden en daden nog een hele kloof zit. “Ik geef toe dat ik in mijn bed ook nog vaak lig te huilen. Als niemand het ziet. Maar ik huil ook als mensen het wel zien. En dat is mijn sterkte. Veel mensen vinden het een zwakte, dat je je emotioneel opstelt. Maar voor mij is dat een sterkte. Als je dat kan, bij de mensen bij wie je je goed voelt, dat verlicht. Dat lucht op. En natuurlijk, mijn dochter Ella is er ook nog altijd. In augustus wordt ze 12. Ik ga eerlijk toegeven, mocht ik haar niet gehad hebben, zou het misschien een ander verhaal geweest zijn. Als het erop aankomt, zijn wij de enige twee die mekaar echt verstaan. Maar we zijn niet alleen. Echte maten, die zie je niet. En weet je waarom niet? Omdat ze achter je staan. Misschien verstaan ze je niet altijd. En dat moet ook niet altijd. Zolang je maar bij hen terechtkan. Ik heb het geluk dat ik zulke mensen heb. Soms besef ik dat te weinig.”

Topbakker Niek Bossaert verloor zijn vrouw:

Zijn dochter heeft haar moeder nooit echt gezond gekend. Want het is een lange strijd geweest. “Acht jaar heeft het geduurd. Het was leven in een rollercoaster. In 2010 hadden ze Sara al opgegeven. ‘Nog twee weken, maximaal twee maanden’, kregen we te horen. We zeiden: ‘We gaan het positief opnemen, we gaan er misschien nog zes maanden van kunnen maken. En we gaan alles doen wat we kunnen.’ En dat hebben we ook gedaan. Maar dat moment kwam maar niet. In je hoofd wordt het een gekkenhuis. Omdat je die onverdraaglijke gedachten een plaats moet trachten te geven. We hebben uiteindelijk nog acht jaar gekregen. Over de laatste twee jaar moeten we eigenlijk niet praten, omdat die onmenselijk waren. Je wenst je ergste vijand de pijnen niet toe die Sara heeft geleden. Maar die jaren hebben we wel nog gehad. We hebben alles kunnen zeggen. Daardoor sta ik hier vandaag zonder wroeging. Ik heb meer gedaan dan ik kon. Dat heeft ze me ook gezegd, de laatste dag voor ze ging. Dat is het mooiste cadeau dat ze me heeft achtergelaten. Naast mijn dochter natuurlijk. Want ze blijft voortleven in mijn dochter. Ella heeft het karakter mee van haar mama. Niet altijd gemakkelijk. Maar liever zo. Het is maar hoe je het bekijkt. Veel mensen kijken altijd naar wat niet is. Kijk alsjeblieft naar wat er wel is.”

Geloof in het positieve

Sara Dewaele was niet alleen zijn lieftallige vrouw, ze was ook “50 procent van mijn zaak”, zegt hij. “Zij verkocht wat ik creëerde. Zij was ook een deel van Heule, mensen kwamen ook voor Sara. Haar geest blijft hier hangen. Zonder dat ze er nog is. Chapeau voor de mensen die nu in haar plaats doen wat zij deed. Maar het is anders. En je moet je daarbij neerleggen. Als ik iedere dag zou opstaan, denkend aan de tegenslagen die ik heb gehad, dan kom ik geen stap verder. Mijn geluk, ik ga eerlijk zijn, zit ook voor een groot stuk in Heule. Omdat ik mijn creativiteit nog altijd kwijt kan en dat de mensen dat appreciëren. Ze zeggen dat tegenwoordig ook al een keer. En dat doet deugd. Veel mensen zijn het niet gewoon om eens een complimentje te geven. Het is altijd gemakkelijk om iets of iemand af te breken. Om te klagen over wat er niet gaat. Maar als je een goed woord voor iemand over hebt, dan krijg je dat terug. Ik geloof in niets meer, maar dat geloof ik wel nog. In het positivisme van mensen en in de kracht van mijn dochter. Dat heeft ook te maken met de veerkracht van een kind. We lachen veel samen. En wij niet alleen. Er wordt hier iedere dag gelachen in mijn atelier. En als het saai is, dan maken we dat het niet saai is. Ik moedig de mensen hier aan om af en toe eens onnozel te doen. ‘Een keer zot doen om het niet te worden’, zeg ik altijd. We doen het allemaal veel te weinig, maar je kunt het niet genoeg zeggen. Het leven is zo al veel te serieus.”

Het beste komt nog

Dapper dat je het een jaar na de dood van je vrouw, zo kunt bekijken, zeg ik hem. En feliciteer hem. “Weet je, Sara is er niet meer”, reageert hij. “Maar ze leeft verder in vele mensen, maar vooral in mij. Ze heeft een ander, een beter mens van me gemaakt. Ik was vroeger veel te serieus en veel te gefocust. Mijn gedrevenheid is dezelfde gebleven, maar de manier waarop ik het doe, is helemaal veranderd. Ik ben er gelukkiger door geworden. En dat was je vraag: ben ik een gelukkig mens? Ja. Het beste moet nog komen. En ik meen dat ook. Ik weet dat ik niet alleen ben.”