Top 5: Wat een mens opbeurt

Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Frank Buyse (60) zit óók thuis, maar gaat elke dag op zoek naar wat zon in donkere coronatijden. En deelt die graag. Wat hoop en humor, elke dag een vitamientje.

Vandaag nog even getwijfeld of ik me wel of niet zou scheren. Waarom zou ik, ik kom toch niet uit mijn kot? Maar dan denk ik aan de kapsalons die wel mochten open blijven. Onder het motto: een schone mise en plis geeft de propere mens weer wat moed. Niet verslonzen dus, de komende weken zullen steeds lastiger worden, dan helpt het als je in de spiegel nog een fris, schoon mens ziet.

Wat ook helpt, blijven de kinderpsychologen – en mijn vrouw vindt me nog vaak een kind – zeggen: een structuur. En ik had plannen. Dag 1 Lopen + 1 glas wijn, Dag 2 Wandelen + chocolade… Maar die moeten even wachten, nog tijd zat. Mijn kluslijstje ook. Dat moet eerst even geordend worden. Tijd zat.

En ze overdrijven met hun rolmodellen. Gisteren was het tuinier Kompany, vandaag is het huisman Wout Van Aert. De arme toprenner heeft in zijn kot nog maar net zijn vrouw willen helpen door een dweiltje te slaan of hij wordt al publiekelijk uitgelachen door zijn Sarah: hij wist niet eens de dweil liggen! Zoiets. Ik wil het niet geweten hebben dat iedereen zou weten dat het enige klusje wat ik hier al heb moeten doen, een nieuwe lamp indraaien in het toilet, geëindigd is met lampscherven op de grond.

Neen, dan liever een lijstje met een top vijf Wat Een Mens Opbeurt.

1. 0 besmettingen in China + “We hebben het virus bij het nekvel” (viroloog Steven van Gucht) = kunnen rekenen en hopen: nog maar een week of vier misschien in ons kot. Nog maar een maand of twee en misschien een wat normaler leven. Nog maar een maand of zes en ‘t is voorbij, die rare zomer. Al een beetje een eind zien, geeft moed. Dát zal een volksfeest zijn.

2. De golf van solidariteit. In de warmste Krant van West-Vlaanderen, vanochtend in de bus. En in uw krantenwinkel. En vanavond op balkons en aan huisdeuren, onder meer. Mijn vrouw twijfelde. “Ik ga toch niet voor mezelf applaudisseren?” Het is nauwelijks een parttime job, het is haar roeping, thuisverpleging. In alle bescheidenheid. Elke ochtend ze vertrekt, mondmaskertje klaar, ben ik apetrots. Dan sta ik maar alleen in de voordeur vanavond. Of neen, ik ga een lamp proberen in te draaien.

3. Ik ben zelfs apetrots op mijn schoonmoeder. Had ik geen coronacrisis voor nodig, maar zoals oma, al een hele week alleen in haar flatje, gisteren plots belde: “Ik wil je nog eens speciaal bedanken voor de bloemen. Ik kijk er elke dag naar. Maar ge moogt nog steeds niet komen hoor, zijt maar voorzichtig.” Zo schattig.

4. Mijn zoon had in zijn hele leven echt nog geen ei gebakken en plots stond Robbert hier op de stoep met een pot aspergesoep. En toonde hij, op 1,5 meter afstand, blinkend van trots een foto van een pot met balletjes in tomatensaus. VOOR 20 MAN! “Allez, voor een madammeke dat kinderen opvangt.” Madammeke ongetwijfeld gelukkig, voadre trots. Mijn zoon staat in de keuken al verder dan ik ooit geraakt ben. Dat zijn roommate een technisch werkloze kok is, is in deze maar een detail.

5. Maar mijn vrienden overdrijven met hun solidariteit. Ze lazen dat ik weer wat ben begonnen lopen. Ik bekende: nauwelijks een kilometer of drie. Fille WhatsAppte : Maandag 16 kilometer, Donderdag 11 kilometer… Waarop Luts: Wees solidair Filip en schenk wat kilometers aan Buyse. Ontroerend toch? Of lachen ze mij uit?

NB. Echt ontroerend: You Never Walk Alone vanochtend op 182 Europese radiozenders tegelijk, in 30 landen. Bij de versie van Astrid Stockman heb ik gebleit. “Wat gebeurt toch met de wereld…?” Gebleit als een klein kind. Mijn vrouw heeft gelijk. Maar we houden ons aan het gras. Hou je!