Thomas D’Halluin kijkt met kritisch oog naar Kortrijk”Nood aan plaats voor kleur in wereld van grijs beton”
De verlaagde Leieboorden oefenen een aantrekkingskracht uit op heel wat mensen die er komen ontspannen en genieten van het weer. Kortrijkzaan Thomas ‘soft’ D’Halluin (30) rekent zichzelf bij die mensen en vindt er inspiratie voor zijn kunstwerken en zijn muziek. Toch kijkt deze artiest ook met een kritisch oog naar zijn eigen stad. “We hebben dringend meer nood aan plaats voor kleur in deze wereld van grijs beton” klinkt het onomwonden.
Wie met Thomas praat, begrijpt al snel dat hij niet het type persoon is die zich simpelweg in een hokje laat plaatsen. “Ik ben graag creatief bezig en dit mag je ruim zien, erg ruim zelfs. Het is een wereld waar ik me op mijn plaats voel en waar ik ook daadwerkelijk mezelf kan zijn. Ik creëerde er mijn eigen identiteit, mijn eigen persoonlijkheid en ben nooit gestopt met evolueren.”
Zijn eerste stappen in de wereld van kunst, meer bepaald streetart, zette hij reeds jaren terug al is hij nooit zijn drijfveer verloren. “Ik was nog jong toen ik voor het eerst een spuitbus in mijn handen nam. Graffiti was zwak in Kortrijk, erg zwak en ik wilde daar zelf verandering in brengen. Met zwak bedoel ik niet dat er geen talent was of is, want dat is er met bakken. Er was gewoon geen plaats voor streetart. Het was een activiteit die bijna automatisch in de illegaliteit werd geduwd omdat we nergens aan de slag konden.”
Kunst op een muur
“Vreemd eigenlijk dat ze ons altijd als vandalen bekeken, terwijl we toch een bepaalde erecode hebben. Zelfs in de underground wereld van graffiti hebben we bepaalde spelregels die we volgen. Een ervan is dat we geen privé eigendommen gaan beschadigen, zo simpel is het. Toch verliep het contact met de stadsdiensten hierover erg stroef en helaas is het nog altijd een beetje zo. We worden wel vaker gevraagd om bij mensen thuis een stuk kunst op een muur te gaan zetten maar in eigen stad is dat erg moeilijk tot zelfs onmogelijk.”
De weerstand die vanuit het bestuur komt, heeft dan weer weinig tot geen invloed op de motivatie van ‘soft’.
“Ja, die bijnaam ‘soft’ is iets waar ik 15 jaar geleden zelf ben opgekomen. Het was eenvoudig en ik vond het passend, meer moet je daar niet achter gaan zoeken. Ondertussen kennen de mensen mij ook allemaal onder die naam en zijn er maar weinig die nog mijn echte naam gebruiken. Het is ook onder die naam dat jongeren me kennen.”
“Ik probeer me zoveel mogelijk te engageren om jong en creatief talent in goede banen te leiden. Dit doe ik soms individueel maar ook vaak via workshops zoals die lessen die in ‘De Stroate’ worden gegeven. Je zit dan voor een groep jongeren die allemaal borrelen van de energie en vaak haal je rastalent er meteen uit. Helaas kunnen zij zich ook vaak niet genoeg gaan ontwikkelen want, waar moet je aan de slag? Het zou zo waanzinnig zijn mochten we ooit te horen krijgen dat we ergens, volledig legaal, onder een brug aan de slag kunnen of op een stuk brute muur van een pand middenin het centrum.”
“Je kan in Kortrijk niet ontkennen dat er heel wat leegstand is. Toch is het vaak vechten tegen de bierkaai en stoten we bijna resoluut op een njet als we de vraag stellen. Hoe wil je dan dat we datzelfde talent gaan voeden, kneden als het ware? Het mag nergens dus bestaan er slechts twee opties: stoppen of toch ergens illegaal aan de slag gaan.”
Toch kijkt de Kortrijkzaan positief richting toekomst al blijft hij kritisch. “Er zijn al verschillende initiatieven gestart geweest om streetart te promoten en samen met De Stroate kregen we ook al wat stukjes muur ter beschikking. Toch lijkt dat voor mij nog steeds niet voldoende, willen we het volledige potentieel van de stad gaan aanboren. Kortrijk gaat er prat op dat het een stad is waar cultuur centraal staat maar de rompslomp om iets aan te vragen, is vaak een dooddoener. Kortrijk bulkt van het talent, geef hen dan ook de mogelijkheid dat te gaan ontwikkelen.”
Hiphop en rap
Naast graffiti is ‘Soft’ ook vaak bezig met muziek. “Het is mijn tweede uitlaatklep”, klinkt het. “Op een dag besloot ik, samen met twee vrienden, om ons aan hiphop en rap te wagen. Een iemand begon te beatboxen en dan moesten we over een bepaald onderwerp gaan ‘freestylen’. Teksten ter plaatse uitvinden en proberen die op het ritme van de muziek te brengen. Na een eindje merkte ik al snel dat ik dan wel veel te zeggen had, maar tijdens het zingen had ik dan weer helemaal niets te zeggen. Mijn drive vond ik meer in het maken van muziek en van de beats, waardoor anderen dan weer een basis hebben om op te gaan rappen.”
“De stijlen waarin ik me uitleef zijn erg uiteenlopend. Zo kan ik vandaag bezig zijn met de meer traditionele hiphop terwijl ik morgen perfect wat beats uit het drum & bass segment kan gaan maken. Muziek is iets wat je moet voelen en je stemt het geheel daar ook op af. Wie zich niet goed voelt, legt een plaat op waardoor hij of zij zich beter gaat voelen. Als je weet op welke muziek je emotioneel gaat reageren en je slaagt erin die muziek zelf te maken, dan kan iedereen opnieuw gelukkig worden.”
Leven in het nu
Op de vraag waar Thomas zichzelf binnen hier en tien jaar ziet, reageert hij even filosofisch als voorheen. “Dat is een vraag die je me eigenlijk binnen tien jaar nog eens moet stellen. We leven in het nu, vandaag dus. We moeten er vooral voor zorgen dat we ons in het heden zo goed mogelijk kunnen voelen. Voortdurend naar de toekomst kijken is één ding maar soms zou een mens al eens durven vergeten dat de wereld niet blijft stilstaan.”
“Dat is trouwens iets wat mij erg duidelijk is geworden met heel de coronacrisis. Ik werkte een tijdje bij Barco toen het virus wild om zich heen begon te slaan en ik heb dat als een teken ervaren. Een teken dat dit niet was wat ik wilde bereiken, dat dit niet was wat ik wilde doen. Alles waarmee ik bezig was, liet ik vallen, ik kocht me een nieuw digitaal instrument om muziek mee te maken en ik focus me sinds die dag enkel en alleen nog daarop.”
“Of ik mezelf dan zie als een muzikant of toch eerder een kunstenaar? Ik denk dat heel wat kunstenaars bezig zijn met muziek en slechts een handvol muzikanten echt bezig zijn met kunst. Nooit ga je mij zien ijveren om bakken geld te verdienen of om iets te forceren als ik weet dat ik er een euro voor kan krijgen. Wanneer je die stap zet, dan zet je een stap in de richting van het commerciële en ben je absoluut niet meer artistiek bezig.”
“Wie zijn focus enkel op geld zet, kan onmogelijk het uiterste van zichzelf naar boven halen. Je probeert dan enkel te leveren waarvoor je wordt betaald en de stimulans om jezelf te overtreffen ontbreekt. Het is iets wat duidelijk te zien is in deze hype van ‘gangsterrap’. Allemaal stoere jongens die erg ruwe taal spreken en er erg gevaarlijk proberen uit te zien. Stiekem weten we allemaal dat dit enkel een soort van gimmick is. Ze hebben nooit meegemaakt waarover ze zingen, ze gedragen zich alleen zo omdat het goed verkoopt. Ik probeer steeds echt te zijn, mezelf en dat breng ik altijd over door middel van mijn kunst.”
De Kortrijkzaan
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier