Tars Lootens uit Klemskerke brengt nieuwe cd uit voor dubbele verjaardag

Tars Lootens slaat nieuwe weg in met 'verstilde muziek' © AV
Redactie KW

Rond muzikant en componist Tars Lootens is het wat stil geworden. Na decennia is muziek nog steeds zijn tweede huid. Niet voor eigen glorie, maar voor de schittering van de muziek die mensen beroert. Hij wordt op 22 december 65 jaar en viert dan ook 45 jaar op de planken en met een nieuwe cd. “Ik ben trots op die 45 jaren, ik kan terugkijken op een heftige en bijzonder intense loopbaan”

De vele jaren in de muziekscène hebben hun sporen nagelaten. Het gaat wat moeizamer maar de gedrevenheid is er nog steeds. Tars Lootens is nog steeds een bevlogen pianist met een hoofd en hart vol muziek. Hij is de man die bekend werd van het Liegebeest, Meester hij begint weer en van de Kinderacademie op VTM. En uiteraard van zijn 17-jarige nauwe samenwerking met zanger Johan Verminnen.

Voor we het vergeten: hij is ook de man van honderden projecten voor het theater en podium. Drie jaar geleden kwam hij in De Haan wonen en voor ons blikt hij even terug en vooruit.

Herinner je je nog de eerste keer dat je op het podium stond?

“Ja hoor, dat was in Gentbrugge tijdens een jazzfestival. Ik moet toen zowat 18 jaar zijn geweest. Op de affiche prijkte de ‘mighty’ Hammond-player Rhoda Scott: wat een muzikante. Ik was toen zelf drummer van dienst als begeleider van mijn broer Jo, die Hammond Organ speelde, wij waren grote fans van Rhoda en we durfden toen zelfs een paar van haar songs spelen als voorprogramma, zonder te beseffen dat dit een beetje blasé was, jong, onervaren en naïef!”

Wat heeft jou al die decennia gedreven om muziek te maken?

“Muziek was en blijft voor mezelf zowat de belangrijkste communicatievorm om de mensen te beroeren, om mensen te raken. Die muziek heeft mij op veel plaatsen gebracht plaatsen waar ik nooit had gedacht om er te komen. Het begon allemaal vrij organisch. Ik startte mijn hogere studies aan de Academie voor Schone Kunsten en schilderkunst bleek me goed te liggen. Op gebied van tekenen was ik haantje de voorste gedurende de jaren. Al gauw echter kwam ik zoveel musici en theatermakers en acteurs tegen zodat de muziek snel belangrijker werd. Ik was nog jong en kon mijn brood verdienen; dat schiep mogelijkheden. Ik componeer zelf en kan vele genres aan, uitgenomen klassiek. Ik ga voor een grote variatie: dynamisch, ritmisch, lyrisch, romantisch. Ik kan er zelf veel in kwijt. Ik word constant gedreven om te creëren en het feit dat ik mensen kan beroeren schenkt enorme voldoening. Het feit dat het eigen composities zijn maakt het breekbaar maar ook sterk.”

“Blijkbaar slaat mijn muziek bij een bepaald publiek aan, en daar ben ik dankbaar voor”

Je speelde met grote namen, zoals Johan Verminnen, en op grote podia. Hoe kijk je daarop terug?

“Dat klopt, ik werkte met grote artiesten die soms langer of sporadisch beroep op me deden: Salvatore Adamo, Toots Thielemans, Maurice Jarre, Zjef Vannuytzel, Johan Verminnen, Philip Cathérine. Met Johan Verminnen hebben we, vooral als duo, vele theaters plat gespeeld, het waren fantastische dagen. Maar niet te vergeten: ik was ook actief in de kleinkunstwereld, ik was actief in Nederland tot in Canada. Samen met ook privé een paar grote tegenslagen, blijft die breuk met Johan in 1993, na 17 jaar lang fulltime samenwerken, me nog steeds achtervolgen. Maar ik blik trots terug! Ik ben volledig autodidact, heb alles onderweg geleerd. Dat was een geluk want ik heb de theorie en praktijk geschakeld, door goed te luisteren en te kijken.”

Welke projecten/momenten koester je nog steeds?

“Mijn eerste solo-cd: ‘A Touch of Colour’ en de tour langs de culturele centra met ‘Tarsando ma non Troppo’ koester ik heel erg. Het project/concept-cd met alleen maar ‘snaren’, piano, veertien strijkers, contrabas en harp. Dat was meteen ook de succesvolste cd en theatertoer. Ik bracht een 10-tal cd’s op eigen naam uit. Mijn allereerste is achteraf bekeken nog steeds mijn persoonlijke favoriet. Misschien is dat vooral vanwege de emotionele connotatie. De periode, jaren 1988, 1989 waarin de cd tot stand kwam waren bijzondere jaren. Gelijklopend met mijn toenmalig privéleven vind je op die cd een uitzinnig gevoel van algemene liefde en geluk, maar ook veel melancholie en verdriet door verlies.”

Je schreef ook filmmuziek, heb je daar veel plezier aan beleefd of was het vooral hard werken?

“Beide! Filmmuziek is eigenlijk bijna een vak apart, maar ik heb er enorm mee bijgeleerd van mijn toenmalige opdrachtgevers en professioneel. En inderdaad, dat is echt hard werken, maar tegelijk brengt het veel voldoening.”

Wat zijn je plannen voor de toekomst?

“Op dit moment is net mijn nieuwste cd op de markt, ‘Pian-O-ase’ met vooral spirituele muziek. Dit project ligt me na aan het hart. Ik ben al die jaren een bijna ‘workaholic ‘geweest, met steeds die drang naar perfectie. Mijn passie werd al heel vroeg mijn beroep en ik blijf bezeten van muziek, maar ik zie me ook verplicht om aan mijn gezondheid te werken. Kon ik het me financieel maar permitteren, dan nam ik nu onmiddellijk een sabbatjaar. Ik heb het heel erg nodig, maar mijn levensomstandigheden en de tijd waarin we nu leven, onder meer de druk van de administratieve molen, nopen me om er iedere dag keihard tegenaan te gaan.”

Vind je het moeilijk om ouder te worden of geeft het net meer ‘ademruimte’?

“Ouder worden op zich, daar heb ik geen probleem mee, ik voel me trouwens young at heart, vanwege mijn twee schitterende dochters en kleinkindje. Het is eerder het feit dat ik zo moeilijk echte ‘rust’ vind bij mezelf dat me hindert en dat terwijl ik al jaren zelf onthaastende stukken componeer. Blijkbaar slaat mijn muziek bij een bepaald publiek enorm aan, en daar ben ik dankbaar voor. Dus ja, ademruimte? Wel, ik blijf een onrustig type ondanks zovele therapiesessies, het ‘koppeke’ staat nooit echt eens stil.”

(AV)