Stephan Vanfleteren: “Ik ben ondanks mijn melancholie een mens met een positieve boodschap”

Stephan Vanfleteren, fotograaf. "De zee, dat is een toneelspeler." © Kris Van Exel
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Stephan Vanfleteren heeft een boek geschreven. “Met woorden van een fotograaf, zinnen van een dyslecticus, verhalen van een kijker, overpeinzingen van een wandelaar”, omschrijft ‘s lands bekendste en eigenzinnigste fotograaf zelf. Wij zochten naar aanleiding van zijn ‘Coronawandelingen’ naar het hoe en waarom. Portret van een ‘onzekere koorddanser’ die fotografeert én schrijft én veel te vertellen heeft.

Plaats van afspraak: Oostende, koningin der badsteden. Frank Buyse duikt in het vroegere ‘Badenpaleis’, het majestueuze Thermae Palace Hotel, de hele zomer lang in leven en werk van tien boeiende West-Vlamingen. Ze praten urenlang, over vreugde en verdriet, over de veranderde wereld, over ziel en zin, bij zee en zon. Kris Van Exel fotografeert, van zonsondergang tot zonsopgang.

Stephan Vanfleteren: een indrukwekkende man, zie die foto’s. En vooral een naam. “Aangenaam om te horen. Maar ik ben geen Matthias Schoenaerts”, zegt hij dan snel. Al is een fotograaf die publiceert in de grootste buitenlandse bladen en exposeert tot in Japan in zijn vak het niveau van de Vlaamse topacteur. Neen, Vanfleteren is een mérk. Volgens onze fotograaf Kris is de vijftigjarige Veurnenaar voor negen op de tien fotografen in ons land hét grote voorbeeld. Dan haalt hij weer zijn schouders op: “Ik ga niet vals bescheiden zijn. Ik weet wat ik kan in mijn vak. Anders houd je geen overzichtstentoonstelling.” Dat gaat over ‘Present’ in het Fotomuseum in Antwerpen, een expositie waar hij een jaar aan werkte naar aanleiding van zijn 50ste verjaardag, intussen verlengd tot 13 september en ondanks de coronacrisis al meer dan 140.000 bezoekers. Vanfleteren is een magneet.

Maar zijn naambekendheid interesseert hem niet. “Het is alleen interessant om de dingen te doen die ik graag doe. Ook prijzen winnen, zoals de World Press Photo, mag je niet overschatten. Die win je niet met een kutfoto, maar dat is zo subjectief, je kan geen appelen met peren vergelijken. Met nog een banaan erbij. De beste portretfotograaf van het land? Sommigen vinden mijn portretten te scherp. Anderen te onscherp…”

Wij gaan Vanfleteren proberen te portretteren. De fotograaf, altijd en overal. De schrijver, nu ook, met zijn ‘Dagboek van een fotograaf – Coronawandelingen’, uitgegeven bij De Bezige Bij. Zonder één foto, maar al na een paar weken aan de derde druk toe. En de vrolijke mens in de melancholische fotograaf: “Ik sta onder vrienden ook op tafel te dansen. En bij de bakkerin maak ik graag onnozele grapjes.”

“Mijn naambekenheid is alleen interessant om de dingen te kunnen doen die ik graag doe.”© Kris Van Exel

Maar eerst het kind van de zee. En nog meer het kind van de duinen.

“Ik ben geboren in Kortrijk, tot mijn achttiende opgegroeid in Oostduinkerke en lang in Brussel gewoond. Maar negen jaar geleden zijn we, toen we het groot bankgebouw van mijn schoonouders konden kopen, teruggekeerd naar West-Vlaanderen, naar Veurne. Nauwelijks 5 kilometer van de zee, waar ik opgroeide. En ik heb de zee nooit losgelaten. Ik zwem er graag in, fotografeer ze vaak… Al had ik als kind een grotere fascinatie voor de duinen. Ik kende elke duinentop, elke zandkorrel. Na een storm zag en voelde ik hoe de wind die en die duin had veranderd. Duinen zijn nóg desolater dan de zee, die dat meer is in de winter. De zee is in de winter spannender. De stormen, herfst en winter, ‘s ochtends en ‘s avonds…”

De foto die mij vanop zijn expositie het meest is bijgebleven is nochtans een grijze, doodstille zee tegen een mistige horizon. Even puur als minimaal. “De zee moet niet altijd wild zijn. De zee is een toneelspeler. De ene keer een gruwelijke moordenaar, de andere keer een romantische, zwijgzame ziel.”

In de zeeman schuilt ook een surfer.

“Neen, ik wil mij geen surfer noemen. Zeker niet nadat ik van dichtbij de échte surfers heb meegemaakt. Ik ben te lomp, te traag, heb te veel nekpijn… Ik surf alleen op vakantie met de kinderen. En terwijl mijn vrienden vroeger surften, fotografeerde ik liever de zee.”

“Op school moest ik als dyslecticus 50 procent harder werken om 20 procent minder punten te halen.”© Kris Van Exel

Zo is hij fotograaf geworden. De fotograaf die zegt: “Als ik twee dagen aan een zwembad lig, fotografeer ik de mieren tussen de tegels.” Dat kwam zo. “Ik was op school een matige student. Door mijn dyslexie moest ik 50 procent harder studeren om 20 procent minder punten te halen dan mijn vrienden. Maar ik moest nooit blijven zitten. Het keerpunt kwam er toen de leraar Nederlands in de klas míjn opstel voorlas, door mijn rijke fantasie. Dat was de eerste keer dat ik dacht: ik kan tóch iets…” Waarop hij in het vak is gerold door eliminatie. “Op het laatst bleef over: gigolo of fotograaf.” Fotograaf dus. Er was wel nog een tweede keerpunt nodig. Bij zijn eerste opdracht in Sint-Lucas, een ei fotograferen, zat hij er als een van de enigen meteen boenk op… “Toen wist ik het. En besefte ik: als ik heel hard werk, ga ik een fantastisch leven hebben.” En dan ging het snel. Bij zijn eerste portret van een bekend persoon, van schilder Paul Delvaux, voelde hij: “Dit is waardevol.” En vier jaar later, op 3 april 1993, stond voor het eerst een Vanfleteren in De Morgen. “Een bekende Luikse professor. Ik vond de weg niet in Luik, was een uur te laat, dacht mijn grote kans te hebben verkeken. Maar de brave man maakte toch nog tien minuten tijd voor mij. Zonder die foto was mijn carrière misschien al afgelopen. Dat geef ik ook vaak mee aan de studenten fotografie die ik begeleid: belangrijker dan techniek – daar weten ze vaak meer van af dan ik – is overgave, hoe je met mensen omgaat…”

Dertig jaar later is de passie nog even groot. “Alleen kijk ik nu anders. Omdat ik ben veranderd. Omdat de wereld is veranderd. Omdat ik vader ben geworden. Omdat ik trager ben geworden. Omdat mijn ogen slechter zijn geworden. Omdat mijn apparatuur is veranderd. Omdat ik al eens meer tijd krijg. Maar het vuur en de nieuwsgierigheid en de drang om vast te pakken en te begrijpen, die zijn niet verminderd. De drang naar perfectionisme ook niet.”

Dat is het merk Vanfleteren. Elk portret moét perfect zijn, al kost het uren. En, zo eigen aan Vanfleteren: geen hoogtechnologische snufjes.

“Ik heb één groot geluk: ik heb een fantastische vrouw. On the record!”© Kris Van Exel

“Een goed toestel is belangrijk. Maar ik gebruik misschien maar 5 procent van die duizenden knopjes, hooguit eens een autofocus en zo. Maar zendertjes en zo… neen. Mijn techniek blijft heel basic. Nooit met flitslicht en bijna altijd manueel. Als ik met lampen moet beginnen sleuren, voel ik me al onzeker. Ik werk nu met betere lenzen en zo, maar mijn fotografie an sich is eigenlijk op die dertig jaar niet veranderd: een combinatie van een diafragma en een sluitertijd. Alleen mijn camera en ik, dan voel ik mij het zekerst. Dat is eigenlijk durven falen. Al begrijp ik wel het nut van flitslampen. Ik ben drie jaar voor Le Monde naar het filmfestival van Cannes geweest. Het moet daar allemaal zo snel gaan dat ik blij was met een assistent die een lamp in drie minuten kon opstellen.”

En dan lukte toch op één minuut die geweldige foto van regisseur Spike Lee, vingertje op zijn oog, “de ingeving van het moment.” De ogen van de meester. Een meester die wel op zijn kop liet schijten bij het portretteren van een diva met wel heel veel streken. Die dan achteraf wel blij was met zijn foto. “Neen, ik zeg niet wie. Een fotograaf is ook een beetje een biechtvader. Ik hoef iemand niet graag te zien om hem te fotograferen. Ik zou het best fascinerend vinden een portret te mogen maken van Donald Trump. Een goed of slecht mens maakt mij dan niet uit. Al zou ik liever Obama fotograferen.”

Stephan Vanfleterenhttps://www.facebook.com/stephan.vanfleteren/https://www.facebook.comFacebook1

Spike Lee, director, Cannes 2018.
©Stephan Vanfleteren / LE MONDE Le Monde Festival de Cannes Spike Lee BlacKkKlansman…

Geplaatst door Stephan Vanfleteren op Donderdag 17 mei 2018

rich1.0https://www.facebook.com/stephan.vanfleteren/posts/10156373373174304552

Zijn portretten zijn Vanfleterens corebusiness. Als de zee een toneelspeler is, dan is een portret een soort toneelstuk. “Dat klinkt negatiever dan ik bedoel. Ik bedoel daarmee: een portret is een toneelstuk omdat het een kunstmatige ontmoeting is, in tegenstelling tot straatfotografie en snapshots. Ik vind vaak dat een portret wordt verheerlijkt. De. Ziel. Wordt. Getoond…: bullshit. We zien altijd allemaal iets anders. Ik heb mijn geweer van schouder veranderd. Door ter plaatse inzage te krijgen in conflicten, in miserie… geloof ik nu meer in de kracht van troost, van ontroering, stilte… Daarmee kan ik de mens meer raken. De Waarheid interesseert mij niet. Omdat De Waarheid niet bestaat. Vroeger werden de kathedralen zo hoog mogelijk gebouwd, om zo dicht mogelijk bij God te geraken. Ze wisten nochtans: we geraken nooit bij God. Geen van mijn portretten die in Antwerpen hangen, is de waarheid. Natuurlijk niet. Je kan toch nooit van iets dat tweedimensionaal is zeggen dat het de waarheid is? En van kleur naar zwart-wit: dan zit je al vér van de waarheid. Laat staan: kijk een beetje naar links. Niemand kan de ziel van een mens vatten. Ik wil alleen een interessant en schoon portret maken. Maar hoe formuleer je ‘interessant’, hoe ‘schoon’? Sommige vinden mijn foto van een kapotte gevel afschuwelijk, anderen vinden ‘m prachtig. Gelukkig zijn die laatsten in een meerderheid (lacht). Ik kan alleen maar zeggen: kijk eens hoe mooi die oude, verweerde visserskop kan zijn. Hoe prachtig een Ibis-kind in een matrozenpakje kan zijn.”

En hoe prachtig het juiste snapshot is. De wereldberoemde kusfoto in Parijs van Robert Doisneau zou geënsceneerd zijn. Vanfleterens eenbenige man die in Afghanistan op zijn krukken over een bergbeekje hinkt, is dat niet. “We waren op weg naar een nomadentent. De gids had de man zien springen, ik was te laat om te fotograferen. Maar ik wist: die man moet straks terug naar zijn dorp. En ik heb gewacht.”

Op le moment décisif, het is een deel van zijn leven. Of het nu gaat om ‘straatfotografie’, beelden uit een wereld in conflict of de portretfotografie in zijn intussen gerenommeerde studio in Veurne: hij heeft geen voorkeur. “Als de omstandigheden en het licht maar goed zijn. Als het 3 beaufort is, interesseert de zee mij niet. Maar als het stormt, wind uit het noordoosten… En dan moet ik mij aanpassen. Een portret heeft het voordeel dat je kan zeggen: kijk eens zo, lig eens zo…”

Maar in bijna al zijn werken schuilt melancholie.

Vanfleteren in de ochtend:
Vanfleteren in de ochtend: “Als het licht goed is, ben ik gelukkiger!”© Kris Van Exel

“Ik dompel mij daar heel graag in onder. De donkerte van het land waar ik woon, de straten, de cafés… Ik heb geen goede relatie met de zon. Maar melancholie staat voor mij niet gelijk met ongeluk. Melancholie is de luxe je soms wat zwaarmoedig te voelen. Mensen die knokken voor hun leven hebben geen melancholie. Die zijn alleen bezig met voedsel te zoeken, met overleven. Iemand die op straat leeft in Oostende, zegt straks niet: wat een mooie, romantische zonsondergang.”

Zo komen we bij de schrijver in de fotograaf. “Maar noem mij geen schrijver. Ik heb een boek geschreven.” Na de opening van ‘Present’ eind oktober 2019 was hij een wrak, vertelt hij. “De lockdown leek de perfecte rust te brengen. Maar ik keek niet naar Netflix. Ik begon op dag 1 aan mijn Coronawalks. En schreef in een minimum van tijd mijn dagboek. Dat ik maar bleef corrigeren. Zevenenzeventig avondwandelingen. De mensen van De Bezige Bij zeiden: ‘ge zijt een machine’… Straf voor iemand met dyslexie (grinnikt). Vindt mijn leraar Nederlands van vroeger ongetwijfeld ook. Voor het boek ‘Present’ had ik al veel geschreven en dat beviel me. Schrijven verplicht je na te denken, jezelf in vraag te stellen: in welke wereld leef ik, waarom fotografeer ik? Het stroomde er uit. Ik was hypergeconcentreerd omdat er geen afleiding was – geen mails, geen files, geen agenda… ‘s Avonds gewandeld, ‘s morgens foto’s geselecteerd, ‘s middags gegeten met de kinderen, ‘s namiddags geschreven wat ik heb gezien. Blijkbaar heb ik de gave van het beeld en het woord. En heb ik iets te vertellen. Als aanvulling op mijn beeld of wat ik niet in een beeld kon vastleggen. Op een foto kan je een boom tonen die plooit onder 7 beaufort, maar kan je je niet afvragen: zou een boom moe worden van de wind? Schrijven is een ander medium. Ok, ik was tijdens de lockdown liever in New York City geweest. Nergens kon het contrast groter zijn. Niemand op Times Square, behalve twee agenten op een paard. Maar ik woon niet in New York. Ik woon in Veurne. Dicht bij de zee, dicht bij de polders, dicht bij de duinen. Waar ik, een soort psychologisch effect, plots anders naar keek.”

“Een zaadcel en een eicel, hoe wonderlijk is dat niet?”© Kris Van Exel

Een diagonaal op het strand.

Het spoor van de crossbrommer is nog vers. Toch valt er niemand te bespeuren.

Een boulevard van nat zand voor mij alleen.

De zee is deze avond van mij, mij, mij!

Mijn voetsporen in het zand als de handtekening onder mijn exclusiviteitscontract.

Het bromfietsspoor betekent contractbreuk.

– Maandag 23 maart.

Vanfleteren, enkele maanden later: “De laatste nacht heb ik in de duinen geslapen. Met mijn hond. Ik wilde afsluiten met de zon die in het oosten opging. Ik merkte evenwel dat ik niet goed kon inschatten waar de knikker ging bovenkomen. Toen besefte ik dat ik beter was in de ondergang. Na 77 keer wist ik wél waar en hoe laat de zon precies onderging. Ook filosofisch ben ik, door de melancholie, beter in de ondergang dan in de opkomst. Maar ik wilde positief eindigen. We hebben een klop gekregen, maar we komen er wel uit. Ik zal nooit afkomen met ‘de wereld veranderen met een foto’ en dat soort flauwekul. Dat is naïef. Maar je kan wel impact hebben. Ik ben ondanks die melancholie een hardstrijdend mens, die ondanks de klimaatopwarming, het racisme, de armoede… een positieve boodschap wil meegeven.”

“Als kind had ik een grotere fascinatie voor de duinen dan voor de zee. Ik kende elke duinentop, elke zandkorrel.”© Kris Van Exel

We gaan foto’s nemen. Portretten maken van de grootste portretfotograaf van het land, Kris is een beetje zenuwachtig (en zal kindsblij zijn als Vanfleteren enkele dagen later laat weten: “knap werk!”). Of de foto flatteert, is voor Vanfleteren niet belangrijk. Het gaat om de schoonheid.

Hij zoekt en vindt ze overal… maar mist ze veelal in de kranten. “Ik mis nu in de pers hoofdredacteurs, fotoredacteurs, art directors… met een visie, een liefde voor beeldcultuur. In de jaren ’90 maakten we met De Morgen de bijlage Zeno, die nu nog bestaat. Ik bepaalde toen mee hoe de foto’s werden gebracht. Maar het werd een strijd die niet meer te winnen was. Daarom heb ik mij anders georiënteerd, ging ik op zoek naar meer inhoud, naar diepgaandere projecten. Dat was een groot risico, ik had uiteindelijk een goeie job. Maar het is mijn redding geweest. Al staat er nog steeds geen limousine voor de deur van Vanfleteren. Ik rij soms voor 250 euro naar Amsterdam voor één foto, kilometervergoeding niet inbegrepen. En ik moet er nog 30 euro in de parkeermeter stoppen ook. Omdat ik dat portret zo graag wil maken. Maar ik klaag niet, ik verdien voldoende. Maar ik werk ook fucking hard. Tien keer terug naar zee voor het juiste licht.”

Maar hij ziet wel de schoonheid van het hotel waar we verblijven. “Die grandeur van Thermae Palace… Ik kan alleen maar hopen dat het hotel niet wordt overgenomen door een Saoedi of een Rus die er een lelijk wit paleis van maakt.”

Hij ziet zelfs de schoonheid van Charleroi, hij maakte van de ‘lelijkste stad van België’ een heel project. Zo treffend omschreven op zijn expositie. “Charleroi stinkt uit haar bek maar ik kus haar vol op de mond.”

Maar dan is er ook nog Veurne, waar hij woont en werkt. Dàt is iets anders. “Veurne zou eigenlijk één van de mooiste historische stadjes van Vlaanderen kunnen zijn. Maar het kreunt onder de verkeerde beslissingen van hun burgemeesters, al decennia lang. Ze zijn meer bezig met dienstbetoon dan met de lange termijn van hun stad, vrees ik. Mijn maag keert van de dwaze, spuuglelijke appartementen die afschuwelijke architecten er bouwen. Een béétje respect voor de historie in ons centrum aub. Sommige historische gebouwen in Veurne staan leeg te verkrotten… En het is dan ook nog de enige stad in Vlaanderen waar bewonerskaarten niet bestaan. Zogezegd voor efficiënt parkeerbeleid, maar het is gewoon ordinair geldgewin. Wij kwamen met ons bedrijfje van jonge, creatieve mensen van Brussel naar Veurne, de omgekeerde braindrain. En dan vinden bezoekers, topmensen als Jacky Ickx, Jan Decleir, Stromae… een parkeerboete op hun voorruit. Die mensen onthouden dàt van Veurne… Ik betaalde hun boetes uit plaatsvervangende schaamte.”

Poeh, dat moest er even uit.

“Ik ben een locomotief die nooit kan stoppen en ik sleur mijn vrouw overal mee.”© Kris Van Exel

Na de foto’s vliegert het gesprek verder over het leven van de fotograaf, de rusteloze zwerver. Het jaar dat hij voor Surf Tribe overal ter wereld surfers fotografeerde, was hij 222 dagen van huis. Het was en blijft altijd zoeken naar een balans.

“Ik heb één groot geluk: ik heb een fantastische vrouw. On the record! (lacht) Natacha geeft mij alle vrijheid én regelt sedert negen jaar al mijn praktische afspraken, beschermt me, motiveert me… Én is kritisch. En zeer down to earth. Ze werkte vroeger voor de VRT, maar bij het uitbouwen van Uitgeverij Hannibal en de verhuis naar Veurne begon ze ook meer voor mij te werken. Ze vond altijd dat televisie een medium voor dertigers was. Dus dat kwam goed uit. Aanvankelijk dacht ik wel: ‘Is dat wel slim, zo intens en constant samenwerken met je vrouw?’ Maar het marcheert, al ben ik niet altijd de gemakkelijkste. Ik ben een locomotief die nooit kan stoppen en ik sleur haar overal mee.”

En er zijn ook de kinderen. Een zoon van 23, Zamiel, een meisjestweeling van 18, Zhou en Yto. “De zoon studeert in Rotterdam, de meisjes trekken nu voor een jaartje naar het buitenland, voor hun talen. Ze moeten dat niet van ons, maar we drongen er wel op aan. Omdat het een ongelooflijk cadeau is. Ze mogen zelfs kiezen voor een boer van ginder, als het maar geen lamzak is. Het moet minstens een bio-boer zijn (lacht).”

Yto fotografeert ook, maar zal dit niet doortrekken. Andere interesses. “Dat ze Vanfleteren heet, hoeft geen druk te zijn, Axel Merckx haalde ook zilver op de Spelen. Mijn kinderen zien ook hoe gek we zijn en zijn niet zo avontuurlijk. Maar wel heel sociaal. Ook dankzij ons werk, denk ik. Toen mijn zoon vijf jaar was, zaten we samen naar de rook van de terrils in Charleroi te kijken. Ik wil hen vooral meegeven dat het leven een uniek geschenk is. Ik ga melig klinken: we zitten op een planeet in de kosmos die na miljoenen jaren is geëvolueerd tot een plek waar mensen naast elkaar leven. Waarop je door een zaadlozing en een zaadcel die zich heeft vastgeklampt aan een eicel geboren wordt. Hoe wonderbaarlijk is dat niet? Waar wijn wordt gemaakt, waar elektriciteit uit de muur komt. Waar het fantastisch is binnen te kunnen zitten, waar het warm en droog is. Hoe geweldig is dat niet? Dát wil ik meegeven aan mijn kinderen.”

“Iemand die in Oostende op straat leeft zegt vanavond niet: wat een mooie zonsondergang.”© Kris Van Exel

Om 7 uur zit hij in de ontbijtzaal alweer klaar. Kris wil nog foto’s maken. Vroege ochtendzon betekent goed licht. Hij zei gisteravond al dat hij niet zo’n zonnemens is. En dat dat veel te maken heeft met het slechte licht van de zon overdag. Toch serveren we hem enkele quotes over zon en zee.

Van de zon en de dood moet men de blik wel afwenden. François de la Rochefoucauld, Frans schrijver, 1613-1680..

Van de dood wendt Vanfleteren zijn blik niet af. Integendeel: hij fotografeert de dood. Zijn overleden vader, de overleden Jan Hoet… “Dat is natuurlijk wel wat vreemd, maar op reportage mensen fotograferen die sterven aan ziekte, ontbering, in Afrika, Afghanistan… vind ik veel lastiger. Mijn vader die ik net had verloren fotograferen was vooral… heel bijzonder. Het was de laatste keer dat ik hem kon vastleggen. Fotografie is bij uitstek het medium om momenten te bevriezen, momenten die je zo kan bewaren. Film heeft dat niet. Jan had dan weer een fantastisch vol leven gehad, bij hem was het contrast zeer groot tussen zijn energie bij leven, die zwaaiende handen, en hoe hij daar stil en ingetogen lag. Ik hoopte met die foto op een heel waardevolle en waardige manier terug te kijken op wat die man heeft betekend. Die foto doet denken aan praalgraven of aan de post mortem traditie… Jan wist dat maar al te goed, had daarom bij leven zijn toestemming gegeven.

Zo’n post mortem portret heeft voor mij ook een bijzondere betekenis. Ik heb mijn grootvader nooit gekend, maar ik herinner me wel zijn portret op zijn doodsbed. Het is een teloorgegane traditie. Zoals de fotograaf kwam voor een plechtige communie of een trouw, kwam hij ook voor een post mortem portret. Ik vind dat bijzonder. Er is al een collega die weet dat hij mag opdraven als ik sterf… Als ik tenminste niet verhakkeld uit een auto wordt gehaald. Nu gaat men veel moeizamer om met de dood. Denk aan de vissersfamilies van vroeger, soms met tien kinderen. Er was altijd wel eentje dat men op zee verloor. Dat hoorde dan tot de statistieken van het gezin.”

En zo komen we terug bij de zee. En de fotograaf.

“Het Westen ontvangt zijn inspiratie van de zee, het Oosten van de bergen.” – Paul Claudel, Frans dichter 1868-1955.

Nadenkend: “Ik kan mij dat wel voorstellen. Dat Japan kijkt naar het binnenland, naar de Fuji berg. Maar ik ben maar een paar keer in Japan geweest, dat is te weinig om het land te kennen. Ik vind wel dat bergen, net als de zee, de woestijn en het oerwoud iets onherbergzaams hebben. Wat ons klein maakt. Maar ik woon niet in de bergen. En ik hou niet van het oerwoud. Te veel beestjes. En slecht licht. Maar van de woestijn hou ik wel. Een soort grote duin, hé. En je ziet de zon draaien.”

Zijn leven wordt gestuurd door het licht. “Overal waar ik kom: als het licht goed is, ben ik gelukkiger.”