Roger Vansteenkiste uit Roeselare is 100 jaar jong!
Op 18 maart was het precies een eeuw geleden dat Roger in Kachtem werd geboren. We hadden naar aanleiding van deze heuglijke gebeurtenis een bijzonder boeiende babbel met deze kwieke en alerte 100-jarige in zijn woning in Ardooiesesteenweg in aanwezigheid van zijn dochter Monique. Kwiek en alert zijn de juiste woorden. Hij woont nog volledig zelfstandig en vertelt nog honderduit over zijn rijk gevuld leven. De vele aangename, maar ook de meest dramatische gebeurtenis uit zijn leven en dat van zijn gezin vertelt hij alsof het gisteren is gebeurd.
“Mijn vader Daniël was mecanicien en kon als geen ander aan nafte- en dieselmotoren werken”, vertelt Roger met veel zin voor detail. “Ik heb mijn ogen en oren de kost gegeven en enorm veel van hem geleerd en die technische kennis en vaardigheden zouden in mijn professioneel leven goed van pas komen.”
Vier kleinkinderen en acht achterkleinkinderen
“Op 3 januari 1940 werd ik als piepjonge milicien opgeroepen, ingelijfd in het 53ste Linie Regiment en in Gent gekazerneerd. Na de algemene mobilisatie nam ik deel aan de achttiendaagse veldtocht. Na de capitulatie geraakte ik via veel omwegen terug thuis en kon ik aan slag in een Roeselaarse garage. Ik huwde in 1943 met Nelly Vansteenkiste (zelfde familienaam). Daniëlla, Monique en Christiane (overleden na 2 maanden) zijn mijn dochters. Zij zorgden voor vier kleinkinderen en acht achterkleinkinderen.”
“1953 was het startjaar van een groot buitenlands avontuur, we verhuisden naar Malanga in het toenmalige Belgisch-Congo. Ik was in dienst van de private firma Fina Bois uit Boechout die in en rond Malanga (Bas-Congo) aan bosontginning deed en er een grote houtzagerij uitbaatte. Ik zorgde o.m. voor het onderhoud van het rollend materieel. De ontgonnen en verzaagde bomen werden vanuit de nabijgelegen havenstad Matadi over heel Europa verscheept. Acht Europese families, waaronder wij, waren in en rond de houtzagerij actief samen met paar honderden inlandse werkkrachten om de klus te klaren. Het waren aangename, boeiende en avontuurlijke jaren beaamt ook zijn dochter Monique.”
Doodgeschoten door rebellen
“Eind de jaren 50 begonnen evenwel de onlusten en op 11 juli 1960 moesten we hals over kop vluchten. Op de vluchtroute met de auto richting de haven van Matadi, waar overzetboten klaarlagen, werden we beschoten, mijn vrouw Nelly werd dodelijk geraakt en is kort nadien overleden. In de grootste verwarring kon ik de muitende rebellen ontwijken en mijn kinderen via een smalle brug richting Portugees-Angola in veiligheid brengen. Voor mij en mijn huilende dochters op de achterbank van de wagen, toen 16 en 14 jaar was dat een bijzonder traumatische ervaring.”
“Mijn lieve vrouw en hun moeder hebben we in Portugees-Angolese grond begraven. Op 21 juli 1960 stonden we bevrijd, maar haveloos terug op Belgische bodem. Onze tijd in Congo zat erop, we hebben er mooie herinneringen aan, maar het is spijtig dramatisch geëindigd en ik moest opnieuw van nul beginnen. Na mijn terugkeer in België moest er brood op de plank komen. Ik kon vrij snel als mecanicien/onderhoudsman aan de slag bij de firma Vandemoortele in Izegem en nadien tot aan mijn brugpensioen bij de firma Vermeulen in Staden.”
Voor het Vaderland
“Ik heb me altijd als oud-strijder ingezet voor de tal van Vaderlandslievende Verenigingen. De vele diploma’s, vereremerkingen, aktes van erkentelijkheid, medailles, foto’s van verschillende Koningsparen sieren zijn woning en zijn getuige van zijn grote inzet het Vaderland. De Verbroedering van Vaderlandslievende Verenigingen zijn hier op mijn verjaardag geweest om mij te huldigen en te feliciteren.”
“Ook burgemeester Kris Declercq en schepen Marc Vanwalleghem zijn langs gekomen om me geluk te wensen. De dag vóór zijn 100ste verjaardag kreeg ik mijn 1ste coronaprik en ik kan er opnieuw voor minstens vijf jaar tegenaan, nieuwe afspraak in 2026”, lacht Roger.
AD
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier