Rijscholen mogen sinds deze week opnieuw de deuren openen. Dat was de enige versoepeling die het Overlegcomité in petto had. Toch zit Kurt David, directeur van Rijschool VTI Ieper, met een dubbel gevoel: tevreden dat het weer kan, maar niet te spreken over de communicatie.
Rijschool VTI Ieper kent al een lange geschiedenis, vernemen we van directeur Kurt David. “De rijschool vindt zijn oorsprong in de jaren ‘70 van de vorige eeuw. Toen begonnen enkele lesgevers van de afdeling automechanica ook autorijles te geven. Vandaag werken we met 14 lesgevers, waarvan er vier zowel theorie- als praktijklessen geven. Daarnaast hebben we nog één administratieve medewerker en ikzelf, die alles organiseren. Jaarlijks kunnen we rekenen op ongeveer 700 kandidaat-bestuurders.”
Rijschool VTI Ieper moest twee keer verplicht sluiten. “Onze eerste lockdownperiode duurde van 13 maart tot 11 mei 2020, de tweede van 2 november 2020 tot en met 10 januari 2021.”
Ware zondvloed
Het probleem was niet zozeer dat ze kandidaat-bestuurders misgelopen zijn. “Alle rijscholen waren immers gesloten. Het probleem was dat er zich steeds meer mensen aanboden om les te volgen bij ons.” De overheid sloot op een bepaald moment terecht de sluisdeuren, zegt directeur David. “Maar achter die deuren stapelden de kandidaat-bestuurders zich op en nu worden die deuren weer geopend, waardoor we een ware zondvloed krijgen van aanvragen om rijles te volgen. Bijkomend probleem is dat ook de examencentra met hetzelfde probleem geconfronteerd worden. Ook daar is er een toevloed aan mensen die liever vandaag dan morgen hun examen willen afleggen. Sinds half december hebben we weer toestemming om theorielessen te geven. Al konden die niet digitaal gebeuren, omdat we enkel een aanwezigheidsattest mogen afleveren als de kandidaat-bestuurder ook effectief aanwezig is in de rijschool. Het werd dus noodgedwongen wachten, maar dat is toch een vreemde beslissing.”
Vensters open
Ook voor de praktische opleidingen is het essentieel om naar de rijschool te komen, vertelt Kurt. “De rijlessen moeten met het voertuig van de rijschool gebeuren, dus ook daar was er geen mogelijkheid om digitaal te gaan. Gelukkig hebben we na de vorige lockdown een heel drukke zomer gehad. De achterstand was zo goed als weggewerkt toen we op 2 november weer moesten sluiten. Een ruwe schatting leert dat we om en bij de 150 mensen hebben moeten melden dat hun lessen of examens niet konden doorgaan. Ondertussen hebben tijdens de laatste lockdown ongeveer 100 mensen aangegeven dat zij lessen willen volgen bij ons. Contacten met concullega’s leren mij dat de toestand daar niet anders is. Bij sommigen is het zelfs nog erger.”
“Helaas kunnen de theorielessen niet digitaal plaatsvinden”
Nu ze weer rijlessen mogen geven, komt er organisatorisch heel wat bij kijken. “De lessen kunnen alleen doorgaan als zowel de lesgever als de kandidaat-bestuurder een mondmasker dragen en de handen ontsmetten. Na elke les moet het lesvoertuig zowel binnen als buiten ontsmet worden. Er moet ook goed geventileerd worden door bijvoorbeeld aan beide kanten een venster open te zetten. Verder wordt gevraagd dat iedereen een eigen balpen meebrengt en andere voorwerpen, zoals handschoenen of helm. Er kan ook enkel met de bankkaart betaald worden en uiteraard mogen er geen begeleiders meekomen naar het examen. Inhoudelijk verandert er niets aan de rijopleiding, al zal er misschien minder getoond worden omdat er dan telkens van plaats verwisseld – en bijgevolg ontsmet – moet worden.”
Slechte communicatie
De rijschool merkte na de vorige sluiting wel dat veel meer jongeren beschikbaar waren om les te volgen op momenten waarop ze doorgaans in de les verwacht worden. “Het is afwachten of dit nu ook het geval zal zijn. We plannen voorlopig geen promoties, die kunnen pas als de toevloed wat mindert. Het zou onzinnig zijn om nu nog meer mensen te stimuleren om rijlessen te volgen.”
Tot slot wil directeur David nog zijn ongenoegen uiten over de gang van zaken. “Samen met vele andere verantwoordelijken in de rijschoolwereld ben ik niet te spreken over de manier waarop het een en ander gecommuniceerd wordt door de Vlaamse Overheid.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
