Wie bouwt morgen nog ons huis? Steeds minder jongeren kiezen voor vaktechnische opleidingen
Het aantal West-Vlaamse leerlingen dat een opleiding volgt om in de bouw te kunnen werken, is de voorbije vijf jaar drastisch gedaald. En dat in een sector die nu al kreunt onder een tekort aan arbeidskrachten. “Eén voor één haakten mijn klasgenoten af”, aldus Gilles Duyvejonck, die onderaan dit artikel getuigt over zijn studiekeuze.
Vorig schooljaar schreven zich 385 West-Vlaamse leerlingen in voor een richting in het studiegebied Bouw in het vijfde, zesde of zevende jaar BSO. Dat zijn er bijna 20 procent minder dan vijf jaar eerder, toen er nog 466 leerlingen met goede moed aan een opleiding in de bouw begonnen. Vooral de studierichtingen Dakwerken en Renovatie krijgen rake klappen. de acht gemeentes waar scholen dit studiegebied aanbieden blijkt vooral Izegem (-77%), Oostende (-40%) en Ieper (-30%) veel leerlingen te verliezen. In Brugge zien ze het aantal geïnteresseerden dan weer stijgen. Ook in het TSO daalt het aantal leerlingen in de bouw, zij het daar minder fors: van 125 naar 117 in vijf jaar tijd.
Schrijnend tekort aan vakmensen
De lage instroom vanuit de scholen zorgt ervoor dat jobs binnen de bouwsector steeds hoger op de knelpuntberoepenlijst komen te staan. “In twee jaar tijd halveerde het aantal werkzoekende bouwarbeiders- en -technici in West-Vlaanderen. We merken bovendien dat het profiel van die werkzoekenden steeds slechter wordt. Kortom: wie wél gekwalificeerd is, vindt eigenlijk bijna onmiddellijk een job. Het imago van de bouw moet dringend verbeteren. Innovaties binnen de sector krijgen amper media-aandacht”, verklaart Marc Dillen van de Vlaamse Confederatie Bouw.
Op zeven jaar tijd is het aantal vacatures in de sector verviervoudigd
De bouwsector kampt met een groot tekort aan werkkrachten. In West-Vlaanderen zijn er op dit moment 2.205 openstaande vacatures. Op zeven jaar tijd is dat aantal verviervoudigd. “We zijn een toename in vacatures en een afname in het aantal werkzoekenden”, zegt Vlaams minister van Werk Hilde Crevits (CD&V). “Daarom willen we met de Vlaamse regering inactieven maximaal aan het werk krijgen. We blijven ook hameren op duaal en levenslang leren. Ik wil ook werk maken van zeer kortlopende snuffelstages, zodat geïnteresseerden kunnen komen snuffelen en verkennen wat een job in de bouw voor hen kan betekenen.”
Lage waardering
De dalende interesse in opleidingen in de bouw maakt deel uit van een negatieve trend in het beroepsonderwijs. Terwijl er zich in het schooljaar 2016-2017 nog 1.636 leerlingen inschreven in het vijfde, zesde of zevende jaar BSO, waren dat er vorig schooljaar nog slechts 1.440 in West-Vlaanderen. “De perceptie dat een hoger diploma meer waard is dan afstuderen in een praktijkgerichte opleiding, heerst nog altijd”, zegt Loes Vandromme. “Absurd, want via die vaktechnische richtingen kun je in je latere leven letterlijk en figuurlijk een steen verleggen. Toch willen ouders dat hun kinderen eerst ASO of een theoretische richting in het TSO proberen, alsof een praktijkrichting enkel goed genoeg is als laatste optie. Zoiets verander je helaas niet in enkele jaren.”
We moeten af van het idee dat een vak leren de laatste optie is
“Daarnaast is de kloof tussen scholen en ondernemingen is veel te groot. Bedrijven hebben hoogtechnologische machines waar onze studenten veel van zouden kunnen leren, wat de bedrijfswereld op lange termijn ten goede komt. Leerlingen snakken naar meer voeling met de realiteit. Op lokaal vlak moeten er bruggen gebouwd worden tussen die twee werelden, jongeren zullen meer geprikkeld zijn om door te zetten wanneer ze zelf ervaren wat ze later kunnen aanvangen met hun vaardigheden.”
Bouwvakker-in-wording Gilles (19) “Het is hard werken, maar ik zou niets liever willen doen”
Gilles Duyvejonck (19) uit Kuurne behoort tot een uitstervend ras: jongeren die wél nog voor een opleiding in de bouw kiezen. Hij zit momenteel in zijn zevende specialisatiejaar in het Guldensporencollege, campus Engineering in Kortrijk. Een vakman pur sang, want weinigen praten zo gepassioneerd over hun (toekomstige) job als hij. “Toen ik begon in de richting Bouw, zaten we met tien in de klas. Nu zijn het er nog drie. Eén voor één haken ze af, vooral na de stage in het vijfde jaar. Het is hard werken, hé. Lange dagen in weer en wind. Fysiek is het inderdaad uitdagend, maar mentaal kom je tot rust, vind ik. Maar wie niet écht gemotiveerd is, geeft er gewoon de brui aan en wordt pakjesbezorger of magazijnier. Ik maak mij al zorgen om later: als ik zelf een bedrijf wil opstarten, waar ga ik dan personeel vinden?”
De 19-jarige bouwvakker in spe heeft alvast nog geen spijt van zijn keuze. “Werken in de bouwsector is echt een droom voor mij. Eerst en vooral is er super veel variatie. Muren metselen, plakwerk, vloeren leggen… Het verveelt nooit en er valt altijd wel iets nieuws bij te leren. Maar je haalt er vooral veel voldoening uit. Je ziet de vooruitgang en het eindresultaat van al je harde werk. Ik heb dat gezet, denk ik dan met veel trots.”
Ook Gilles begon nochtans op aanraden van zijn ouders in een TSO-richting. “Na twee jaar was het echter duidelijk dat ik daar niet op mijn plaats zat. Ik kon het op intellectueel vlak wel aan, zoals ze dat zeggen. Maar ik ben veel liever bezig met mijn handen, en dan nog het liefst in de buitenlucht”, aldus Gilles.
“Mijn ouders hadden geen probleem met mijn studiekeuze, ze stonden erop dat ik iets met plezier en passie deed, anders hou je het toch niet vol. Ook door leerkrachten heb ik me altijd gesteund gevoeld. Zelf heb ik wel moeite gehad met het negatieve imago die rond de beroepsrichting hangt. Al heb ik de indruk dat de buitenwereld steeds meer respect heeft voor vakmensen. Ze hebben ons nodig en zien ons dus graag komen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier