De laatste drie schooljaren steeg het aantal leerlingen dat afwezig was op school omwille van ‘persoonlijke redenen’ fenomenaal. In het schooljaar 2017-2018 waren er in het gewoon basisonderwijs 2.037 leerlingen minstens tien halve dagen om die reden afwezig. Drie jaar later is dat cijfer meer dan verdubbeld, tot 4.323 leerlingen.
In het piekjaar 2019-2020 stegen de cijfers zelfs tot 16.527 leerlingen. “Daar heeft de coronacrisis zeker mee te maken”, stelt Loes Vandromme, Vlaams Parlementslid en onderwijsspecialist voor CD&V.
“Los daarvan is opvolging nodig. Het leerrecht van deze kinderen wordt, weliswaar op een wettelijke manier, geschonden. We moeten op zoek gaan naar de best mogelijke manier om hen toch toegang tot onderwijs te blijven geven.”
Wie ingeschreven is op een school, wordt ook verwacht aanwezig te zijn. Leerlingen kunnen ook gewettigd afwezig zijn. Behalve in het geval van ziekte kan een leerling nog om een aantal redenen van school wegblijven.
“Mits toestemming van de directie kunnen leerlingen bijvoorbeeld afwezig zijn wegens deelname aan time-out-projecten of uitzonderlijke omstandigheden van persoonlijke aard zoals bijvoorbeeld een rouwperiode”, legt Loes Vandromme uit.
Verder onderzoek nodig
“Toch horen we in het onderwijsveld dat directies bepaalde leerlingen ook steeds vaker laten thuisblijven omdat de school hen geen gepaste vorm van onderwijs kan aanbieden en ze ook nergens anders terecht kunnen. De draagkracht van leerkrachten en medeleerlingen wordt te zwaar belast en de leerlingen in kwestie hebben in de eerste plaats gespecialiseerde psychische hulp nodig.“
Vandromme roept op om deze tendens van heel nabij op te volgen: “In de eerste plaats is er verder onderzoek nodig naar het aantal leerlingen dat op deze manier hun leerrecht ontzegd wordt en de daarvoor achterliggende redenen. Nu weten we nog te weinig over deze doelgroep.”
“Leerlingen die bijvoorbeeld omwille van een rouwperiode thuisblijven, zijn ook afwezig wegens persoonlijke redenen, maar dat is natuurlijk helemaal iets anders dan jongeren voor wie geen gepaste vorm van onderwijs of hulpverlening voor handen is. Bovendien moeten we op zoek naar manieren om deze leerlingen die tijdelijk niet naar school kunnen, toch toegang tot onderwijs aan te bieden.”
Klasziekzaal
In West-Vlaanderen loopt het project Klasziekaal: een centraal aanspreekpunt voor onderwijs aan zieke kinderen die lange tijd niet naar school kunnen. “Er zijn heel wat mogelijkheden om onderwijs op maat aan te bieden aan deze kinderen, zoals het systeem van TOAH – Tijdelijk Onderwijs Aan Huis – of SIO, Synchroon InternetOnderwijs zoals Bednet. Maar die mogelijkheden en middelen zijn beperkt”, vervolgt geeft Loes Vandromme.
In het schooljaar 2020-2021 deden in Vlaanderen 2.642 leerlingen uit het secundair onderwijs beroep op TOAH. In het basisonderwijs waren dat er 1.505. “De cijfers geven wellicht een vertekend beeld omdat ook risicopatiënten of kinderen van risicopatiënten TOAH konden aanvragen in het schooljaar 2020-2021.”
In het schooljaar daarvoor kregen respectievelijk 1.786 en 601 leerlingen begeleiding. Bovendien blijft de ondersteuning beperkt: deze leerlingen hebben recht op maximum vier lesuren ondersteuning per week.
Weer naar school
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier