Kleuters in onze provincie zijn meest taalvaardige van Vlaanderen: enkel in centrumsteden extra steun nodig

Dankzij de screening kunnen kleuters met een taalachterstand nog bijgespijkerd worden vóór ze beginnen aan het eerste leerjaar. © iStock
Redactie KW

92% van de West-Vlaamse kinderen in de 3de kleuterklas is voldoende taalvaardig om straks te starten in de lagere school, zo’n 6% heeft nog extra taalondersteuning nodig en ongeveer 2% intensieve begeleiding voor Nederlands. De cijfers liggen wel iets hoger in de centrumsteden – waaronder Brugge, Kortrijk en Roeselare – want daar heeft gemiddeld 12% nood aan extra ondersteuning en 4% aan intensieve begeleiding.

Dat blijkt uit de resultaten van de Taalscreening, die dit schooljaar voor de 3de keer georganiseerd werd in elke 3de kleuterklas. Dankzij de screening kunnen kleuters met een taalachterstand nog bijgespijkerd worden vóór ze beginnen aan het eerste leerjaar, zodat kinderen gelijk aan de start komen.

Extra geld voor 25 scholen

Dit jaar konden de scholen voor het eerst gebruik maken van een gratis digitale versie van de screening – en meteen heeft al de helft van de kleuterscholen dat gedaan. “We willen garanderen dat elk West-Vlaams kind gelijk aan de start van de lagere school komt”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts. “Daarvoor hebben ze Nederlands nodig: de sleutel tot alle schoolse kennis, het vak dat alle andere vakken mogelijk maakt. We zien slechtere cijfers in scholen waar veel kinderen een andere thuistaal hebben en dus maken we voor 25 West-Vlaamse scholen extra geld vrij.”

Kinderen die aan de lagere school beginnen met een taalachterstand hebben niet dezelfde kansen als andere kinderen: vaak lopen ze al snel schoolse achterstand op. Daarom heeft Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts in 2021 een Taalscreening – de zogenaamde KOALA-test – ingevoerd in elke 3de kleuterklas. Wanneer uit de Taalscreening blijkt dat er een taalachterstand is, dan kunnen kinderen nog bijgespijkerd worden vóór ze aan de start van de lagere school komen.

De West-Vlaamse cijfers zijn beter dan het gemiddelde. Geen enkele provincie doet beter

92% van de West-Vlaamse kinderen in de 3de kleuterklas kwam bij de Taalscreening terecht in de groene zone en demonstreerde daarmee voldoende taalvaardigheid, zo’n 6% zat in de oranje zone die vraagt om extra taalondersteuning en ongeveer 2% eindigde in de rode zone die signaleert dat er nog intensieve taalbegeleiding nodig is.

Het gemiddelde resultaat in de 13 Vlaamse centrumsteden – waaronder Brugge, Kortrijk en Roeselare – is dat 12% nog extra ondersteuning nodig heeft en 4% intensieve begeleiding. Ook in West-Vlaamse scholen waar veel leerlingen een andere thuistaal hebben, liggen de cijfers een pak hoger voor extra ondersteuning (19%) en intensieve begeleiding (6%). Dit alles blijkt uit cijfers bij een representatieve steekproef van West-Vlaamse kleuterscholen, waar samen 1.464 kinderen de Taalscreening hebben afgelegd. De West-Vlaamse cijfers zijn duidelijk beter dan het Vlaams gemiddelde (11% nood aan extra ondersteuning, 4% aan intensieve begeleiding). Geen enkele provincie doet beter.

Extra budget

Minister Ben Weyts trekt de nodige middelen uit om taalachterstand tijdig weg te werken. Aan de Taalscreening is ook een extra budget van 12 miljoen euro per jaar verbonden waarmee de kleuterscholen bijkomend inzetten op taalondersteuning. Daarbovenop krijgen alle scholen waar de helft van de leerlingen (of nog meer) een andere thuistaal hebben vanaf dit schooljaar 20 miljoen euro extra per jaar om in te zetten op meer Nederlands. In West-Vlaanderen gaat het om 25 scholen die extra middelen krijgen om bijvoorbeeld meer personeel aan te trekken, extra lesuren Nederlands in te richten of bijvoorbeeld samen te werken met begeleidingsdiensten of andere organisaties.

“De scholen in West-Vlaanderen zetten alle zeilen bij, maar we hebben ook de ouders nodig”, zegt Weyts. “We mogen van ouders striktere engagementen verwachten om hun kinderen ook na schooltijd in contact te brengen met Nederlands. Al is het maar de TV op Ketnet zetten, met je kind naar een Vlaamse bibliotheek gaan of inschrijven in een Nederlandstalige sportclub. Zo geef je oneindig veel meer kansen aan je zoon of dochter. Het is ook cruciaal voor de rest van de klas, want als pakweg een kwart van de klas weinig Nederlands begrijpt, is dat nefast voor iedereen.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier