Nieuwe bedrijvenzone Blauwpoort: jonge aanstaande ouders schrijven open brief als reactie tegen komst van bedrijven
De Raad van State heeft de laatste bezwaren tegen de – al twintig jaar geleden – geplande inrichting van het nieuwe bedrijventerrein Blauwpoort langs de E17 in Waregem verworpen . Daarmee ligt de weg open voor de komst van nieuwe niet-milieubelastende bedrijven en firma’s die op zoek zijn naar nieuwe bouwpercelen om hun activiteiten uit te breiden.
De plannen dateren van 20 jaar geleden. Er was toen meteen al hevig protest. Dat protest is er niet minder op geworden.
Ook Sophie Cocheteux-Depraeter en Alexander Coppenolle, die op de wijk Biest wonen en een kindje verwachten, maken zich zorgen over de natuur van de Blauwpoort die zal verdwijnen. Ze schreven een open brief, recht uit het hart.
“Aan jou, ons kind dat zal geboren worden.
Aan jou die ontsproot in mijn buik, fluister ik elke dag woorden van liefde. Ik voel je groeien en duwen als een waterplant die aan mijn navel kriebelt, mijn ingewanden, mijn hart. Ik heb gedroomd van een hoekje wilde natuur dat ik jou zou aanbieden: à la Porte Bleue, de Blauwpoort, daar waar je vader en ik woonden. Ik zag jou rennen, klein schepseltje in wording, in hoog wild gras, met andere kinderen. Geluiden van vogels en muziek overstemden ons gelach.
Samen met de andere bewoners van de wijk hadden wij een bosje geplant en een kinderboerderij gebouwd, een gebied als een verloren paradijs van gedeelde moestuinen, van bloeiende permacultuur. Het gezoem van auto’s in de verte leek op het geruis van de zee, gedempt door een bladerdak van braamstruiken, gehinnik van paarden, gesnater van ganzen.
En plots droogde de aarde op. Wortels werden uit de grond gerukt door graafmachines met stalen tanden. Het beton baande zich een weg als een stromende rivier door de ingewanden van de aarde. Buizen drongen binnen in de grondwaterlagen om water te putten uit gescheurde aarde: de droom van een man, snakkend naar geld, macht en cijfers, een man die alleen naar zichzelf luisterde en naar zijn hooggeplaatste vrienden in glazen torens. Die man en zijn raadgevers zouden de droom van duizenden mensen versnipperen. Hij en zijn kompanen dachten aan statistieken, werk, competitiviteit en winst. Hun stad was rijk, gebetonneerd, vol industrieën, bedrijven, immokantoren, opeengepakte gebouwen. Die man had 20 jaar lang een strijd geleverd tegen de inwoners van een wijk om hun groene haven, hun long van biodiversiteit met de grond gelijk te maken. Hij hield van voetbal, die man. Hij had een stadion gebouwd dat ‘De regenboog’ werd genoemd.
De plekjes natuur in Vlaanderen verdwenen als opgerookte strohalmen. Elke dag werd er een oppervlakte van veertien voetbalterreinen bezet door betonblokken. Die man met zijn raadgevers had de strijd gewonnen tegen de verdedigers van de natuur. Aan de aarde van hun voorouders ontrukten zij in totaal vijftig voetbalterreinen vol wilde grassoorten, insecten, bloemen, struiken, bomen, leven. Hij offerde de droom en de herinneringen op van een hele gemeenschap, in één adem, met een lichte grijns om de lippen.
Aan jou, kind dat zal geboren worden… Herinner je het gevecht van deze inwoners om hun grond te redden. Weet, mijn hartje, dat de mannen die winnen, de verliezers zijn. Hun winstbejag zal levens kosten. Het leven is waardevol, het water voedt de wortels, de natuur laat het leven dansen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier