Luc Dehaene: “Ik had graag de touwtjes in handen”

Luc Dehaene bij het gedicht The Last Post van Herman de Coninck. © TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

ls oud-burgemeester stond Luc Dehaene ontelbare keren onder de Menenpoort om de Last Post bij te wonen, maar het is vooral de inhuldiging van het gedicht van Herman de Coninck dat hem het meeste bijblijft. Na zijn pensionering legde hij zich toe op de dingen waarvoor hij vroeger geen tijd had: vrijwilligerswerk, sport en reizen.

Hoewel hij op zijn tong moet bijten geeft de oud-burgemeester liever geen commentaar op de Ieperse politiek en zijn partij CD&V, dus steken we maar van wal met een vraag over zijn mooiste herinnering aan de Menenpoort. “Dat was de inhuldiging van het gedicht The Last Post van Herman de Coninck, ondertussen meer dan twintig jaar geleden. De kleine ceremonie, waar ook zijn weduwe Kristien Hemmerechts bij aanwezig was, vond plaats op hetzelfde moment als de Last Post. Dat was echt of het zo voorzien was: de sfeer, het weer – mistig en koud – vatte de geest van de Menenpoort perfect samen. Het diner achteraf verliep in dezelfde sfeer. Een ode, op een waardige maar toch pakkende manier.”

Wat betekent de Menenpoort voor u?

“De Menenpoort is hét symboolbeeld van Ieper, naast het belfort en de lakenhalle. Voor mij zijn er twee aspecten die in evenwicht moeten zijn. Ten eerste is het een memorial voor alle mensen die geen bekend graf hebben. Respect tonen is en blijft belangrijk. Maar ondertussen vind ik het even belangrijk dat dit gebruikt wordt om de vrede te promoten. De vredesoproep die Ieper als klein stadje al jaren wereldwijd uitdraagt wordt mede versterkt door dit symbool.”

U zag de interesse voor de Last Post onder uw burgemeesterschap stelselmatig groeien. Was dit soms een zorg?

“Door het toenemende aantal aanwezigen ontstond spontaan de neiging om te applaudisseren. Je weet dat dat goed bedoeld is, maar dit is een herdenkingsmonument. Applaus kan dubbel geïnterpreteerd worden en raar overkomen. Vandaar dat we hebben afgesproken dat ze in het begin heel kort de aankondiging doen om niet te applaudisseren tijdens noch na de plechtigheid. Dat werd wel begrepen. Ik zei altijd tegen aanwezigen uw stilte zal veel luider klinken als gelijk welk applaus.”

“Ik kijk graag sport: ik kan een hele middag naar Engels voetbal kijken”

U stopte als burgemeester in 2012. Viel u in een zwart gat?

“Ik heb geen zwart gat gezien, onder meer dankzij vrijwilligerswerk in verenigingen en organisaties. Nu is dat vooral in SCV, Senioren Consultants Vlaanderen. Dat zijn ex-kaderleden, managers en hier en daar een verloren gelopen ziel uit de politiek die hun diensten aanbieden aan KMO’s en start-ups met allerhande problemen. Enkel de reële kost wordt aangerekend, dus het is echt vrijwilligerswerk. Daar zit ik in de raad van bestuur. Dan zijn er ook nog een paar overblijfsels uit de politiek, zoals het beheerscomité van de pensioenen van de lokale besturen. Alles samen ga ik daarvoor op jaarbasis een keer of 15 naar Brussel.”

Heeft u ook hobby’s opgepikt?

“Niet opgepikt, maar ik had vooral meer tijd voor alles wat ik voordien al deed. Tegenwoordig kan ik op mijn gemak twee of drie per week de koersfiets op voor ritten van 70 à 80 km. Wat we absoluut graag deden en nu ook meer tijd voor hebben is reizen natuurlijk. En ik kijk graag sport: ik kan een hele middag naar Engels voetbal kijken.”

Wordt u nog vaak aangesproken door burgers?

“Jawel! Ook veel mensen die zeggen dat het ergens vuil ligt, of een voetpad dat kapot is… Vaak krijg ik te horen van mensen dat ze me vroeger niet durfden aan te spreken. Dat verwondert mij. Ik dacht dat ik als burgemeester ook altijd heel aanspreekbaar was.”

Heeft de politiek u gevormd als mens?

“Dat durf ik niet zeggen. Wat is het verhaal van een mens? Wie ben je en van waar kom je? Dat hangt met veel samen. Als ik het achteraf beschouw was het niet verwonderlijk dat ik in de politiek belandde. Ik ben van de generatie van mei ’68. Van kindsbeen af zat ik in de jeugdbeweging. In het eerbiedwaardige schoolgebouw hierachter (wijst naar College, red.) was ik de eerste voorzitter van het eerste leerlingenparlement. Mijn studies maatschappelijk werk…”

Wat zijn uw beste en slechtste eigenschappen?

“Mijn sociaal gevoel en gevoel voor rechtvaardigheid. Correctheid en rechtlijnigheid… Eens er een beslissing genomen is, go for it. Rechtdoor, maar soms botst dat met de verwachtingen van de mensen. Bij mij is een ja een ja en een nee een nee. Heb ik fouten gemaakt? Zeker wel, iedereen maakt fouten. Maar ik heb geen spijt. Met de kennis die ik achteraf heb, ging ik misschien anders beslist hebben. Maar goed, mijn leidmotief was dat niet beslissen ook een vorm is van beslissen, maar dat is altijd fout. Als je echter beslist en je haalt zeven op tien. Dan mag je gerust slapen.”

Oud-collega’s zeggen dat u in tegenstelling tot uw opvolger Jan Durnez graag de touwtjes in handen had.

“Dat klopt wel. Ik wilde met alles mee zijn en alles weten. Dat heeft misschien te maken met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Misschien was dat soms eens overdreven. Je moet ook soms vertrouwen kunnen geven aan de mensen.”

Hoe ziet uw 2020 eruit?

“We willen wel nog enkele reizen doen, maar dan wel binnen Europa. In november 2019 zijn we nog naar Nieuw-Zeeland geweest, voor de vijfde keer. Maar het zal wellicht de laatste keer geweest zijn. Dat is toch 24 uur dat je in de lucht hangt.”

Bio

Privé: Luc Dehaene is geboren in Ieper op 6 januari 1951. Hij woont op de Veemarkt, is getrouwd met Josiane Bouchaert en vader van Alexander, Dominique en Mathieu. Er zijn ook al negen kleinkinderen.

Opleiding: Hij liep lagere school in Vlamertinge en volgde daarna de Grieks-Latijnse aan het St.-Vincentiuscollege in Ieper. Hij behaalde daarna het diploma van maatschappelijk werker aan het Ipsoc in Kortrijk.

Loopbaan: Luc werkte op de sociale dienst van het psychiatrisch centrum in Beernem, was elf jaar diensthoofd van de afdeling maatschappelijk werk bij de CM in Roeselare. In 1988 werd hij privé-secretaris van Paul Breyne. Negen maanden later werkte Dehaene achtereenvolgens op de kabinetten van de ministers Daniël Coens en André Bourgeois. In 1989 werd hij schepen in Ieper. Burgemeester was hij van 1997 tot 2012.