Scouts JFK Menen gaan drukke kampzomer tegemoet:“Eindelijk weer naar het buitenland”

De leiding die zich had verzameld om te vertrekken op het voorkamp van de wolven (5e en 6e leerjaar): (van links naar rechts en van onder naar boven) Thibo Valcke, Ella Deryckere, Luna Deryckere, Inne Beghein, Jack Desmet, Sarah Huysentruyt en Robbe Vanfleteren. © Maxime Petit
Rémi Bruggeman
Rémi Bruggeman Medewerker KW

Het belooft een drukke zomer te worden voor de leidingsploeg van scouts JFK Menen. De leiding van de wolven vertrok woensdag al op voorkamp voor hun kamp van 1 tot 7 juli. Het kleine kamp van de kapoenen en welpen loopt tijdens dezelfde periode, op een andere plek weliswaar. De jongverkenners en verkenners gaan later in juli op Denjamb, een internationaal kamp.

Robbe Vanfleteren (21) is masterstudent burgerlijk ingenieur aan de UGent, maar maakte tijdens zijn examens wat tijd om te praten over zijn jeugdbeweging, de scouts JFK Menen. Hij is takleider van de welpen, de leden van het derde en vierde leerjaar die dit jaar samen met de nog jongere kapoenen naar Zelen (nabij Diest) op kamp gaan.

Klein kamp

Robbe legt uit: “We vertrekken op 1 juli en worden dan later vergezeld door de kapoenen die op 3 juli aankomen op de kampplek. De meesten van onze leiding zitten nog in de examens, maar dat is nooit een groot probleem. De data zijn elk jaar hetzelfde en als we vroeg genoeg beginnen met de kampvoorbereiding en goed communiceren, dan komt dat altijd goed. Dat is dit jaar niet anders, op uitzondering van enkele euvels. Er kruipt wel wat werk in zo’n kamp: spelmateriaal halen, spellen maken, administratie regelen… Gelukkig kunnen we altijd rekenen op enkele fouriers (oudleiding of andere leiding die de maaltijden voorbereiden, red.) die ons ondersteunen.”

Vanfleteren rondt dit jaar ondertussen zijn vierde jaar als leiding af en heeft ondertussen al aan heel wat takken leiding gegeven, zowel jong als oud. “Ik zit al vanaf mijn eerste jaar als kapoen in de scouts en behoor tot een echte scoutsfamilie. Het is een levensstijl. Het unieke aan de scouts is dat we als lid al van relatief vroeg zelfstandig moeten zijn, met ondersteuning van de leiding weliswaar. Al in het eerste middelbaar ging ik op tentenkamp en daar maakten we zelf ons eten. De fouriers hadden natuurlijk al de inkopen gedaan. We leren ook allemaal werk verzetten: als we aankomen op de kampplek moeten we de tenten opzetten en een HUDO (toilet gemaakt uit een put en sjorbalken, red.) graven.”

Wolvenkamp

Wolvenleidster Inne Beghein (21) vult aan: “Ook voor het wolvenkamp komt er veel voorbereiding bij kijken. Wij gaan vandaag, woensdag dus, al met een aantal anderen van de leiding van de wolven (vijfde en zesde leerjaar, red.) naar de kampplek om nog voorbereidingen te treffen: de dagtocht al eens aflopen, de HUDO klaarzetten en andere praktische zaken regelen. We gaan naar Zedelgem op kamp. De leden komen op 1 juli aan met de trein.”

De wolven zijn een gloednieuwe tak dit jaar. Doordat het ledenaantal van de welpen (oorspronkelijk derde tot vijfde leerjaar) en jojo’s (oorspronkelijk zesde leerjaar tot tweede middelbaar) de laatste jaren uit z’n voegen begon te schieten, riep de leiding een nieuwe tak in het leven. “Dat was in het begin wat wennen voor de leiding en leden”, geeft groepsleidster Beghein toe. “Het oudste jaar van de wolven zou normaal gezien dit jaar al op een internationaal kamp gaan. Ondertussen is iedereen de nieuwe tak al gewoon en belooft het een geslaagd kamp te worden.”

Denjamb

Zo gaan de jongverkenners (eerste en tweede middelbaar) en verkenners (derde tot vijfde middelbaar) dit jaar dus op Denjamb, een internationaal kamp in samenwerking met andere scoutsgroepen uit Ierland, Denemarken, Engeland, Noorwegen en Roemenië. Thibo Valcke (22), leider van de jongverkenners, is dit jaar contactpersoon voor dat internationale kamp: “Op 26 juli vertrekken we vanuit Menen met bijna 100 scoutsleden naar Kopenhagen. Dat wordt een pittige busrit van zo’n 15 uur. De jongverkenners, verkenners, enkele jins (zesde middelbaar) en andere sympathisanten gaan mee.”

De eerste vijf dagen vertoeven de leden op een eiland nabij Kopenhagen in de Noordzee. Daar staan er allerhande spelletjes op het programma met de leden van andere internationale scoutsafdelingen. Elke dag voorziet een ander land er de activiteiten. Thibo Valcke vult aan: “Daarna nemen we de ferry terug en wandelen we in twee dagen naar het centrum van Kopenhagen. Daar worden de leden opgevangen door Deense gastfamilies. Het is de bedoeling dat we dan wat kunnen proeven van de Deense cultuur.”

Uniek gegeven

“In 2018 namen wij het internationale kamp voor onze rekening en konden onze partnerscoutsgroepen België ontdekken. Door de coronacrisis zat er nu een schrikkelperiode tussen, maar het is de bedoeling dat we dat om de drie jaar doen. Dit is dus alleszins een speciaal jaar, want zo’n jamboree (internationaal kamp, Denjamb verwijst naar jamboree in Denemarken, red.) is een uniek gegeven. Ik merk dat de leden er hard naar uit hebben gekeken. Op 6 augustus zijn we uiteindelijk terug in het land.”

Daarnaast gaan de verkenners tussen 21 en 25 juli op voorkamp, nog voor de Denjamb. De jins, de oudste tak, hebben een apart kamp in juli.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier