Je bent jong en je wilt wat: Renners Warre en Lomme Van den Meerssche: “Het kan nog alle kanten op”

Warre: “Als ik moet kiezen, ga ik voor mijn studies.” Lomme: “Ik niet.”
Ann De Craemer
Ann De Craemer Schrijfster

Schrijfster en ‘onze’ eigen columniste Ann De Craemer vindt dat jongeren wat meer aan bod mogen komen in de media, en dus geeft ze in augustus vier opmerkelijke Tieltse jonge gasten het woord. Over hun passies, over hun verlangens voor de toekomst en over wat hen gelukkig maakt. Deze week: wielrenners Warre en Lomme Van den Meerssche.

Warre (19) en Lomme (17) waren al op jonge leeftijd verknocht aan de koers. Vader Mark ging in het weekend af en toe veldrijden. Op een dag vroeg Lomme, toen vier, of hij ook zo’n nummer op zijn rug mocht. Vanaf dan was Lomme een kleine crosser.

Flash forward naar vandaag. Warre is eerstejaars belofte; Lomme eerstejaars junior. Warre rijdt voor VDM Trawobo Cycling Team in Gijsensele; zijn broer voor Avia Rudyco Cycling Team in Hamme. Lomme: “De overstap naar de junioren is een grote sprong geweest, maar het gaat goed. Ik heb al veel grote koersen kunnen rijden. Als nieuweling heb ik er zelfs een gewonnen: de Herman Van Springels Diamond in Grobbendonk. Als tweedejaars nieuweling was ik ook tweede op het Belgisch kampioenschap.” Zijn broer vult aan: “Herman Van Springels Diamond, dat is echt een straffe koers. Het is de grootste sprintkoers van het jaar en het was lang geleden dat iemand solo finishte.”

Compressiekousen

Hoe zit dat met de trainingen? Lomme: “Tijdens de vakantie is dat algauw twintig uur per week.” Ze trainen zo veel mogelijk samen.

“Toch wanneer we een beetje hetzelfde ‘programma’ hebben qua training, dus een even lange afstand en dezelfde blokjes, bijvoorbeeld oefenen op klimmen en sprinten. Wanneer we beiden een duurtraining hebben, rijden we vier uur samen.” De broers zijn trouwens net terug van training wanneer ik hen interview. Als Lomme rechtstaat om een cola uit de koelkast te halen, zie ik zijn lange kousen. “Dat zijn compressiekousen, om je spieren beter te doen herstellen.”

Met het hele gezin

Lomme: “Ik ben qua lichaamsbouw eerder een sprinterstype, maar probeer toch ook zoveel mogelijk te klimmen. Ik zou graag een klassiek renner worden en koersen in België winnen. Welke koers dan? De Ronde van Vlaanderen, natuurlijk, al is Parijs-Roubaix net iets iconischer.” Warre: “Ik zie mij geen klassiek renner worden. Het kan nog alle kanten op. Als je je begint toe te spitsen op een bepaalde discipline, kan je niet meer overal je kans gaan.”

De ouders van Warre en Lomme, Mark en Annelies Devlamynck, gaan bijna altijd mee naar hun wedstrijden. Mama houdt alle uitslagen en artikels nauwgezet bij.

Tot slot wil ik nog weten wie hun favoriete renner is. Lomme: “Yves Lampaert. Natuurlijk omdat hij een West-Vlaming is, maar ook omdat hij altijd eerlijk is en zijn emoties durft te tonen.” Warre: “Sep Vanmarcke. Ik vind het zo jammer dat hij moest stoppen. Hij koerste altijd.” En wat zijn de plannen voor de toekomst? Warre: “Ik studeer L.O. en bewegingswetenschappen. Als ik moet kiezen tussen de koers en mijn studies, zou ik voor het laatste gaan.” Lomme: “Ik niet. Het is mijn droom om van koersen mijn beroep te maken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier