INSPECTEUR JPT (68): Jaloerse man laat buurman-minnaar van zijn vrouw stikken in brand
Waregemnaar Georges V. kan het niet langer aan dat zijn vrouw aanpapt met de buurman. Hij sticht brand in het huis, waar de vrouw en de buurman het bed delen. De minnaar blijft achter in de vuurpoel.
Elke week blikt onze gerechtsverslaggever Jean-Pierre Terryn alias Inspecteur JPT terug op een van de spraakmakendste gerechtelijke affaires in onze provincie.
Het West-Vlaamse assisenhof veroordeelde eind september 1996 de toen 49-jarige Waregemnaar Georges V. voor opzettelijke brandstichting tot 20 jaar celstraf. Uit wraak stak deze jaloerse echtgenoot in de nacht van 4 december op 5 december 1994 de woning van zijn echtgenote Rita Dhaenens in de Waterstraat in Waregem in de fik. Haar minnaar, buurman Marc Dejager kwam om in de vlammen.
Georges V. moet er nu 68 zijn. Hij moet al jaren geleden uit de gevangenis ontslagen zijn, na ongeveer een derde van zijn straf te hebben uitgezeten, inclusief een kleine twee jaar voorhechtenis.
Gestikt in de rook
‘s Nachts kreeg de Waregemse politie een noodoproep dat er brand uitgebroken was in een woning in de Waterstraat. Toen de hulpdiensten arriveerden, liep een vrouw in nachtgewaad totaal overstuur door de voortuin. De toen 41-jarige bewoonster Rita Dhaenens riep dat er zich nog iemand in de bungalow bevond. De brandweer arriveerde te laat : in een kamer troffen zij de overleden, zwart berookte 44-jarige Marc Dejager in zijn pyjama aan. Hij was door verstikking om het leven gekomen.
Tijdens een eerste ondervraging verklaarde Rita Dhaenens dat haar minaar die nacht bij haar sliep. Omstreeks 3 uur werden zij gewekt door een harde bonk aan de voordeur. Daarop nam Marc Dejager een kijkje in de gang, die toen al in lichterlaaie stond. De buurman-minnaar ging vervolgens op zoek naar Rita Dhaenens, maar de vrouw wist zich intussen via het slaapkamervenster uit de voeten te maken. Rita Dhaenens vermoedde onmiddellijk dat de brand door haar jaloerse echtgenoot, van wie zij gescheiden leefde, aangestoken was.
“Ik heb een stommiteit begaan”
Een uurtje later werd echtgenoot Georges V. aangehouden. Hij zat in zijn auto in een overdekte parking van het winkelcentrum Het Pand. Meteen bekende de dader dat hij “een stommiteit” beging. Hij had naar eigen zeggen zijn woning in brand gestoken, maar had geenszins de bedoeling iemand te vermoorden. “Doe mij maar de handboeien aan”, zei hij tegen de Waregemse agenten.
“Doe mij maar de handboeien aan. Ik heb mijn huis gebrand gestoken. Het was niet de bedoeling dat er een dode viel”
De vaststellingen van de Brugse brandexpert Walter Ghysel bevestigden dat de brand moedwillig aangestoken was: er was op drie verschillende plaatsen brand gesticht, met behulp van poetskatoen, rubberen lappen en thinner voor brandhaarden. Bovendien was de voordeur opengebeukt met een damijzer en was de telefoondraad aan de voorgevel doorgeknipt. In de kofferruimte van de verdachte werden trouwens poetskatoen en een naar thinner ruikende t-shirt gevonden.
Verliefd op de zoon van de buurman
De oorzaak van het drama was voor de onderzoekers niet moeilijk te vinden. Het huwelijk van Rita Dhaenens en Georges V. was na zeven jaar op de klippen gelopen. Voor beide partners betrof het een tweede huwelijk. Beiden hadden uit hun vorige relatie meerderjarige kinderen, die gelukkig al het huis uit waren op het moment van de feiten. Rita Dhaenens ging in januari 1994 een buitenechtelijke relatie aan met Marc Dejager, de ongehuwde zoon van hun buurman en vriend des huizes. Georges V. rook onraad : hij begon zijn vrouw te schaduwen, luisterde haar telefoongesprekken af en huurde zelfs een privé-detective in.
In april 1994 vroeg Rita Dhaenens de echtscheiding aan. Haar man trok in bij zijn zoon in Vichte. Georges V. bleef echter toenadering zoeken tot zijn echtgenote en in september 1994 hervatten zij hun gezamenlijk leven. Maar Rita wou niet volledig breken met haar minnaar Marc. Op 10 november 1994 diende een gerechtsdeurwaarder Georges V. uit het huis te zetten na een incident waarbij de politie uit veiligheidsoverwegingen een jachtwapen in beslag nam. Georges V. kon de toestand niet verkroppen en liep naar verluidt met zelfmoordplannen rond. Toen hij eind november 1994 een gerechtsbrief i.v.m. de definitieve echtscheiding ontving, laadde hij zijn auto vol poetskatoen en thinner om de woning van zijn echtgenote in brand te steken…
Hij verzeilde in een tunnel van hopeloosheid
Georges V. heeft zich voor de brandstichting voor het assisenhof moeten verantwoorden. Bezwarend was dat het een brand bij nachte was en bovendien een bewoond pand.
“Georges V. is een koele killer, maar weet gedurende het hele assisenproces perfect toneel te spelen.”
Tijdens de pleidooien schetste meester Joseph Van Den Broecke, de Waregemse raadsman van het slachtoffer, een weinig fraai beeld van de beklaagde. “Georges V. bereidde zijn wraakactie goed voor. Hij is een koele killer, maar weet gedurende zijn proces perfect toneel te spelen.”
Ook openbaar aanklager Luc Strypsteen wees in zijn rekwisitoor op de beredeneerde planning van de brandstichting. “De dader stichtte op verschillende plaatsen brand en sneed alle mogelijke vluchtwegen af. Bovendien knipte hij de telefoondraad door. Wie handelt onder een onweerstaanbare dwang doet dat niet.”
Tevergeefs zocht meester Ivan Dewever uit Wakken – geassisteerd door dochter Kristin Dewever – , de advocaat van de verdediging, naar een verschoningsgrond voor de feiten. “Toen Rita Dhaenens haar echtgenoot de deur wees, viel Georges V. in een zwart gat. Die tunnel van hopeloosheid en pijn werd steeds nauwer. De beklaagde raakte almaar meer geïsoleerd en zocht stuurloos een uitweg.” Vooraleer de twaalf juryleden zich terugtrokken om te beraadslagen over de schuldvraag, kreeg de betichte Georges V. het laatste woord. “Ik wou Marc Dejager niet doden. Het was een samenloop van omstandigheden.” Maar hij kon de gezworenen niet overtuigen van zijn onschuld…
Inspecteur JPT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier