INSPECTEUR JPT (67): ‘Het lesje’ van de ex-legionair werd buurmans dood
Jean-Luc Vanherpe wou zijn buurman enkel een lesje geven omdat die roddelde over hem. Martin Deconinck uit Rollegem werd echter verstikt met een snoer en heftig bewerkt met een staaf tot hij het leven liet.
Elke week blikt onze gerechtsverslaggever Jean-Pierre Terryn alias Inspecteur JPT terug op een van de spraakmakendste gerechtelijke affaires in onze provincie.
Eind april 2004 veroordeelde het West-Vlaamse assisenhof de toen 49-jarige legionair Jean-Luc Vanherpe tot 20 jaar opsluiting voor doodslag op zijn buurman Martin Deconinck (53) in Rollegem.
Pogingen van de jonge raadsmannen, meesters Kristiaan Vandenbussche en Tom van Maldergem van de Gentse balie om de schuld in de schoenen te schuiven van de inmiddels overleden Jean Lafont, een andere buurman van het slachtoffer, kon de jury niet overtuigen. Wel verkreeg de verdediging dat de kwalificatie moord werd omgezet in doodslag.
Jean-Luc Vanherpe werd op assisen bijgestaan door een Franssprekende tolk. Vanherpe zat met drie jaar voorhechtenis en vijf jaar effectieve celstraf in de gevangenis van Doornik een derde straf uit. Hij kwam in 2009 vrij. Vanherpe zou tegenwoordig in Zuid-Frankrijk leven.
Alles was gebroken
Martin Deconinck werd in de nacht van maandag 3 op dinsdag 4 december 2001 in zijn woning in de Tombroekmolenstraat in de Kortrijkse deelgemeente Rollegem na een woordenwisseling door Jean-Luc Vanherpe van kant gemaakt. Dader en slachtoffer woonden in elkaars buurt buren. Vanherpe nam de vlucht en kon pas enkele dagen later worden gevat.
Het was een andere buurman Jean Lafont, die op woensdag de levenloze Martin Deconinck vond. Hij was bij zijn buurman gaan aankloppen in verband met een openstaande schuld van 7.000 ‘oude Belgische’ frank en trof hem dood aan, badend in een plas bloed. Hij wist de verbalisanten te vertellen dat de avond van 3 december 2001 Jean-Luc Vanherpe bij het slachtoffer op bezoek was geweest. Hij had een fles drank bij zich. Op basis van de getuigenis van de buurman was Jean-Luc Vanherpe dus verdachte nummer een.
“Ik wilde Martin enkel een lesje leren omdat hij roddelde over mij. Ik had niet de intentie hem van het leven te beroven”
Drie dagen na de moord werd Jean-Luc Vanherpe op de industriezone van Moeskroen aangetroffen terwijl hij lag te slapen in een auto. Hij had toen behoorlijk gedronken en werd voor verhoor meegenomen. Hij gaf de feiten onmiddellijk toe. Vanherpe vertelde dat hij die bewuste avond inderdaad naar Deconinck was geweest omdat die in de buurt en de cafés kwaad sprak over hem. Hij wou hem een lesje geven. Er was toen een ruzie ontstaan. Vanherpe nam een snoer van een elektrisch toestel en snoerde daarmee de keel van Martin dicht. Vervolgens stopte hij zijn poging tot wurging en begon zijn slachtoffer met een ijzeren staaf te slaan en over het hele lichaam te schoppen. “Zo waren vooraan zijn borstkas nagenoeg al zijn ribben gebroken”, concludeerde wetsdokter Jan Bolt. “Hij werd hevig op het hoofd gestampt. Eigenlijk was alles in het slachtoffer gebroken.”
Toen nam Jean-Luc Vanherpe de vlucht met de auto van het slachtoffer, een Ford Escort. In de dagen van zijn vlucht dronk hij veel en bezocht hij enkele nachtbars. Hoewel hij voor moord wordt gedagvaard, blijft Vanherpe ontkennen dat hij de intentie had Martin te doden. Hij wilde hem enkel een lesje leren: “Martin Deconinck roddelde over mij. Hij maakte me zwart en zei dat ik een alcoholist en een straatloper was.”
Dader en slachtoffer kampen met drankprobleem
Het leven van ex-legionair Jean-Luc Vanherpe was er een van vallen en opstaan, van diverse relaties en werkgevers en veel drank. Hij werd door vele getuigen omschreven als een brave jongen, die evenwel agressief kon worden als hij gedronken heeft. Hij liep ook al enkele veroordelingen op voor dronkenschap, afpersing, misbruik van vertrouwen, slagen en diefstallen. Slager Luc Christiaens uit Rollegem getuigde: “Vanherpe was geen gewone. Hij was een schuw type.”
Het slachtoffer werd eveneens omschreven als een zachtaardige en vriendelijke persoon, die echter eveneens te kampen had met een drankprobleem. Martin Deconinck was afkomstig van Sint-Lodewijk, Deerlijk en een uit de echt gescheiden vader van twee kinderen. Getuigen zeiden dat hij nooit roddelde over iemand en zeker niet over Vanherpe, die hij liever uit de weg ging. Sedert zijn openhartoperatie in 1990 in Brugge kon Martin Deconinck niet meer werken. De gewezen bouwvakker genoot een werklozenuitkering. Hij woonde een tijdlang bij zijn zuster in Dottenijs in. Een jaar voor zijn dood ging hij alleen wonen in Rollegem.
“Hij wist met zijn kracht geen blijf”
Jean-Luc Vanherpe moest zich voor het assisenhof verantwoorden voor moord. Voorts werden hem de diefstal van de wagen, de bos sleutels en de inhoud van de portefeuille van het slachtoffer aangewreven.
Gerechtspsychiater Paul Lodewyck en psycholoog Jurgen Nijs waren het er beiden over eens dat Vanherpe op het ogenblik van de feiten wist wat hij deed, zodat hij toerekeningsvatbaar werd geacht. Wel wilden ze aanvaarden dat Vanherpe niet in herhaling zou vallen als hij maar van de drank afbleef.
“De dader hield met het elektriciteitssnoer het slachtoffer zeker twintig seconden in een wurggreep”
Voor procureur Fien Maddens was er geen reden om te twijfelen aan de schuld van Vanherpe. “Dokter Bolt heeft voldoende aangetoond dat de man geweten moet hebben dat de letsels die hij toebracht dodelijk konden zijn. Temeer daar hij zijn slachtoffer met een snoer zeker minimum twintig seconden in een wurggreep hield. En dat Vanherpe op het ogenblik van de feiten dronken was, zie ik eerder als een verzwarend element. Die man wist dat hij, eens hij drank ophad, met zijn kracht geen blijf wist.”
Meesters van Maldergem en Vandenbussche trokken daarop alle registers open. Daarbij benadrukten ze dat de feiten gebeurd waren zoals Jean-Luc Vanherpe altijd beweerde. Toen Vanherpe de woning van Deconinck verliet, leefde deze laatste nog. Vervolgens werd gesuggereerd dat Vanherpe het pad had geëffend voor buurman Jean Lafont, die Martin Deconinck, die bij hem in de schuld stond, achteraf met de ijzeren staaf zou hebben bewerkt. Jean Lafont kon niet getuigen. Hij stierf voor het assisenproces aanving.
Voorzitter zorgt voor incident
Voorzitter Michel Ryde zorgde op het proces nog voor een merkwaardig incident. Hij oordeelde dat meester Van Maldergem het wat te lang trok en schorste midden het pleidooi de zitting. Verlieten de raadsmannen ziedend de assisenzaal, dan legden ze bij de herneming van de zitting toch alles weer bij. Maar de gevraagde herkwalificatie als zou Vanherpe enkel slagen en verwondingen hebben toegebracht zonder het oogmerk te doden was voor de jury net een brug te ver.
Jean-Luc Vanherpe werd niet schuldig bevonden aan moord, maar hij werd wel veroordeeld voor doodslag en voor diefstal van de sleutels en de wagen van zijn slachtoffer. Procureur Maddens eiste vijfentwintig jaar. De ongelukkige jeugd en spijtbetuigingen van Vanherpe in acht genomen gaven de jury en het hof er hem uiteindelijk twintig.
Inspecteur JPT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier