INSPECTEUR JPT (63): Sami stierf in een kogelregen in Oostende
De vete tussen twee in Oostende gestrande Kosovaren eindigde in een bloedbad. Agron Mujaj doorzeefde met veertien kogels uit zijn machinepistool zijn landgenoot Sami Lahu.
Elke week blikt onze gerechtsverslaggever Jean-Pierre Terryn alias Inspecteur JPT terug op een van de spraakmakendste gerechtelijke affaires in onze provincie.
De tot Belg genaturaliseerde Kosovaar Agron Mujaj (32) hoorde zich in oktober 2001 door het West-Vlaamse asssenhof veroordeeld tot twintig jaar opsluiting voor de moord op zijn vroegere landgenoot Sami Lahu in Oostende. De toen 31-jarige Sami Lahu werd op 4 april 1999 genadeloos afgemaakt in een kogelregen in de uitgaansbuurt van de kuststad.
De nu 46-jarige Agron Mujaj is intussen in vrijheid gesteld.
Slachtoffer had keukenmes in de hand
Op die prille aprildag van 1999 werd de rijkswacht rond 20 uur verwittigd van een schietpartij in het Europacentrum in Oostende. Twee voorbijgangers werden ter hoogte van het flatgebouw in de Vlaanderenstraat geconfronteerd met een zeven maanden zwangere vrouw, die het gebouw uitliep en riep dat iemand haar man had neergeschoten. In de hal op de zesde verdieping, voor de ingang van zijn appartement, lag Sami Lahu. Hij had een keukenmes in de rechterhand. De hulpdiensten waren ondertussen ter plaatse gekomen. De MUG-arts kon enkel het overlijden vaststellen.
De verbalisanten achterhaalden dat Sami Lahu een van de betrokkenen was in de vechtpartij, die zich in de loop van de namiddag in Oostende had afgespeeld. De schermutseling deed zich tijdens een vergadering van Kosovaren voor in een woning in de Epsomlaan. Tijdens die bijeenkomst wilde men in het kader van de problematiek in Kosovo humanitaire hulp inzamelen. Er hing een geladen sfeer. Het kwam tot een hoogoplopende ruzie tussen Agron Mujaj en Sami Lahu. Het slachtoffer en de latere moordenaar leefden al enige tijd in onvrede.
Agron Mujaj – toen 30 – , die in De Haan woonde, werd onmiddellijk opgezocht. Hij gaf niet thuis. Nog diezelfde dag werd hij door de rijkwacht bij zijn ex-vrouw in Sint-Pieters-Woluwe opgepakt en voor verhoor overgebracht naar Oostende.
Toen de lift openging, vuurde hij
Aanvankelijk verklaarde Agron Mujaj niets over de aanslag te weten. De bijeenkomst van Albanezen herinnerde hij zich wel. Volgens Mujaj werd hij daar door Sami Lahu en zijn broer aangevallen en zwaar geslagen. Hij diende klacht in bij de rijkswacht en werd later door Sami Lahu telefonisch bedreigd. Mujaj vreesde dat Sami Lahu hem zou komen opzoeken om hem slagen toe te brengen. Daarop was hij met zijn wagen naar Oostende vertrokken. Hij was in het bezit van het wapen 7.65 Browning, dat hij een week eerder in Brussel had gekocht. Agron Mujaj beweerde vanaf dan een black-out te hebben gehad.
In een volgend verhoor door de Brugse onderzoeksrechter Christine Pottiez leek Agron Mujaj zich toch nog een en ander van de feiten te herinneren. Nadat hij zijn auto in de buurt van het casino had geparkeerd, stak hij de patronen in de lader van het wapen, dat hij onder zijn vest verborg. Hij trok naar het appartement van Sami Lahu in het Europacentrum. Toen hij aanbelde, kreeg hij verwijten naar het hoofd geslingerd waardoor hij kwaad werd. In de lift stak hij de lader in het wapen en toen de lift openging zag hij Lahu staan. Zodra hij hem zag vuurde hij tot de liftdeuren weer dichtgingen.
“Woedende dader vuurde in de lift naar Sami Lahu tot de liftdeuren weer dichtgingen”
Na de feiten probeerde Mujaj in zijn wagen zelfmoord te plegen, maar dat mislukte omdat er geen patronen meer in het wapen zaten. Agron Mujaj beweerde dat hij Sami niet wilde vermoorden, maar naar zijn flat was gegaan om de ruzie bij te leggen. Uit de bevindingen van de wapendeskundige bleek dat er door Agron Mujaj 14 kogels werden afgevuurd. Sami Lahu overleed ingevolge interne bloedingen. Een van de kogelbanen perforeerde het hart.
Schutter is een arrogante ruziezoeker
Agron Mujaj werd als derde kind in een landbouwersgezin van zes jongens geboren in de provincie Kosovo in het toenmalige Joegoslavië. In 1989 kwam hij in Zwitserland onwettig het land binnen. Na een veroordeling wegens inbreuken op de wetgeving inzake wapens, drugs en wegverkeer, werd hij het land werd uitgewezen. Hij raakte enkele jaren op dool. Sinds 1991 had hij zijn ouders niet meer gezien. In 1994 kwam hij naar ons land waar hij bij verschillende werkgevers aan de slag ging. Hij verdiende goed zijn brood en had op bepaalde ogenblikken zelfs een dubbel inkomen door de OCMW-steun die hij genoot, niettegenstaande hij ook legaal werk verrichtte.
Zijn werkgevers beschreven hem als een hardwerkende en beleefde man. Zijn landgenoten daarentegen noemden hem een arrogante ruziezoeker en manipulator. In ons land liep hij enkele verkeersonvertredingen op. De psychiater die hem onderzocht, beschreef Agron Mujaj als sociaal gevaarlijk.
Vredespijp was zijn wapen geworden
“Ik had na onze ruzie op de vergadering de intentie naar Kosovo terug te keren, maar wilde toch eerst nog het geschil met Sami Lahu bijleggen. Toen ik voor hem stond op zijn flat werd ik opnieuw beledigd. Hij beledigde ook mijn moeder. Dat was er over. Ik vuurde”, liet Agron Mujaj, die goed Nederlands spreekt, op zijn assisenproces horen.
Volgens mr. Marianne Van Gheluwe, die optrad namens de vrouw van het slachtoffer en zijn twee kinderen, heeft Agron Mujaj veertien keer de kans gekregen zijn daad niet uit te voeren. “Hij heeft alle rode vlaggen genegeerd. In ruil werd Sami Lahu doorzeefd met veertien kogels. Mijn cliënt heeft de feiten niet uitgelokt door Mujaj op de bijeenkomst van de Kosovaren een paar meppen te geven.”
Volgens openbare aanklager Willem De Pauw is de rode draad in dit hele verhaal de ongeloofwaardigheid van de beschuldigde. “Mujaj is geen seriemoordenaar, maar heeft wel een moeilijke verhouding met de waarheid. Hij zou na de gemiste vergadering met de Kosovaren naar Kosovo terugkeren, maar dat deed hij niet. Hij trok met zijn wapen naar Lahu om hem koelbloedig neer te knallen. Hier is dus zeker sprake van voorbedachtheid. Hij wilde zogezegd een ruzie bijleggen, maar de vredespijp was zijn wapen.”
“Agron Mujaj werd voor de ogen van zijn landgenoten vernederd en was woedend omdat zijn moeder werd beledigd”
Volgens mr. Johan Platteau is er geen sprake van voorbedachtheid. “Heel wat mensen vertelden tijdens het proces dat Agron Mujaj zinnens was naar Kosovo terug te keren. Hij nam zijn wapen mee naar Lahu omdat hij vreesde dat die gewapend zou zijn. Een vrees die verrechtvaardigd was, want hij had een mes in de hand toen hij met Mujaj werd geconfronteerd in de gang van zijn appartement. Cruciaal is dat Mujaj woedend was net voor de feiten, woedend omdat hij voor de ogen van zijn landgenoten door Lahu was vernederd en woedend omdat Lahu meerdere keren zijn moeder had beledigd.”
Mr. Platteau kreeg van het hof toestemming een derde vraag te laten stellen aan de jury omtrent de verschoning, nl. dat de feiten door het slachtoffer zelf waren uitgelokt. Op die vraag werd neen geantwoord. Mujaj werd schuldig bevonden aan moord. De openbare aanklager vorderde 24 jaar. Agron Mujaj kreeg twintig jaar opsluiting.
Inspecteur JPT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier