Inspecteur JPT (6): Oostendse lerares doodt collega-minnaar van het Brugse KTA met slagersmes in bed

De knappe, goedlachse lerares van weleer was een gebroken vrouw op het assisenproces. Repro KW/JPT
Redactie KW

Cecilia Corneillie ontkende tot op haar assisenproces dat ze haar minnaar Firmin Vandevijver met een mes om het leven bracht. “Ik heb geen schuldgevoelens. Dat sterkt me in de overtuiging dat ik niets met zijn dood heb te maken.”

Elke week blikt onze gerechtsverslaggever Jean-Pierre Terryn alias Inspecteur JPT terug op een van de spraakmakendste gerechtelijke affaires in onze provincie.

Het West-Vlaamse assisenhof en de volksjury veroordeelden Cecilia Corneillie uit Oostende begin oktober 1994 niettemin tot twintig jaar dwangarbeid voor de doodslag op haar minnaar en KTA-collega in Brugge, de Zedelgemnaar Firmin Vandevijver. Na ruim een derde van haar straf te hebben ondergaan kwam de lerares vrij. Een gebroken vrouw sukkelde met haar gezondheid.

Onbekende indringer

Cecilia Corneillie (geboren op 3 maart 1941 in Roeselare, toen dus 51 jaar) stond haar minnaar naar het leven in haar flat in Residentie Chantal in de Frère Orbanlaan in Oostende in de nacht van 4 oktober 1992. Met twee slagersmessen bracht ze de 52-jarige Firmin Vandevijver in zijn slaap wel negen messteken toe. Een ervan boorde zich in zijn hart. Het werd de slapende man fataal. Zelf liep ze tijdens de slachtpartij een vijftiental, zij het wel oppervlakkige snijwonden op.

Van meet af aan hield de Cecilia Corneillie vol geen uitstaan met de gewelddadige dood van haar minnaar te hebben. De hoogbegaafde en welbespraakte lerares verstopte zich achter een gevel van fatsoen en zelfbeheersing. Ze hield zich vast aan het verhaal van de vreemde indringer. ‘Een onbekende kerel in groene anorak’ zou via het terras aan de achterkant van het appartement hun slaapkamer zijn binnengedrongen. Toen Cecilia Corneillie door een schreeuw gewekt werd, zag ze hoe ‘een schim’ haar minnaar met een mes te lijf ging.

Hoe zij zelf gewond raakte, kon ze niet verklaren. “Wellicht heb ik slaapdronken de aanvaller proberen van mij af te schudden.” Het onderzoeksteam van het Brugse parket, dat afstapte, vond in de slaapkamer twee messen die afkomstig waren uit de lade in de keuken. Er werd bovendien niets gestolen.

Vrouwelijk schoon

Cecilia Corneillie, die niet onder indruk leek van de gewelddadige dood van Firmin Vandevijver, werd de daaropvolgende dagen 29 keer verhoord. Ze diste wel zeven verschillende versies op. “Misschien heeft de vriend van mijn dochter het gedaan? Of leerlingen van school, die het niet voor Firmin hadden?” Haar verhalen raakten geen kant. Tegenstrijdigheden in haar verklaringen drongen haar uiteindelijk met de rug tegen de muur. Zes dagen na het nachtelijk bloedbad gaf ze toe de schuldige te zijn. Later trok ze haar bekentenis weer in.

Cecilia Corneillie en Firmin Vandevijver leerden elkaar in 1970 kennen aan het KTA in St.-Michiels-Brugge. Zij was er lerares Nederlands-geschiedenis, hij praktijkleraar mechanica. Wel kon hij nauwelijks verstoppen dat hij een zwak voor vrouwelijk schoon had. De schooldirectie had nochtans niets aan te merken. Beiden stonden als plichtsbewuste en gedreven leerkrachten aangeschreven.

Al gauw kwam het tussen de twee collega’s tot een passionele relatie. De vonken sprongen er af. Cecilia Corneillie verliet haar man en nam haar intrek in het appartement in Oostende. In november 1991 trok Firmin Vandevijver bij haar in, maar bleef evenwel contact houden met zijn eerste vrouw. De laatste maanden dat Cecilia en Firmin samen waren, kwam er toch sleet op de relatie. Cecilia Corneillie kon het moeilijk aan dat Firmin Vandevijver (“dien dikke profiteur”) nauwelijks tussenkwam in de kosten voor levensonderhoud, hij niet brak met zijn echtgenote en een slechte relatie had met haar inwonende dochter van 21 jaar. Ze leefden in feite al naast elkaar. Enkel hun seksuele relatie hield hen nog bij elkaar.

Moeras

Voor Cecilia Corneillie opende de ontmoeting met een vroegere jeugdliefde voor haar nieuwe toekomstperspectieven. Maar Firmin Vandevijver stond in de weg. Zij moest van hem af. Aanvankelijk ging ze hem op een sluwe en geraffineerde manier zwart maken op school, bij vrienden en kennissen. Firmin Vandevijver wou niet wijken. Hij was zelfs bereid definitief met zijn echtgenote te breken en voortaan zijn loon niet meer aan haar af te geven zoals hij tot dan deed. Het plan om hem op min of meer elegante manier buiten te krijgen, sloeg niet aan. Cecilia Corneillie greep in een moment van zwakte naar totaal andere middelen…

De bekende assisenverslaggever Gust Verwerft verwoordde het zo: “Binnen de driehoek, gevormd door flierefluiter Firmin, de levensblije, gelukkig gescheiden Cecilia en haar rebelse dochter lag een moeras waarin een van de drie moest tenonder gaan. Het werd Firmin.”