INSPECTEUR JPT (38): Algerijn vermoordt Brugse vriendin in ‘godshuisje’ op zijn verjaardag
Noerddine Mekaoui verdacht zijn Brugse vriendin Nathalie zijn geld te hebben gestolen. Tijdens een felle ruzie stak hij haar met een mes in het ‘godshuisje’ dood. De feiten kwamen tijdens tv-opnamen aan het licht.
Elke week blikt onze gerechtsverslaggever Jean-Pierre Terryn alias Inspecteur JPT terug op een van de spraakmakendste gerechtelijke affaires in onze provincie.
In april 2005 stond de 30-jarige Algerijn Noerddine Mekaoui terecht voor het West-Vlaamse assisenhof op beschuldiging van doodslag op de 24-jarige Nathalie Degrande. Op 28 februari 2002 had hij – uitgerekend op zijn 27ste verjaardag – zijn vriendin in een ‘godshuisje’ van het Brugse OCMW tijdens een hoogoplopende ruzie met een vleesmes afgemaakt. Pas op 4 april werd haar lichaam, dat in verregaande staat van ontbinding was, toevallig ontdekt tijdens de opnamen van het VRT-programma Het leven zoals het is bij het OCMW van Brugge.
Oprechte spijt helpt niet
Pas een half jaar nadat het lichaam van de jonge vrouw gevonden werd, werd de potentiële dader gevat. Intens speurwerk leidde de onderzoekers naar een adres in Sint-Amandsberg, waar Noerddine Mekaoui vertoefde. Aanvankelijk ontkende de man alle betrokkenheid. Hij ging pas tot bekentenissen over toen hij geconfronteerd werd met het wetenschappelijke bewijs dat het bloed, dat in de woning van het slachtoffer was aangetroffen, van hem was.
Slachtoffer Nathalie Degrande (24). Foto EFOO
Noerdinne Mekaoui werd veroordeeld tot twintig jaar opsluiting. De jury en het hof volgden in de strafmaat procureur Luc Strypsteen, die twintig jaar vorderde. Volgens de advocaten van de beschuldigde waren de oprechte spijtbetuigingen en het blanco strafblad van hun cliënt degelijke redenen om een nog milder oordeel te vellen. Ze stelden twaalf jaar voor, maar haalden het niet.
Mekaar ontmoet in de nachtwinkel
Noerddine Mekaoui leerde zijn latere slachtoffer eind december 2001 kennen in de nachtwinkel Taxi-phone in Brugge. Hij trok meteen met Nathalie Degrande mee naar haar toenmalige woning aan de Peperstraat. Enkele dagen later ontmoetten ze elkaar opnieuw, dit keer in de nieuwe woning van Nathalie aan de Moerstraat. ‘Het godshuisje’ had ze ter beschikking gekregen van het OCMW. Daags nadien spoorde de jonge vrouw naar haar werk in Gent. Mekaoui wilde in Brugge de bus nemen en stelde vast dat een aanzienlijke som geld uit zijn portefeuille was verdwenen. Naar zijn zeggen ging het om 40.000 ‘oude Belgische’ frank, 200 dollar en 20 Zwitserse frank. Hij was ervan overtuigd dat Nathalie Degrande het geld had gestolen. Hij ging naar haar op zoek, maar het duurde tot na middernacht op 28 februari – en na een vijftiental pinten – voor hij haar vond in ‘het godshuisje’. Het werd hun laatste rendez-vous.
Het ‘godshuisje’ in de Brugse Moerstraat, plaats van de misdaad. Foto EFOO
Wapen in water gegooid
Ze bedreven er de liefde. Toen de Noerddine Mekaoui daarna even naar het toilet moest, stelde hij bij zijn terugkeer vast dat zijn portefeuille half uit de zak van zijn jas stak. Hij sprak er Nathalie over en vroeg haar of ze hem misschien nog eens wilde bestelen. Ze reageerde zenuwachtig en dreigde ermee naar de politie te bellen. Noerdinne Mekaoui sloeg haar vervolgens met een fles op het hoofd. Toen hij op het afdruiprek naast de afwasbak een mes zag liggen, was haar lot bezegeld. Een paar uur later verliet hij het huisje en nam hij de gsm van zijn slachtoffer mee. Hij ging nog eens langs bij een vriendin en trok vervolgens naar Gent, waar hij het mes nabij de Dampoort in het water gooide. Zijn bebloede sportschoenen gaf hij daags nadien mee met de vuilnisdienst en het gsm-toestel gooide hij weg in het Gentse Zuidpark.
Dat Nathalie Degrande hem zou hebben bestolen, kon nooit worden achterhaald, ook niet tijdens het assisenproces. Een vriend, de enige die volgens hem op de hoogte was, kon niet worden verhoord want die was gerepatrieerd naar Algerije.
Noerddine Mekaoui. Foto JD
Leven in de marginaliteit
Nathalie Degrande was afkomstig van de Brugse Zandstraat, waar ze op 2 januari 1978 werd geboren. Ze kende een normale jeugd. Na haar lagere studies volgde ze beroepsonderwijs aan het KTA in Brugge, drie jaar personenzorg, nog twee jaar verzorging en een specialisatiejaar thuis- en bejaardenzorg. Ze was pas 17 toen ze haar eerste vaste relatie aanknoopte. Die duurde twee jaar. Na een examen kon ze aan het werk bij het Brugse OCMW in het woon- en zorgcentrum De Zeven Torentjes in Assebroek. Wegens onwettige afwezigheid werd ze na enkele maanden ontslagen. Na een volgende relatie raakte Nathalie vanaf eind 2001 op de dool. Op een gegeven moment ontdekten haar ouders dat ze in hun garage sliep. Zeker is dat Nathalie zowat een jaar voor haar gewelddadige dood in de marginaliteit was verzeild geraakt.
Gehandeld in een soort trance
Nadia Lorenzetti uit Brugge nam samen met de flamboyante Gentse strafpleiter Frank Scheerlinck de verdediging van de beschuldigde op zich. Mr. Lorenzetti wees op de penibele omstandigheden waarin Noerddine Mekaoui zijn land in juli 2001 diende te verlaten. “Hij was agent bij de antiterreurcel, maar werd om disciplinaire redenen ontslagen. Zijn familie en vrienden liet hij achter, hij verbleef in instellingen en verkeerde voortdurend in financiële nood. Nathalie Degrande was zijn enige houvast, maar ook zij kon het tij niet doen keren. En toen was er die fatale ontmoeting op 28 februari.
Mr. Scheerlinck pleitte dat Noerddine Mekaoui niet schuldig was aan doodslag. “Wij vragen de herkwalificatie van doodslag naar slagen en verwondingen, zonder het oogmerk te doden, maar met de dood tot gevolg. Op het ogenblik van de feiten was Mekaoui duidelijk in een soort trance. Nathalie had hem al eens bestolen. Toen ze het die nacht nog eens wilde proberen, sloegen bij onze cliënt de stoppen door. De zware verwondingen waren een gevolg van het gevecht tussen dader en slachtoffer. We vragen geen vrijspraak. We hebben het niet over wettige zelfverdediging. Maar Noerddine wilde Nathalie zeker niet dood.”
De herkwalificatie werd door de jury van tafel geveegd. Mekaoui werd schuldig bevonden aan doodslag. Procureur Luc Strypsteen achtte de doodslag meer dan bewezen. “Mekaoui stak tot Nathalie ophield met roepen en wie niet meer roept, is dood.”
(JPT)
Inspecteur JPT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier