INSPECTEUR JPT (35): Roofmoord op bejaarde Oostendenaar levert slechts 37 frank op
Strandreinigers Peter Devos en James Senecaut hoopten een fortuin te vinden bij de bejaarde Oostendenaar Albert Sneijers. De roofmoordenaars vonden slechts 37 frank in zijn broekzak.
Elke week blikt onze gerechtsverslaggever Jean-Pierre Terryn alias Inspecteur JPT terug op een van de spraakmakendste gerechtelijke affaires in onze provincie.
Net zoals de homovriendjes Peter Devos (29) en James Senecaut (22) geen genade kenden voor hun slachtoffer, de 89-jarige Albert Sneijers, spaarden de rechters en de jury van het assisenhof in Brugge einde februari 2000 beide moordenaars niet. De twee kompanen, die op de avond van 17 april 1997 in Oostende de oude man op zijn appartement de keel toeknepen en er met amper 37 frank vandoor gingen, werden tot respectievelijk 30 en 25 jaar celstraf veroordeeld.
Devos en Senecaut hoopten een fortuin te vinden, maar stalen net genoeg om er een klein broodje mee te betalen. De daders werden pas veertien maanden na de roofmoord ontmaskerd. Beiden zaten een flink stuk van hun gevangenisstraf uit, inclusief drie jaar voorhechtenis. Toen ze vrij kwamen verdwenen ze in de anonimiteit van het marginaal milieu. Mr. Koenraad Stubbe uit Knokke, advocaat van Devos, en zijn collega, mr. Hans Weyts uit Brugge, raadsman van Senecaut, hebben er geen idee van waar hun vroegere cliënten tegenwoordig uithangen.
Poetsvrouw wist van half miljoen af
Verontruste buren troffen het levenloze lichaam van Albert Sneijers daags na de feiten in de flat aan. Vijftien maanden lang werd verwoed gezocht naar de dader(s). Kort na de feiten werd zelfs de zoon van het slachtoffer ervan verdacht de moord te hebben gepleegd. Algauw bleek dat deze man over een sluitend alibi beschikte.
Toen in de lente van 1997 de financiële situatie van Peter Devos (toen 26) weer erg benard werd, rijpte bij hem het idee om een overval te plegen. Hij zou daarvoor James Senecaut (19), de zoon van zijn twintig jaar oudere vriendin Dorothy, mee op sleeptouw nemen. Aanvankelijk lieten de twee mannen het oog vallen op het pension-restaurant Ocelot in Oostende. Omdat de uitvoering van de plannen al te riskant werd beschouwd, stelde James Senecaut voor Albert Bertje Sneijers te beroven. Zij kenden Bertje via Dorothy, dus de moeder van James Senecaut en tevens bijzit van Peter Devos.
Een half miljoen tussen krantenpapier
Dorothy werkte in 1996 als poetsvrouw bij het OCMW van Oostende. In die periode ging ze wekelijks twee keer schoon maken in de flat van Albert Sneijers. Zelfs toen ze werkloos werd, bezocht ze de oude man nog regelmatig. Soms werd ze daarbij vergezeld door haar zoon James. Tijdens die bezoekjes toonde Albert zijn geld en zei dat het in krantenpapier gewikkelde bundeltje goed was voor een half miljoen frank. Dorothy vertelde dat aan haar zoon James Senecaut en haar bijzit Peter Devos. Omdat Senecaut al meer dan eens bij Bertje op bezoek was geweest, bestond het risico dat hij herkend zou worden. Daarom stelde Peter Devos voor Bertje voor goed het zwijgen op te leggen. Om hun zoektocht naar geld in het appartement te vergemakkelijken, had Senecaut vooraf een plattegrond van de flat getekend.
Buit van… 37 frank
De avond van de feiten trokken Peter Devos en James Senecaut vanuit hun woning op de Oostendse Vuurtorenwijk naar het appartement van Albert Sneijers in de Breidelstraat in Oostende. Om niet op te vallen droegen ze donkere kleren en om geen vingerafdrukken achter te laten op de plaats van het misdrijf, namen ze handschoenen mee. Peter Devos voorzag zich tevens van een plooimes.
Peter Devos belde aan en gaf zich uit voor een Oostendse politieagent. Het niets vermoedend Bertje liet zijn moordenaar binnen. Devos begaf zich onmiddellijk naar de eerste verdieping, gevolgd door zijn kompaan. Bij het betreden van de flat nam Devos de oude man direct bij de keel. Daarop volgde een kleine schermutseling waarop Bertje op de grond viel. Terwijl Peter Devos de weerloze man met de blote hand wurgde, ging Senecaut op zoek naar geld. Het hele appartement werd ondersteboven gekeerd maar het half miljoen werd niet gevonden. De uiteindelijke buit bedroeg amper 37 fr. Dat luttele bedrag werd uit een broekzak van het slachtoffer gegraaid. Uit het onderzoek zou later blijken dat Bertje zijn geld in een luchtkoker in de bergruimte verborgen had.
Een vreselijk geheim
Na de feiten namen Peter Devos en James Senecaut de laatste tram richting Vuurtorenwijk. Op het appartement van Devos speelden ze nadien met de kaarten en een partijtje vogelpik. Ook Dorothy werd op de hoogte gebracht van de moord. Omwille van haar zoon en uit schrik voor de reactie van haar bijzit Peter Devos, besloot zij niets te vertellen aan de politie. Het drietal hield de lippen stijf en droeg meer dan een jaar een vreselijk geheim met zich mee. De daders bleven onvindbaar tot in juli 1998.
Op 19 juli werd om politietussenkomst verzocht voor een banale ruzie tussen Dorothy, haar zoon James Senecaut en haar bijzit Peter Devos. Devos, die over zijn toeren was en zwaar gedronken had, bekende plots aan de agenten de gruwelijke feiten. Na eerst de moord in de schoenen van Senecaut te schuiven, gaf Devos uiteindelijk toe dat hij de bejaarde man om het leven bracht. ‘Meeloper’ Senecaut bekende zijn aandeel. Dorothy bleef buiten schot.
Tijdens hun assisenproces schoven de twee beschuldigden de schuld in elkaars schoenen. De jury oordeelde dat beiden even schuldig waren.
Inspecteur JPT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier