INSPECTEUR JPT (28): Vlamertingse boer begraaft gewurgde echtgenote op akker in Frans-Vlaanderen
Omdat hij vreesde dat ze na de echtelijke breuk van zijn geld zou profiteren, wurgde de Vlamertingse boer Rik V. zijn vrouw An Logie. Hij dumpte het lijk in een vooraf gegraven put net over de schreve.
Elke week blikt onze gerechtsverslaggever Jean-Pierre Terryn alias Inspecteur JPT terug op een van de spraakmakendste gerechtelijke affaires in onze provincie.
Begin mei 2001 veroordeelde het West-Vlaamse assisenhof de welgestelde landbouwer Rik V. (toen 42) uit Vlamertinge tot 25 jaar celstraf voor de moord op zijn zes jaar jongere echtgenote An Logie op 15 april 1999. Rik V. genoot van de Wet Lejeune en kwam al vlug vervroegd vrij. Hij is er nu 55, woont op een hoevetje in Heuvelland en is op de sukkel met zijn heup. Na zijn vrijlating ging hij in de bouwsector werken.
‘Ze is ons ras niet’
Met het arrest viel het doek over een proces, dat veel heeft blootgelegd over het reilen en zeilen in de boerenstiel in de Westhoek. Er werden veel ongezouten uitspraken gedaan, vader V. zorgde voor spektakel, maar wat zoon Rik deed, is onomkeerbaar. Zijn liefde voor zijn patrimonium en zijn vrees om het te verliezen, deden hem een stap te ver gaan, ten koste van een mensenleven: dat van de moeder van zijn kinderen.
Tijdens de procesdagen ging het er heel gespannen aan toe tussen de families V. en Logie. Een opmerkelijke getuige was dus vader M.V.. Die zei dat hij het voorspeld had dat het slecht ging aflopen ‘met een vrouw als An Logie’. “Rik is tegen ons gedacht getrouwd. Ze was ons ras niet. Het landbouwbedrijf in de Grote Branderstraat in Vlamertinge hebben we 150 jaar opgebouwd met eigen volk. Nu is het allemaal naar de kloten. Rik, jongen, je ziet waar je nu beland zijt door uw eigen gedacht te doen.” Assisenvoorzitter Paul Boudolf moest ingrijpen, want de vader was niet te temperen. Terwijl hij werd weggeleid, riep M.V. nog felle scheldwoorden in de richting van de familie van het slachtoffer.
Haar graf lag klaar
Voor openbaar aanklager Wim De Pauw was het duidelijk: “Het graf van An Logie lag klaar. Het drama begon toen zij besloot om van Rik V. weg te gaan. Eerst toonde hij begrip, maar de stemming sloeg snel om. Hij wilde geen onderhoudsgeld betalen voor zijn kinderen en toen hij ging beseffen dat hij ook een deel van zijn bezittingen zou moeten afstaan, werd hij kwaad op haar. Uiteindelijk ruimde hij haar uit de weg.”
Voor zijn verdediger is Rik V. niet het monster waarvoor hij werd afgeschilderd. Mr. Herman Baron uit Ieper op het assisenproces: “Rik V. stond onder te zware druk van zijn vader, die moest waken over de familiedynastie. Mijn cliënt moest ten allen prijze vermijden dat een deel van het patrimonium naar An zou gaan.” Van voorbedachtheid was volgens mr. Baron geen sprake: “Het touw waarmee An zogezegd om het leven zou zijn gebracht, lag altijd in zijn auto. Ook de put in West-Cappel in Frans-Vlaanderen had niets met haar dood te maken. Waarom zou hij trouwens drie putten hebben gegraven? U weet dat hij de put verder moest uitdiepen om Ans lichaam erin te krijgen. Ik kan erin komen dat gesteld wordt dat hij haar dood wilde, maar hij had geen andere keuze. De druk op hem was te groot geworden.”
Hun liefde was niet stuk te krijgen
Het huwelijk tussen Rik V. en An Logie kreeg veel kritiek in de twee families. Haar ouders vonden een boerenzoon te ruig en te bruut voor hun dochter. Zijn ouders vonden dat hij op een boerenbedrijf met 25 melkkoeien niets kon aanvangen met de dochter van een loonwerker. Maar de liefde van An voor Rik was niet stuk te krijgen en ze trouwden. Het was aanstekelijk om zien hoe ze zich als versbakken boerin haar best deed. Ze deed tussendoor nog het huishouden en de bankzaken. Dit hield An elf jaar vol, tot ze in november 1998 samen met haar zoontje en dochtertje het boerenerf de rug toekeerde. De Grote Brandersstraat in Vlamertinge wilde ze voorgoed vergeten.
Zonder bericht achter te laten, nam An de vlucht. In Ieper ging ze samenwonen met R. B.. Er volgden maatregelen voor de kinderen, maar Rik kon zich bij de toestand niet neerleggen. Het was diezelfde R.B. die bij de politie alarm sloeg toen An na het bezoek aan Rik V. niet meer terugkeerde.
Afspraak achter de kerk
Op 15 april 1999 had Rik V. (toen 39) met An (33) afgesproken achter de kerk in Vlamertinge. Hij wou haar meenemen om in Noord-Frankrijk iets te gaan eten en een en ander te bespreken. Maar in de auto liep het verkeerd af. Hij bracht haar om het leven en begroef haar in een put op een akker in West-Cappel, die Rik V. pachtte. Cimetière du diable (‘kerkhof van de duivel’), zo heet in de volksmond het gehucht tussen Rexpoëde en West-Cappel, waar de akker lag.
Drie dagen later werd de boer aangehouden. Na een marathonverhoor verklaarde dat hij An in de auto had gewurgd met een touw, dat al enkele weken in zijn auto klaar lag. “Ik was al zolang van plan haar uit te schakelen.” Hij herhaalde deze versie tot twee keer toe, maar een maand later zei hij dat die verklaring hem in de schoenen was geschoven door de ondervragers zelf. “Omdat ik een touw in de auto had liggen, gingen ze ervan uit dat ik het gebruikt had. Elke boer heeft een koezeel in zijn auto liggen. De speurders bleven echter aandringen en ze hebben dat ook zo opgeschreven.”
‘Dikke zever’
In zijn tweede versie zei hij dat hij veel heeft moeten slikken, maar dat hij zich bij haar vertrek neerlegde. “Wat ik niet kon maken, is haar gezeur over het spaargeld van de kinderen, zo’n 260.000 frank. Ze wilde daar een deel van afhalen voor de plechtige communie van onze zoon. Toen ze daar in de auto opnieuw over begon, werd ik woedend en heb haar met gestrekte arm tegen de hoofdsteun van de auto geduwd. Iets te lang wellicht, want vooraleer ik het besefte, was ze dood.”
En wat de put betrof, diste de beschuldigde op dat die bedoeld was voor grondstalen. Dat Rik V. de put in West-Cappel, net over de Franse grens, had gegraven om grondstalen te nemen, noemde openbaar aanklager Wim De Pauw “dikke zever”: “De akker was al bemest en de plaats, buiten het gezichtsveld van voorbijgangers, zegt genoeg. Dat hij haar in de discussie over de spaarcenten van de kinderen plotseling naar de keel greep, is ook larie. Hij doodde haar met het touw en wachtte rustig tot het donker was om het lijk van zijn vrouw in de put te dumpen!”
Achterstallig onderhoudsgeld
In zijn derde versie op het assisenproces verklaarde hij dat hij zijn arm rond de hoofdsteun legde en haar zo de keel dichtkneep. “Iets te hard en iets te lang wellicht, maar niet met de bedoeling te doden.” Pech voor Rik V. was wel dat twee wetsdokters het erover eens waren dat An niet met de handen maar met een touw was gewurgd. Rik V. heeft lang geaarzeld de waarheid te vertellen over de manier waarop hij het met een smoesje klaarspeelde om An Logie in zijn auto mee te krijgen richting Noord-Frankrijk. Op assisen kwam het verlossende antwoord. “Ik moest 10.000 frank per maand alimentatie betalen voor de kinderen. Ik betaalde dit eigenlijk als ik daar zin in had, niet altijd stipt per maand. Het was mijn bedoeling haar in de auto drie achterstallige maanden te betalen.”
Aan een vriend, die hem in de gevangenis bezocht, zei Rik V.: “Ik heb mijn gedacht gedaan.”
Nalatenschap verduisterd
Vier jaar na het assisenproces stonden de families V. en Logie weer tegenover elkaar op de correctionele rechtbank van Ieper. De familie Logie betoogde dat na de dood van hun dochter An een deel van haar nalatenschap door de familie V. verduisterd zou zijn. De familie V. zei dat het om een groot misverstand ging. De rechtbank achtte de schuld bewezen. Vader V., zijn echtgenote en hun tweede zoon werden veroordeeld tot een celstraf van drie maanden met uitstel en boete van 500 euro. Ze moesten de kinderen van wijlen An Logie en Rik V. een schadevergoeding van 72.259 euro betalen.
Inspecteur JPT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier