Er zat een hand in het afvoerputje, maar Ida wil oud worden in haar ‘moordhuis’
Het moest en zou ‘Gekke Geert’ zijn die zijn partner Caroline Vyncke vermoordde en in stukken sneed, daar in hun huisje in de Rozenstraat in Moorsele. Op het assisenproces ging Geert echter vrijuit en kreeg buurman Thomas Couvreur levenslang. Op zijn koertje vond de nieuwe eigenaar een hand van het slachtoffer in een rioolputje. Wij keren er bijna tien jaar later terug voor een reconstructie.
Elk huisje heeft zijn kruisje, wil het spreekwoord. Maar in sommige huizen weegt dat kruis al iets zwaarder. Elke week trekt onze misdaadjournalist Laurens Kindt naar een West-Vlaams moordhuis voor een reconstructie van het verhaal. p>
“Ze is weg. Vertrokken met haar hondje gisteravond en alleen de hond is teruggekeerd. Heeft iemand mijn Carolientje gezien?” Geert Vanweehaeghe slaat op woensdag 9 februari 2011 alarm. Hij belt aan bij alle buren en leent de gsm van de cafébaas aan de overkant om de politie te verwittigen. Vreemd genoeg schrikt niemand in Moorsele van zijn verhaal. Van geen enkel verhaal dat ‘Gekke Geert’ vertelt, eigenlijk. Ze kennen hem al langer, die brave fantast uit de Rozenstraat, die ze elke dag met zijn rolstoel naar de Spar zien trekken om roltabak, diepvriespizza’s en kratten vol blikjes Carapils. Dat laatste is nooit voor hem – Geert drinkt geen alcohol – maar voor zijn partner, Caroline Vyncke, die hij in 2002 had leren kennen. Zijn eerste grote liefde, terwijl Caroline al twee gebroken huwelijken achter de rug had. Het leverde haar zware depressies en een knoert van een drankprobleem op. Het koppel leefde van hun invaliditeitsuitkering in een sociale woning. De eerste jaren ging dat goed, maar na verloop van tijd kwamen de ruzies. Zo ook op dinsdagavond 8 februari 2011, moest Geert toegeven aan de speurders. “Ze noemde mij crapuul, een profiteur en een zero in bed. Ze was razend omdat ik haar bier verstopt had in de kast. ‘s Middags was ze al strontezat, ik was het beu. Caroline is dan van colère vertrokken met de hond, gaan wandelen”, vertelde hij.
Afgeluisterd
Vreemd verhaal, vonden de speurders, want in de buurt klonk het dat ze Caroline amper buiten zagen komen. De eerste verdenking viel dan ook op ‘Gekke Geert’ en dat spoor zouden de speurders nooit meer loslaten. Het onderzoek naar de verdwijning van Caroline veranderde in een moordonderzoek. De Heulebeek werd gedregd, in het centrum van Moorsele startten graafwerken, de rioleringswerken in de Overheulestraat werden stilgelegd. Een paar dagen later, bij een nieuw verhoor, brak Vanweehaeghe. Zes uur langen praatten speurders Jannick Van Daele en Christophe Courtens op hem in. Dat de zwakbegaafde Geert – met een IQ van 63 – daarbij niet bijgestaan werd door een advocaat, zoals nochtans verplicht was, vergaten ze even. Dat ze hem, wanneer hij het verhoorlokaal uit vluchtte, tot bloedens toe sloegen, kwam ook niet in het latere proces-verbaal van verhoor. Maar dat hij Caroline twee keer had gestoken met een aardappelmesje, dat stond er dan wel weer in. Vanweehaeghe werd aangehouden, maar trok zijn bekentenissen weer in en kwam vrij. Tijdens zijn korte detentie hingen de speurders afluisterapparatuur in zijn huisje. Je weet nooit.
Het onderzoek raakte ondertussen in een stroomversnelling. De gsm van het slachtoffer vonden de speurders terug bij Thomas Couvreur, een zonderlinge Fransman die aan het begin van de Rozenstraat woonde. “Gevonden in het park”, zei de kerel met ‘fuck the police’ op zijn armen getatoeëerd zonder verpinken. Even later haalden duikers verschillende lichaamsdelen van Caroline Vyncke uit de Heulebeek. Eerst een dijbeen, later de linkervoet, de romp, het bekken en uiteindelijk ook haar hoofd. Op 20 april klopte de politie opnieuw aan bij Thomas Couvreur en vonden ze een knipmes met in de schede bloed van Caroline Vyncke.
“Niet van mij, geen idee hoe dat hier komt”, bleef Couvreur volhouden. De gsm van het slachtoffer én het moordwapen werden in zijn huis gevonden, maar toch mocht Thomas Couvreur vrij blijven rondlopen. Het moest en zou ‘Gekke Geert’ zijn, dachten de speurders. Die beweerde ondertussen dat Caroline op een aardappelmesje was gevallen tijdens een ruzie, dat hij haar daarna nog één keer had gestoken, haar in zijn rolstoel had gezet en aan de Heulebeek had achtergelaten. “Het is de Fransman die haar in stukken moet gesneden hebben”, verklaarde de fantast.
Nink, nink, nink
Er volgde een reconstructie. In zijn rolstoel reed Geert Vanweehaeghe met de speurders half Moorsele rond, de gekste verhalen vertellend. Thomas Couvreur was er niet bij, die ontkende toch. Op het einde van de wedersamenstelling kwamen onderzoeksrechter Marc Allegaert, wetsdokter Marc De Leeuw, de twee hoofdspeurders en Geert Vanweehaeghe samen in het huisje van Geert. “Zeg nu gewoon hoe het gegaan is. Dan zijn we ervan af. We gaan u blijven lastigvallen hé”, dreigde onderzoeksrechter Allegaert. “Nink, nink, nink. Roepen, tieren en op tafel buisen, dat heb ik gedaan. Maar de rest: nink!“, hield Vanweehaeghe vol, maar het gezelschap liet de zwakbegaafde man niet los. Niet nu de zaak bijna rond was.
Na een half uur aandringen kregen ze Vanweehaeghe zover dat hij overstag ging, opnieuw zonder bijstand van een advocaat. De man toonde zelfs hoe het allemaal gebeurd was, netjes volgens de vaststellingen van de wetsdokter. Onderzoeksrechter Allegaert vertrok met een brede grijns op zijn gezicht, case-officer Jannick Van Daele goot alles netjes in een pv. Waar ze niet aan dachten, was de afluisterapparatuur in het huisje. Alles stond op tape. Dat zou hen op het latere assisenproces bijzonder zuur opbreken.
Hand in de put
Dat er überhaupt een assisenproces kwam, mag een half mirakel heten. Het onderzoek werd afgesloten en de raadkamer in Kortrijk besliste Geert Vanweehaeghe te interneren wegens te gek om zijn daden te kunnen controleren. Thomas Couvreur werd buiten vervolging gesteld. Met het akkoord van het parket én de onderzoeksrechter. No pasarán, dachten Frank Scheerlinck en Dimitri Vantomme, de advocaten van Geert Vanweehaeghe, en ze tekenden beroep aan. In tussentijd was Thomas Couvreur al met stille trom verhuisd uit zijn huisje in de Rozenstraat. Steven Demeyere, de nieuwe eigenaar, klopte in augustus 2013 aan bij Gianni De Clercq, die in de straat een winkel in tuindecoratie heeft. “Mijn putje op de koer zit verstopt, kan je eens komen kijken?”, vroeg hij. Even later viste Demeyere uit het rioolputje de versneden zwarte jas van Caroline Vyncke en haar rechterhand. In het kabinet van onderzoeksrechter Allegaert gingen alle alarmbellen af. Thomas Couvreur belandde alsnog in de cel. Uiteindelijk werden zowel hij als ‘Gekke Geert’ naar het assisenhof verwezen voor moord, al was op dat moment nog altijd niet duidelijk wie dan precies wat zou gedaan hebben.
Hiernamaals
Het assisenproces startte in mei 2015 onder de deskundige leiding van de ervaren magistraat Koen Defoort uit Knokke. Het werd een blamage voor zijn collega Marc Allegaert en het speurdersteam van de politiezone Grensleie. Die moesten toegeven dat ze ook op dat koertje van Couvreur hadden gestaan, dat ze ook dat putje hadden opengepeuterd, maar niets hadden gevonden. De lijkhond hadden ze er niet op losgelaten want Tina, de bulldog van Couvreur, was loops. “Maar Caroline Vyncke is een sterke vrouw. Vanuit het hiernamaals heeft ze ervoor gezorgd dat de delen van haar lichaam toch opdoken”, probeerde case-officer Van Daele zijn vel nog te redden. Toen de verdediging van Geert Vanweehaeghe, die het hele proces lang in de beschuldigdenbank zat te snikken, eiste dat de tapes van de fameuze bekentenis zouden afgespeeld worden, mochten de speurders met de staart tussen de benen afdruipen. Op de tapes hoorde de jury heel duidelijk dat ‘Gekke Geert’ door de aanwezigen quasi-gedwongen werd om te bekennen. Neem daarbij nog de rake kaakslag die Vanweehaeghe van zijn ondervragers had gekregen bij zijn eerste ‘bekentenis’ en het voornaamste bewijsmateriaal tegen ‘Gekke Geert’ mocht de prullenbak in.
Kolderbrigade
Ook procureur Janssens voelde hoe de sfeer kantelde op het proces en danste tijdens zijn requisitoir op twee benen. “Ik ben hier niet graag, op dit proces”, gaf hij toe. Omdat hij zich twee jaar eerder akkoord verklaarde met de buitenvervolgingstelling van Couvreur, terwijl op het proces alsmaar duidelijker werd dat de Fransman wel eens dé moordenaar en slachter van Moorsele zou kunnen zijn. De procureur zwaaide zelfs met een potje met daarin een stuk arm van het slachtoffer om Couvreur te doen bekennen, maar die bleef staalhard ontkennen.
Na een beraad van maar liefst negen uur bleek de jury verdeeld te zijn over het aandeel van Vanweehaeghe. Zeven juryleden achtten ‘Gekke Geert’ schuldig, vijf niet. De stem van voorzitter Koen Defoort en zijn twee bijzitters bleek cruciaal. Koen Defoort twijfelde niet en schaarde zich bij de minderheid. ‘Gekke Geert’ mocht naar huis. In een striemend arrest maakte het assisenhof brandhout van het onderzoek door de ‘kolderbrigade’ van onderzoeksrechter Allegaert. Het poortje van de beschuldigdenbank zwaaide open, althans voor Geert Vanweehaeghe. Na 50 maanden voorarrest was hij weer een vrij man. Als een dief in de nacht wilde de man vertrekken via een zijgang, maar zijn advocaten hielden hem tegen. “Ge zijt onschuldig, Geert, ga maar door de grote poort.” Thomas Couvreur kreeg levenslang en zit nog altijd in de gevangenis van Andenne.
Het huisje van Thomas Couvreur, waar Caroline Vyncke wellicht vermoord en haar lichaam bijna zeker versneden werd, is inmiddels platgegooid. Buurman Gianni De Clercq kocht het indertijd van Steven Demeyere, om het als etalage voor zijn tuindecoratiewinkel te gebruiken. “Maar toen mijn ouders iets zochten in het centrum van Moorsele, heb ik het aan hen verkocht. Je moet je ouders helpen als ze dat nodig hebben, hé”, knipoogt hij. Op de plek waar ooit het moordhuis stond, zijn bouwvakkers bezig de laatste hand te leggen aan het gloednieuwe appartement van Gianni’s ouders Patrick en Ida. “Tijdens de graafwerken heb ik nog gewaarschuwd dat ze voorzichtig moesten graven. Ze hebben zeker een meter diep afgegraven, maar we hebben geen lichaamsdelen meer gevonden”, vertelt Ida.
Jarenlang baatten Ida en Patrick feestzaal De Witte Molen in Moorsele uit, maar ze zijn ondertussen met pensioen. “Op een nacht droomde ik ervan om in iets kleins te gaan wonen, met een lift. Om daar onze oude dag te spenderen. Toen ik het ‘s morgens aan mijn man vertelde, kwamen we uit op dat huisje hier dat eigendom was van onze zoon. De lift zit er al in. Het koertje is er niet meer, maar we hebben wel twee terrassen nu, aan de voor- en aan de achterkant. Het is een huis met een verhaal, dat is wel het minste wat je kan zeggen. Maar we willen hier oud worden. Ik heb er geen probleem mee om te wonen waar zoiets gruwelijks gebeurd is. Maar toch: als de gordijnen hier ‘s avonds beginnen te wikkelen zonder dat het waait, zal ik er wel eens aan peizen!”
De Zomer van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier