Een bloemetje voor coach Katelijne en haar menselijke aanpak

Katelijne Derre is een gedreven teamcoach in het wzc De Zilverberg in Roeselare. (foto mlt)
Lieven Mathys
Lieven Mathys Community KW

“Ik zou graag onze teamcoach van het Roeselaarse WZC De Zilverberg Katelijne Derre eens in de bloemetjes zetten”, schrijft Femke D’hont in een mail aan onze redactie. “Katelijne is altijd optimistisch, ze vindt voor alles altijd een oplossing. Ze kan ook wel heel streng zijn (maar dat is soms nodig). Ze is er voor ons net als voor haar eigen kinderen. Ze werkt met hart en ziel! Dikke merci.”

Ken je ook iemand die een bloemetje verdient? Een vrijwilliger, een goeie buur of een duivel-doet-al in de vereniging? Laat het ons weten via mail op bloemetje@kw.be.

Als we met een bos ruikers aanbellen in Wevelgem, opent Katelijne Derre (51) de deur met haar voet in het gips. “Ik heb enkele maanden revalidatie achter de rug na een operatie”, licht de 51-jarige teamcoach toe. “Ik moet nu vooral rusten. Stilzitten dus en als er iets is dat me al snel gaat vervelen… Ik ben ook niet ziek, hé. Ik zal blij zijn als ik weer kan gaan werken want ik hou enorm veel van mijn job.” Maar het einde van haar revalidatie is in zicht. Dan kan Katelijne zich weer op haar werk als teamcoach storten. Een job die ze al zeven jaar met hart en ziel uitoefent. “Ik ben van opleiding kinesist”, licht ze toe. “Ik heb jaren een zelfstandige praktijk gehad en ben me altijd blijven bijscholen: geriatrische en palliatieve kine maar ook bijvoorbeeld zorgmanagement.”

“Ik maak echt tijd voor de menselijke kant van onze job”

Toen de job van teamcoach vacant kwam in WZC De Zilverberg waagde Katelijne haar kans. Een job die haar als gegoten zit, zo blijkt ook uit de bloemetjes. “Ik haal er heel veel voldoening uit. Als teamcoach wil ik er zijn voor de medewerkers, ze sturen en coachen. Iedereen heeft zijn eigen randjes en kantjes. Ik wil daar tijd voor nemen en luisteren naar de mensen. Wat geen evidentie is met ons steeds zwaarder wordend takenpakket. De menselijke kant zou al gauw op de laatste plaats komen, maar ik probeer daar echt tijd voor te nemen. Ik gebruik bijvoorbeeld heel weinig mijn telefoon. Ik ga naar de mensen. Dat persoonlijk contact is heel belangrijk. En het schept vertrouwen. Ook naar de bewoners en hun familieleden toe wil ik dat ze zich goed voelen in ons woonzorgcentrum.” (mlt)

Lees meer over: