Directeur Zeecentrum Duneroze na heftig jaar: “Het zorgpersoneel is moe gestreden, de rek is eruit”
Het was voor Ibe Vanhauwaert (44) een apart jaar om te starten als directeur van Zeecentrum Duneroze. Het woonzorgcentrum bleef van besmetting niet gespaard, ondertussen wordt er nog altijd wekelijks getest. Toch sluit de Oostendse het coronajaar hoopvol af.
Directeur Ibe Vanhauwaert heeft er een paar bewogen weken en maanden opzitten. In mei, midden in de eerste lockdown, nam ze in Duneroze de dagelijkse leiding over van Greet Keppens. De maand daarvoor was er nog een kleine corona-uitbraak geweest in het woonzorgcentrum. “Het was een erg vreemde tijd. Tijdens de selectieprocedure zat ik geregeld in de wagen, van de ene politiecontrole naar de volgende”, blikt ze terug.
Toen eind november 22 personeelsleden besmet bleken, kreeg ze hulp vanuit Defensie. Ondertussen wordt het personeel wekelijks getest en daaruit komen telkens nog positieve testen. “Meestal zien we een duidelijke link. Twee collega’s die samen naar het werk rijden, bijvoorbeeld. Maar we zien ook geïsoleerde gevallen; mensen die vermoedelijk in de thuisomgeving besmet raakten.”
Ibe Vanhauwaert liet zich eerder al uit als voorstander van een meer duidelijke, no-nonsenseaanpak. “De overheid had beter meteen strengere maatregelen genomen en dan konden we nu misschien samen oudejaar vieren. De communicatie zit daarnaast ook niet goed. Veel mensen doen echt hard hun best, maar maken soms fouten uit onwetendheid. We zien dat ook bij ons personeel. Ze zetten zich tweehonderd procent in en houden zich aan alle regels in het centrum zelf, maar rijden dan samen naar huis zonder mondmasker. Daar loopt het dan weleens fout natuurlijk. Maar dat is menselijk. Als de overheid zegt dat reizen ten stelligste wordt afgeraden, horen de meeste mensen: ‘het mag nog’.”
Strijd gaat voort
“Het gevoel van ‘wij samen tegen corona’ was er tijdens de tweede golf ook nog altijd. Maar de mensen zijn wel moe. De rek is eruit. Ze worden nog elke dag met de gevolgen van het virus geconfronteerd, waardoor ze met een enorm verantwoordelijkheidsgevoel zitten. Niet alleen naar de bewoners toe, ze zijn ook ouders en kinderen van, hebben misschien een partner met een medische achtergrond of zijn mantelzorger voor iemand uit de familie. Ze hebben schrik om het virus mee te nemen naar huis”, aldus Ibe Vanhauwaert. “Het grote verschil met de eerste golf is ook, dat we toen die boost kregen van buitenaf. Nu komen er soms ook reacties in de zin van je hebt er zelf voor gekozen , of je wordt ervoor betaald …”
Lockdownparty’s
De eindejaarsperiode is een tijd waarin het centrum anders enorm leeft. “Er wordt dan van alles georganiseerd, wat nu niet kan. De mensen missen dat. Tijdens ons covidoverleg op maandagmorgen, komen dan die lockdownparty’s weleens ter sprake. ‘Misschien moeten we die feesters eens uitnodigen voor een stukje taart op onze cohortafdeling’, klinkt het hier dan. Laat ze maar eens zeven uur garen in zo’n pak. Verenigingen en scholen daarentegen, blijven zich ontzettend hard voor ons inzetten. Die kindertekeningen en wenskaartjes die we kregen voor kerst, onze bewoners fleurden daar enorm van op.”
Rollercoaster
Ibe Vanhauwaert startte haar carrière in de zorg in 1997 als verpleegkundige. Later werd ze docente in het volwassenenonderwijs. “In augustus 2019 nam ik bij cvo MIRAS loopbaanonderbreking om als hoofd bewonerszorg de kwaliteit van de zorg hier in huis naar een hoger niveau te tillen. Maar covid heeft daar een streep door getrokken, en toen mijn voorganger een nieuwe uitdaging vond als algemeen directeur van het AZ Sint-Elisabeth in Zottegem, ben ik voor het directeurschap gegaan. Ik ben Greet dankbaar: het is een mooie, vlotte overdracht geweest”, aldus Ibe Vanhauwaert.
Ik verwacht dat we snel weer naar het oude normaal terugkeren
Haar praktijkervaring is een meerwaarde gebleken. “In covidtijd heeft dat zeker geholpen om dingen beter te begrijpen, beter in te schatten. Als docente heb ik ook oplossingsgericht leren handelen. Ik heb geleerd dat je in de zorgsector creatief en vooral heel flexibel moet zijn, dat je moet kunnen roeien met de riemen die je hebt. Dat ze mij, zonder kniebeschermers, op een skateboard van een berg duwden: dat gevoel had ik. Maar daar krijg je ook een adrenalinestoot van. Soms zeggen we hier al lachend tegen elkaar, ‘wat gaan we doen als de covidtijd voorbij is?’ Waar ik er eerst nog van uitging dat deze job een tijdelijke uitdaging was, denk ik daar nu stilaan anders over. Tussen al de beslommeringen door, ben ik hier mijn hart verloren.”
Oude normaal
“Ik ben ervan overtuigd dat, eens de coronapandemie achter de rug is, we snel weer naar het oude normaal zullen terugkeren. Iedereen snakt daarnaar. Ik hoor mensen weleens zeggen, ‘handjes schudden, dat komt nooit meer terug’. Maar mensen zijn gewoontebeestjes. De geschiedenis leert ons ook dat we snel vergeten”, aldus Ibe Vanhauwaert, die blij is dat ze met oud en nieuw nog eens thuis kan zijn bij haar gezin.
“De kerstperiode is volledig aan mij voorbijgegaan. Op mijn gezinsleven heeft de coronacrisis ook een impact gehad: mijn echtgenoot heeft het voorbije half jaar het huishouden rechtgehouden. Gelukkig ben ik gezegend met een ‘uit-knopje’. Als ik ‘s avonds in mijn wagen stap, laat ik mijn werk achter op de parking. Al moet ik het af en toe wel eens horen van mijn man: ‘je bent nu thuis, hé’. Dan bedoelt hij dat ik moet stoppen met commanderen…” (lacht)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier