Diego Gouwy keert terug naar Jan Yperman Ziekenhuis: “Er komen veel nieuwe uitdagingen op ons af”
Eigenlijk begon de carrière van Diego Gouwy (56) al op tienjarige leeftijd toen hij een EHBO-cursus als helpertje volgde bij het Rode Kruis. Na een heel gevarieerde medische carrière keerde hij begin 2025 terug naar zijn bakermat: het Jan Yperman Ziekenhuis.
Niets aan het toeval overlaten, bewust bezig zijn met wat je doet en hoe je van iets geniet: dat waren de belangrijke levenslessen die Diego overhield aan zijn legerdienst in het brandwondencentrum. Daarna volgde zijn eerste jobervaring in het toenmalige OLV-ziekenhuis in de Ieperse binnenstad. “We hadden toen ook al een ambulance, de zogenaamde klinimobiel, en een MUG. Daarnaast hadden we de gipskamer, een zaal voor hechtingen en kleine ingrepen, twee spoedgevallenbrancards en een dagzaal met vijf bedden”, herinnert Diego zich.
Intussen is de spoedgevallendienst een van de grootste diensten van het huidige Jan Ypermanziekenhuis. Mogen we dan zeggen dat je een pioniersrol hebt gespeeld?
“We zijn zeker een van de grondleggers van de Dringende Geneeskundige Hulpverlening (DGH) in onze regio. Lang voor de oprichting van een echte ambulancierschool waren wij al bezig met praktijkgerichte opleidingen en trainingen. Uiteindelijk werd ik de lokale verantwoordelijke voor DGH-opleidingen. Deze ervaring zal ongetwijfeld ook een invloed gehad hebben op mijn keuze om me later in te zetten voor de uitbouw van de DGH-opleidingen op provinciaal niveau en de oprichting van een heuse provinciale school voor DGH: het West-Vlaams Opleidingscentrum voor Brandweer-, Reddings-en Ambulancediensten (WOBRA) in Zedelgem.”
Na het afwerken van twee vijfjarenplannen bij WOBRA kon je ongetwijfeld terugblikken op een mooi palmares?
“Ik mag gerust stellen dat we een duizendtal ambulanciers naar een hoger niveau getild hebben ten voordele van de patiënt in nood.”
En dan kwam er plots eind 2013 een telefoontje van de toenmalige directeur-generaal van de FOD Volksgezondheid?
“Ja, hun diensten hadden opgevangen dat ik zou terugkeren naar het Jan Ypermen Ziekenhuis. Ze vroegen me een tweeledig engagement: de uitbouw van 1733 als eenvormig oproepnummer voor de huisartsenwachtdienst en de verdere medische uitbouw van de noodcentrale 112 in West-Vlaanderen. De uitrol van 1733 was voor mij een uitdaging, totaal buiten mijn comfortzone. In een mum van tijd moest ik me inwerken in de werking en organisatie van de eerstelijnszorg, de wachtdienst en het wachtpostenverhaal. Het schakelen tussen verschillende ministers van Volksgezondheid met andere visies en beleidsbeslissingen was niet steeds bevorderlijk om een langetermijnplanning op te maken.”
“De kettingbotsing op de A19 was een van de zwaarste momenten”
Op welke steen die je hebt verlegd in de rivier van hulpverlening ben je het meest trots?
“Het tweeledige engagement gaf me wel de mogelijkheid om heel Vlaanderen, goed voor 86 huisartsenkringen, te overtuigen van het nut van een centrale triage van de niet-planbare zorgvraag. Ik kan met enige fierheid zeggen dat ik als Ieperling de stilstaande trein van 1733 omgevormd heb tot een hogesnelheidstrein, die niet meer weg te denken is in de huidige zorgorganisatie. Ook het opstarten van de huisartsenwachtpost in Ieper en de aanvraag van twee PIT-ambulances in Ieper en Diksmuide waren lokale uitdagingen die veel werk achter de schermen gevraagd hebben, maar uiteindelijk mooie realisatie waren.”
Welke waren professioneel de zwaarste momenten die je hebt meegemaakt?
“Ik denk dan aan de kettingbotsing op de A19, de aanslagen in Brussel en Zaventem en de covidpandemie in al zijn facetten.”
Sinds kort ben je weer aan de slag in het Jan Yperman.
“Klopt. Ik zal er het noodplan volledig herwerken en verfijnen op basis van de huidige wetgeving, en ook de nodige opleidingen en trainingen voorzien. Waar vroeger de meeste aandacht ging naar brand en evacuatie moeten we nu ook focussen op menselijke en digitale virussen. Bovendien zijn we een innovatief ziekenhuis: denk maar aan de drone-transporten en de 5G-implementatie in het kader van de thuismonitoring. Er komen permanent nieuwe uitdagingen op ons af.”
Wat is volgens jou de grootste troef van de Ieperse regio?
“Onze vestingen en vijvers zijn zeker iets om te koesteren. De sportmogelijkheden zijn ook vrij goed, maar daar liggen nog uitdagingen. We mogen gerust stellen dat we qua horeca niets tekortkomen. Wel moeten we opletten voor de leegloop van economische activiteit in onze dorpen, zoals Brielen. Verhuizen naar Ieper-centrum, waar ik opgroeide, is voorlopig niet aan de orde. Ik zou wel zo dicht mogelijk bij de groene vestingen willen wonen, want rust en stilte geven ons zuurstof.”
Privé: Diego werd geboren 9 juni 1968 in Ieper. Hij is gehuwd met Marianne Dewancker. Hij is de vader van Marlies (31), Heleen (28) en Emma (24) en de opa van Maaike (4) en Robbe (2) Vandenbussche en Roeland Appelmans (9 weken). Sinds 1993 woont het gezin in Brielen.
Loopbaan: Diego begon in 1991 als verpleegkundige op de dienst spoedgevallen van het Ieperse ziekenhuis. Daarnaast was hij er ook noodplancoördinator, was hij vijf jaar actief in het provinciaal opleidingscentrum voor veiligheidsdiensten, elf jaar in de provinciale commissie DGH, zes jaar project officer 1733 voor Vlaanderen en ook een half jaar medisch adjunct-directeur van noodcentrale 112.
Vrije tijd: Tussen 1997 en 2007 brouwde hij samen met zijn schoonvader bier in huisbrouwerij ’t Katroltje. Tussen 2001 en 2011 liep hij ook twintig marathons.
Ypersche Katte
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier