De Sint-Godelieveabdij: een verborgen stukje erfgoed in Brugge
Een stukje minder bekend, maar niet minder mooi religieus erfgoed in de Brugse binnenstad is de Sint-Godelieveabdij. Deze eeuwenoude historische site, eigendom van vzw Camino en in erfpacht bij de stad Brugge, wordt in erfpacht gegeven aan Toerisme Vlaanderen, dat op zoek gaat naar een geschikte invulling. “Het is de bedoeling de site te ontsluiten zodat het brede publiek kan meegenieten van dit erfgoed en zijn prachtige tuinen.”
De kans dat je al door de Boeveriestraat bent gereden zonder te beseffen dat er zich een prachtige historische site van meer dan een hectare groot bevindt, is bijzonder groot. De brede donkere gevel van de Sint-Godelieveabdij valt immers niet echt op in het straatbeeld. Bovendien was heel de site jarenlang ontoegankelijk voor het publiek. Tot in 2013 was het namelijk een gesloten abdij voor benedictijnenzusters.
(lees verder onder de foto)
In de abdij stond de devotie voor de Heilige Maagd Maria, maar ook voor de Heilige Godelieve centraal. Godelieve was een tragische figuur die omstreeks 1045 geboren werd in de omgeving van Boulogne-sur-Mer en op jonge leeftijd uitgehuwelijkt werd aan Bertulf van Gistel. Ze viel echter niet in de smaak bij haar kersverse echtgenoot en haar schoonmoeder. Bertulf verbande haar naar een boerderij, waar ze hard moest werken en amper te eten kreeg. Het weinige dat ze had, deelde ze dan ook nog eens met de armen.
In waterput gegooid
Tegen beter weten in probeerde Godelieve haar echtgenoot toch tot andere gevoelens te brengen, maar niets mocht baten. In de nacht van 6 juli 1070 werd Godelieve in opdracht van Bertulf door twee dienaren naar buiten gelokt, met een doek gewurgd en in een waterput gegooid. Volgens de legende werd het water van de put opeens glashelder. Er werden later wonderen aan haar toegeschreven. Zoals de genezing van het blinde meisje Edith, de dochter uit het tweede huwelijk van Bertulf, die weer kon zien toen haar ogen gewassen werd met water uit de waterput waarin Godelieve geworpen werd.
Omstreeks 1100 werd in Gistel de eerste Sint-Godelieveabdij gesticht, wellicht door de wonderlijk van blindheid genezen voornoemde Edith. Door de godsdienstoorlogen op het einde van de 16de eeuw werd die abdij echter vernield en vluchtten de zusters naar Brugge, waar ze op diverse plaatsen verbleven.
(lees verder onder de foto)
Tot abt Henricus vanden Zype in 1623 het huis Het Fontainken in de Boeveriestraat kocht met de bedoeling er een nieuw benedictinessenklooster te stichten. “In datzelfde jaar nog namen de eerste drie zusters hun intrek in het nieuwe klooster”, zegt Ingrid Leye, voorzitter van Brugge Foundation, die ons samen met secretaris Johan Debyser rond gidst op het indrukwekkende domein.
“Met de Brugge Foundation willen we erfgoed ontsluiten en een nieuwe toekomst geven. Daarvoor gaan we op zoek naar financiële middelen en partners. Nu Toerisme Vlaanderen deze site net als de vlakbij gelegen Kapucijnenkerk overigens in erfpacht zal nemen, zit het belangrijkste werk er voor ons op. Toerisme Vlaanderen zal het komende jaar onderzoeken welke invulling ze precies geeft aan de site, maar sowieso is het wel de bedoeling om het domein open te stellen voor een duurzaam toerisme zodat iedereen ervan kan meegenieten. Wij hebben eerder zelf met eigen middelen de abdijkerk hier opgefrist en dat heeft wel een en ander in gang gezet.”
(lees verder onder de foto)
Ingrid en Johan ontvangen ons in het voormalige kantoor van de abdis, met zicht op een van de tuinen. Door de lange gangen leiden ze ons naar de voormalige spreekkamer. “Hier ontvingen de zusters mensen van buiten het klooster. Maar gezien het besloten karakter van de abdij, waren er aanvankelijk afzonderlijke spreekkamers met hekwerk en een draaisysteem, een soort trommel, om bepaalde waren door te geven”, weet Johan.
Binnentuin
In de fraaie binnentuin wordt duidelijk dat de site in vier fasen doorheen de jaren sterk werd uitgebreid. De aanpalende huisjes aan de woning het Fontainken werden ingenomen om de kerk te bouwen en in 1643-1645 werden de zuidvleugel en aanpalende pandgang gebouwd. Tussen 1722 en 1726 werd de abdijkerk naar de tijdsgeest opgesmukt met de plaatsing van een barokportaal in de straatgevel en een rijke barokke aankleding van het interieur. “In de 19de eeuw kende de abdij een grote groei en in 1885 werd dan de noordelijke vleugel met pandgang gebouwd. En in 1953 kwam de laatste bouwfase door het bouwen van de oostvleugel, waardoor ook de huidige ingesloten binnentuin ontstond”, weet Ingrid Leye.
(lees verder onder de foto)
In de kerk, met orgel en fraaie houten banken voor het zusterkoor, bemerken we hoog in de muur een nis met het relikwieschrijn van de Heilige Godelieve. We verkennen ook de sobere refter, waar de zusters in stilte de maaltijd nuttigden terwijl de abdis religieuze teksten voorlas. Daarachter vinden we de keuken, waar de aankleding van de wanden met Delftse tegels met afbeelding van meer dan veertig kinderspelen in het oog springt. Op de eerste verdieping zien we de sobere slaapcellen met eikenhouten bebording van de zusters. Tot slot bekijken we de grote tuin met boomgaard waar de zusters destijds een moestuin onderhielden en wat kleinvee kweekten.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier