Dagboek van een spoedarts (8): “De mentale en sociale strijd wordt een hele moeilijke”
Vera Van Haevre is 42, getrouwd en mama van twee zonen van zes en tien. Vera Van Haevre is ook spoedarts in AZ Delta, voornamelijk op de campussen in Torhout en Menen. Elke dag spreken we met haar. Over de strijd tegen het coronavirus en hoe zij daar zelf mee omgaat.
“Alle omstandigheden in acht genomen was het een behapbare nachtdienst. Ik heb voortdurend de controle behouden. Constant bezig geweest tot pakweg half drie vannacht – onder meer met een muginterventie – maar daarna heb ik even een paar uur kunnen slapen. Dat komt eigenlijk zelden voor, zelfs bij gewone nachtdiensten.”
“Toen ik er gisterenavond aankwam, was het wel nog alle hens aan dek. De pre-cohorte, waar de covid-patiënten worden opgevangen, lag voor drie kwart vol. En ook op de gewone spoeddienst was er veel volk. Later op de nacht is er niet heel veel volk meer extra gekomen. We hebben iedereen de juiste zorg kunnen bieden, de correcte opvolging kunnen doen. Er zijn dagen geweest waarop ik niet wist waar eerst kijken. Dat was vannacht niet het geval.”
“Toen ik er gisterenavond aankwam, was het wel nog alle hens aan dek”
“Ons beschermend materiaal om met de mug uit te rukken heeft trouwens nog een upgrade gekregen. Een extra plastic overall. Nu zien we er helemaal uit alsof we uit een nucleaire reactor komen gewandeld. (lacht) Ik zeg het met een knipoog, maar eigenlijk is het verre van grappig. Ik zie amper nog waar ik loop, communiceren door maskers en een faceshield is een stuk moeilijker en mensen schrikken als je ergens binnenkomt. Ik voel me niet comfortabel in dat hele pak, maar het is wel enorm belangrijk. Qua hoeveelheid maskers en dergelijke loopt het bij ons prima. Er wordt zeker voldoende geleverd.”
“De tweede golf coronapatiënten is op gang gekomen. De huisartsen vangen de mensen met de milde symptomen – keelpijn, hoesten, koorts – uitstekend op. Nu komen er bij ons bijna uitsluitend mensen met echte ademhalingsproblemen, met zuurstoftekort. Er is wel een belangrijk verschil tussen de jongere patiënten – veertigers, vijftigers zeg maar – en de mensen van 80 jaar en ouder. Het lichaam van een jonger persoon gaat veel meer compenseren. Als je te weinig zuurstof binnenkrijgt, ga je sneller ademen. Je ademt dan drie keer zo snel als normaal.”
“Nu komen er bijna uitsluitend mensen met echte ademhalingsproblemen”
“Als je bij hen dan de zuurstofsaturatie meet, lijkt dat normaal te zijn, maar bij bloedtesten zie je meteen een aanzienlijk tekort. De mensen hebben wel degelijk een zuurstofnood en vaak al grote interne schade. Het is voor ons als arts dus enorm belangrijk om ultra waakzaam te zijn en te blijven. Bij ouderen is die capaciteit om te compenseren veel lager. Het klinisch beeld komt veel meer overeen met de ernst van de situatie. Nuja, alle mensen die binnenkomen met zuurstofnood, worden opgenomen. Koorts kan je counteren en voor keelpijn neem je een pastille. Iemand met ademhalingsproblemen moeten wij opnemen. Geen twijfel mogelijk.”
“Ik sprak eerder al over de angst die mensen hebben voor het ziekenhuis. Deze nacht kwam er zo een vrouw binnen die het zichtbaar moeilijk had om te ademen. Ik heb de hele uitleg gedaan en gezegd dat alles wees in de richting van corona. Ik wil niet in het ziekenhuis blijven, dokter, zei ze. Hier ga je dood. Dat komt binnen, maar ik begreep wel wat ze bedoelde. Het lijkt voor veel mensen alsof ziekenhuizen vandaag synoniem zijn voor een doodsvonnis. Maar dat is absoluut niet het geval. Absoluut niet. Het virus gaat thuis even vernietigend te werk als in het ziekenhuis. Maar bij ons word je vakkundig ondersteund en geholpen, thuis sta je er alleen voor.”
“Het virus gaat thuis even vernietigend te werk als in het ziekenhuis. Maar bij ons word je vakkundig ondersteund en geholpen, thuis sta je er alleen voor”
“Ik blijf merken dat veel mensen hun opname almaar uitstellen en het zo te ver laten komen. Een man vertelde mij aan de telefoon dat hij letterlijk in discussie is moeten treden met zijn echtgenote om haar naar ons te doen komen. Ze wilde niet naar het ziekenhuis. Dat is toch erg? Dat je binnen een koppel elkaar zo hard moet overtuigen om hulp te zoeken.”
“Het gebrek aan sociaal contact eens mensen opgenomen zijn, is een extra drempel. Natuurlijk wel. Je kan geen bezoek krijgen en je weet ook vaak niet hoelang dat zo zal zijn. Als we nu iemand meenemen met de mug, dan zeg ik tegen de familieleden: zeg maar zeker nog es hoe graag je hen ziet, want u kan niet mee. Makkelijk is dat niet, neen.”
“Je kan die kinderen onmogelijk naar grootouders of een ander gezin sturen. Ze komen immers uit een besmette omgeving”
“Er is de medische strijd tegen corona enerzijds en er is de sociale en mentale strijd anderzijds. Die eerste, daarvan weet ik hoe ik het moet aanpakken. Die tweede ligt moeilijker. Je moet anders denken en anders handelen en krijgt vragen waar je vroeger veel minder moest bij stil staan. Zo was er bijvoorbeeld een situatie waarbij zowel mama als papa worden opgenomen in het ziekenhuis, maar er ook een minderjarig kind is dat geen klachten had. Waar moet dat kindje naartoe? Dat zijn vraagstukken waar we ad hoc een oplossing voor moeten zoeken. Iets waar we nu al actief mee bezig zijn, want ik vrees dat dat de komende dagen en weken vaker zal voorkomen. Ook met hele kleine kindjes. Je kan die kinderen onmogelijk naar grootouders of een ander gezin sturen, want ze komen uit een ‘besmette omgeving’. Je kan dat risico niet lopen. We gaan ook daarover moeten nadenken, want het zal niet bij dit ene voorbeeld blijven, vrees ik.”
Dagboek van een spoedarts
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier