Dagboek van een spoedarts (43): “Het vaccin is niet de Grote Redding. Dat is een illusie”

Spoedarts Vera Van Haevre.©Olaf Verhaeghe f
Spoedarts Vera Van Haevre.©Olaf Verhaeghe f
Olaf Verhaeghe

Vera Van Haevre is 42, getrouwd en mama van twee zonen van zes en tien. Vera is ook spoedarts in AZ Delta. Wij spreken met haar over de strijd tegen het coronavirus en hoe zij daar zelf mee omgaat.

“Vorig weekend was wel zwaar, ja. Een 24-urendienst op vrijdag en een dagshift op zondag, met daartussen een zaterdag een dag en nacht in bed. (lacht) Neen, 36 uur op een weekend, dat weegt. Ik voel ook nog die vermoeidheid, te wijten aan de covidinfectie. En die spier- en gewrichtspijnen in mijn rechterarm, daar heb ik heel veel last van. Dat werkt op mijn systeem. Daar ga ik toch es naar laten kijken.”

Samen puzzelen

“Maar goed, er zijn ook positieve momenten hé. Ik heb dinsdagavond gepuzzeld, samen met mijn kinderen. Ik was daar ’s middags aan begonnen, nadat iemand zei dat dat ontspannend kan werken. Ik voel dat lezen weer moeilijker wordt, en ik moet eerlijk zeggen: dat puzzelen vond ik echt leuk. Zeker toen mijn jongens van school thuiskwamen, ons daar samen over buigen: dat was heel leuk om te doen.”

“Dit weekend is er natuurlijk ook de Sint. Normaal is dat een dag om bij de grootouders langs te gaan, dit jaar kan dat natuurlijk niet. Wij volgen de regels heel serieus, ja. We houden ons er echt wel aan. Maar daarom heb ik me wel voorgenomen om van Sinterklaas thuis toch iets speciaals te maken. Het mag een tikkeltje meer zijn dit jaar. Ik verlang al naar het Sint-ontbijt zondag.” (lacht)

Interpreteren van de regels

“De regels, ja. Ik zeg het: we houden ons daar als gezin echt wel strikt aan. Niet veel interpreteren, gewoon volgen wat wordt voorgeschreven. Maar ‘de Belg’ zoekt graag naar het gat in de regeltjes. Op een bepaalde manier is dat charmant, maar nu werkt het bijzonder hard in ons nadeel. We doen dat nu beter niet hé. Heel veel mensen gaan nog altijd op bezoek bij de grootouders. Niet de grote lockdownfeestjes, de flagrante overtredingen. Maar wel dingen waar men geen erg in ziet. Die misschien niet 100 procent oké zijn, maar in hun ogen wel te verdedigen zijn.”

“Kijk naar Brussel en Brugge vorig weekend: als je daar bent, zie je dat het te druk is. Of dat Waalse meisje dat op televisie pertinent zei: ‘ik ga de feestdagen gewoon vieren met al mijn familie, ik heb dat recht’. Er zullen veel mensen samenvieren. Niet de gigantische familiefeesten, dat niet. Maar ‘en petit comité’, kleiner dan normaal. Als je dat allemaal in rekening neemt, dan vrees ik wel voor een heropflakkering. Ik hou m’n hart vast. Maar ik zei het al: die derde golf gaan we als zorgpersoneel ook trotseren. Een vierde ook, een vijfde zelfs ook. En als het moet een 27ste. Maar ja… Volhouden doe je dat niet. Er komt een moment dat je breekt.”

“In het ziekenhuis kijken we van dag tot dag. Niet te veel naar de toekomst. Niet in de zin van hopeloos of moedeloos, maar wel met de idee: vandaag zo goed mogelijk en wat morgen komt, zien we dan wel weer. Er is ook het volle besef dat de komst van vaccins de eerste weken en maanden niet veel gaan veranderen aan ons dagdagelijkse werk. Het is niet omdat de vaccins er zijn, dat alle remmen los zullen kunnen. Dat heeft Steven Van Gucht ook al laten verstaan.”

Niet de Grote Redding

“Ook die vaccins zullen tijd nodig hebben. Ze worden nu door velen gezien als de ultieme reddingsboei, maar dat is een illusie. Dit is een nieuwe ziekte en het nieuwe vaccin zal zich moeten ‘bewijzen’ in de tijd. Heel veel vragen moeten nog een antwoord krijgen. Antilichamen die na verloop van tijd uit het lichaam verdwijnen bijvoorbeeld: moet je dan om de zoveel maanden opnieuw gevaccineerd worden? Daar is nog weinig duidelijkheid over. Het vaccin is niet de Grote Redding, wel een deel van de oplossing en uiteraard heel belangrijk om de hele coronasituatie onder controle te krijgen en ook te houden.”

“Op het vorige dagboek reageerde iemand met de vraag: wat maakt dat je denkt niet meer terug te kunnen keren naar hoe het voor covid was? Ik denk dat onze manier van werken en samenleven in heel kleine zaken veranderd is. In het ziekenhuis zonder masker bijvoorbeeld? Dat zal niet meer gebeuren. Drie zoenen bij de begroeting, handen schudden misschien zelfs? Ook dat lijkt me moeilijk. Misschien zal dat met de tijd wel opnieuw slijten, maar het zal zeker tijd vragen. De angst, ongerustheid, wantrouwen ook een beetje: dat zorgt voor een mentaliteitsverandering. Een tijdperk pre- en een tijdperk post-covid. Niet altijd drastisch of wereldschokkend, wel anders.”

Oververmoeidheid en slaapproblemen

“Me opladen voor een werkdag is lang niet altijd even gemakkelijk. Zeker voor een 24-uurdienst ligt dat moeilijk. Ironisch genoeg lig ik ervan wakker de avond voordien, terwijl dat net het laatste is dat je nodig hebt. Het is een probleem aan het worden, ik begin een ongezonde angst voor de vermoeidheid – voor de oververmoeidheid – te ontwikkelen. Op de duur ligt je te denken aan het feit dat je moet slapen en zie je de uren op de klok voorbijkomen. Maar hoe meer je daaraan denkt, hoe meer je panikeert en hoe minder je slaapt. Het is een mentaal spelletje, met jezelf. Die slaapproblemen zijn deze zomer begonnen, voordien had ik daar nooit last van. Maar de laatste weken voelt het zwaarder. Mijn man blijft dan met me wakker, tot 2 uur soms. Hij probeert me af te leiden, te babbelen tot ik uiteindelijk toch in slaap val.”

“’s Morgens als je opstaat, voel je die adrenaline al snel. En dan lukt dat, ook als het een 24-uurdienst is. Gelukkig heb ik tussen mijn diensten voldoende recuperatie, dat is belangrijk. En na woensdag ben ik normaal tien dagen thuis. Ik blijf natuurlijk beschikbaar, van vrije dagen ben je nooit 100 procent zeker. Maar goed, de kans is klein dat ik word opgebeld. De cijfers ogen wat beter en ook bij ons op de dienst is het aantal besmette personeelsleden gestabiliseerd. Het lijkt onder controle. Gelukkig maar!”