“Als ik het huis verkoop, is dat geld er in luttele jaren volledig door. En dan? Ik ben amper 71”

Marcel (een fictieve naam, red.) uit Brugge. © Olaf Verhaeghe
Olaf Verhaeghe

Veertig jaar lang hadden ze samen hun bakkerij in het Brugse. Marcel en zijn vrouw Agnes* kijken met niets dan trots terug op die periode. Maar wat toen was, is nu niet meer. De bakkerij ging dicht, het koppel ging met pensioen. Het plan om samen van hun oude dag te genieten, kreeg midden vorig jaar onverwacht een stevige knauw.

Is het woonzorgcentrum nog betaalbaar voor de West-Vlamingen? In een nieuwe KW Onderzoekt gaat De Krant van West-Vlaanderen op zoek naar antwoorden op de geldvragen die bij een rusthuis komen kijken. Ontdek het hele dossier via KW.be/rusthuisfactuur

“Agnes sukkelt al 25 jaar met haar nieren. Twee keer kreeg ze een nieuwe ingeplant, maar evenveel keer ging het mis en moest ze opnieuw aan de dialyse”, vertelt Marcel. “Drie keer per week moet ze daarvoor naar het ziekenhuis, maar in mei 2021 liep het grondig fout.”

Agnes kreeg in het ziekenhuis een beroerte en liep daarbij hersenschade en een gedeeltelijke verlamming op. Na een lange periode in het ziekenhuis neemt het koppel in het najaar de moeilijke beslissing om voor Agnes een plekje te zoeken in een woonzorgcentrum. “Had ze die beroerte niet gehad, dan hadden wij gewoon samen goed kunnen voortdoen”, zucht Marcel. “Agnes is een doorbijter, echt waar. Ze zag er enorm tegenop om naar het woonzorgcentrum te gaan. Ik ook hoor. Ik ben kapot sindsdien. Sinds ze daar zit, kan ik geen weg meer.”

Zware factuur

Zelf sukkelt Marcel ook met zijn gezondheid. Een darm- en maagkanker zorgt ervoor dat hij niet meer de oude is. “Maar elke namiddag ga ik naar Agnes. Gelukkig is het niet ver, dat was voor mij en voor haar belangrijk. Heel ons leven speelt zich af in het Brugse. Natuurlijk wilden we hier blijven. Met de prijs hielden we minder rekening. Dicht bij elkaar blijven, daar ging het om.”

© Olaf Verhaeghe

Maar de factuur weegt, zo geeft Marcel toe. “Veel mensen denken van ons: och die zelfstandigen, altijd de bakkerij gehad, die zitten op een berg geld. We hebben goed verdiend, ja, maar we hebben er altijd enorm hard voor gewerkt. Vandaag hebben we ongeveer 1.800 euro pensioen. Samen. En daarnaast komt er 600 euro uit de verhuur van een appartementje. Alleen…. de rekeningen lopen op. Voor Agnes in het woonzorgcentrum betalen we nu bijna 2.000 euro per maand. En dan tel ik er medische kosten niet bij, want die zijn er ook. Voor haar en voor mij. Je moet het toch elke keer neerleggen.”

Dat hij nu telt en rekent. Oplet over waar het geld naartoe gaat, zegt Marcel plots. “Vaneigens. Veel doen we niet meer, terwijl we vroeger graag eens een pannenkoek gingen eten in de stad of dat ik verre reizen maakte om te fotograferen. Dat zit er door alle omstandigheden niet meer in. Niet dat dat allemaal zotte kosten waren, maar ik let meer op, ja.”

Triestig

“Gelukkig hebben we ons eigen huis, maar ook daar zit ik almaar vaker aan te denken. Tien jaar aan 25.000 euro kosten voor het woonzorgcentrum per jaar. Als ik het huis verkoop, is dat geld er in enkele luttele jaren volledig door. En wat als het voor mij ook nodig zal zijn? Wat doen we dan? Ik denk niet dat ik 100 jaar zal worden, maar ik ben er nog maar 71. En Agnes is er nog maar 75.”

“Als ik rondkijk in het woonzorgcentrum van Agnes zie ik veel mensen die ik ken”, zegt Marcel nog. “Er is een koppel. Twee welstellende mensen die vroeger in de bakkerij kwamen en altijd zelf hard werkten, nu hebben ze samen een mooi pensioen. Maar ook zij vertellen me dat het ook voor hen almaar moeilijker wordt. Zélfs zij moeten zich weren om rond te komen. De factuur is zeker een onderwerp.”

“Over de zorg, de verpleging en de sociale assistente valt geen slecht woord te vertellen”, benadrukt de gepensioneerde bakker meermaals. “Die mensen doen hun best, met de middelen en het volk dat ze hebben. Ik heb compassie met hen, echt waar. Waar gaat dat geld van al die bewoners naartoe? Het moet ergens blijven plakken, hé. Die hoge piefen, die grote bazen, zij steken het in hun zakken terwijl de ouderen er de dupe van zijn. Het is triestig, jong. Het is te triestig.”

*Marcel en Agnes zijn fictieve namen. Namen en adres bekend bij de redactie.