“Als er een bezoek aan de kapper nodig is, moeten we opleggen uit het spaargeld”

Georgette Verlinde (94): “Mijn dochters wisten dat ik het hier goed zou stellen.” © Olaf Verhaeghe
Olaf Verhaeghe

Je zou haar zeker tien jaar jonger schatten, maar toch is Georgette Verlinde er deze week 94 geworden. Vier jaar geleden verhuisde ze naar woonzorgcentrum De Plataan in Izegem. Een must, na enkele valpartijen bij haar thuis. “’s Nachts gebeurde het ook af en toe. Het was niet meer veilig, het was eigenlijk niet meer te doen. En vooral: ik zag het niet zitten om mijn kinderen lastig te vallen met mijn zorgen”, zegt ze. “Daarom kwam ik naar hier.”

Is het woonzorgcentrum nog betaalbaar voor de West-Vlamingen? In een nieuwe KW Onderzoekt gaat De Krant van West-Vlaanderen op zoek naar antwoorden op de geldvragen die bij een rusthuis komen kijken. Ontdek het hele dossier via KW.be/rusthuisfactuur

Dat ze haar jeunt in De Plataan, zegt Georgette lachend. Moeite om zich aan haar nieuwe omgeving aan te passen, kende ze amper. “Ik heb, na het overlijden van mijn Jozef acht jaar geleden, dik drie jaar alleen thuis gewoond. Die aanpassing was moeilijker, vind ik. Hier ging dat vlotter, je hebt weer wat meer mensen om je heen. Wat meer gezelschap. Waarom De Plataan? Mijn meiskes kwamen hier al helpen als vrijwilliger. Ze wisten dat ik het hier goed zou stellen. En ik heb geluk met zo’n mooie kamer als de mijne. Ik heb het beste zicht van allemaal. Ik zie alles.” (lacht luid)

Geen slecht woord

Haar meiskes, dat zijn haar dochters Linda en Christine. En het is ook Linda die zich over de financiën van haar moeder ontfermt. Al jaren. “We zijn nooit prijzen gaan vergelijken”, zegt ze. “We voelden ons het best bij De Plataan. Zowel wij, als mijn moeder. Of we geschrokken zijn van de eerste facturen? We wisten dat het veel zou zijn natuurlijk. Een woonzorgcentrum is duur en met het pensioentje dat ze heeft, komen we niet toe. Als je de verschillende premies meetelt, lukt het net om het verblijf te betalen. Maar als er een kappersbezoek of nieuwe kleren bijkomen, dan moeten we opleggen.”

De verkoop van de ouderlijke thuis leverde wel de nodige spaarcentjes op waardoor noch Georgette noch Linda zich op korte termijn al te grote zorgen maken. “Voor ons is het allerbelangrijkste dat ze zich er goed voelt, dat ze niet meer alleen is. Over de zorg en de sfeer hier valt geen slecht woord te zeggen”, aldus Linda. “Het klopt dat het elk jaar duurder en duurder wordt, maar het lukt voorlopig. We moeten als kinderen niet van ons geld nemen voor het rusthuis. En mocht het toch nodig zijn, dan doen we dat zonder twijfel. Zij heeft altijd voor ons gezorgd, wij hebben beloofd dat ook voor haar te doen.”