Als de premier maar geen teenslippers verbiedt
Frank Buyse (60) zit óók thuis, maar gaat elke dag op zoek naar wat zon in donkere coronatijden. En deelt die graag. Wat hoop en humor, elke dag een vitamientje.
Ik loop hier rond op teenslippers. U zal dat ongetwijfeld geen opzienbarend nieuws vinden, maar ik denk in deze tijden over álles héél diep na. Wel: het is voor mij nieuws van levensbelang. Ik leg uit.
Vrijdag hadden we met de hele werkvloer een Zoom-meeting. Bij ons, zo’n 40 m/v op de redactie lukt dat nog net, bij de NMBS bijvoorbeeld, 18.688 werknemers, zou dat al wat moeilijker zijn. En die zouden wellicht toch allemaal weer beginnen over stakingen, op ónze Zoom-meeting mocht voor één keer niet over het werk worden gepraat.
Gezellig
Het werd heel gezellig, de meesten hadden er een aperitief bijgenomen en de baas vroeg wat we het eerst zouden doen eenmaal de crisis voorbij. Iedereen had het natuurlijk over feestjes en barbecues in de tuin met familie en vrienden, we willen allen zo gauw mogelijk weer sámen zijn.. Ik zei: maar ik wil eerst gaan rennen, struikelen, opstaan en weer doorgaan op een wijd openliggend strand. En met onze gekke hond de baren inspringen.
Ik dacht daarbij: ben ik door die lockdown een beetje asociaal geworden? U ziet, ik denk in deze tijden over álles héél diep na. Maar ik wilde, vooraleer mijn dierbaren en de hele wereld in de armen te sluiten, na de Bevrijding weer ten volle de vrijheid proeven met zon en wind op de huid en het zilte zout op de lippen van die zee die nu nog verboden terrein is. Om daarna de natte voeten met plakkerig zand tussen de tenen in de teenslippers schuiven.
Het werd meteen een obsessie, die teenslippers. Ooh symbool van frisse vrijheid aan de voeten die absolute rust in het hoofd brengt. Op de teenslippers ‘s morgens heel vroeg door het stille maar coronavrije Oostende dwalen, op zoek naar croissants… ik was vrijdagavond al helemaal weg.
En toen zaterdag signalen opdoken dat de lockdown echt wel naderde, was ik er klaar voor.
Eerst teenslippers boven gehaald. Mijn vrouw vindt dat ik er veel te lelijke tenen voor heb maar het mocht nu wel, we komen toch niet uit ons kot. En dan alvast ook de zomerkledij bovengehaald en netjes gesorteerd. U kent dat, lichte hemdjes en luchtige shorts, gemaakt om op het strand te dollen. Mijn benen zijn nog net appetijtelijk genoeg, vindt mijn vouw.
Frankrijk
En dan mijn handen gewassen met zoutzeep, kwestie van al een beetje de zee tot mij te nemen. En daarna gedoucht met Le Petit Marseillais – Figues de Provence, ik wil ook al klaar zijn voor onze roadtrip naar het zuiden van Frankrijk, als dat in september weer mag. Daar mag ik van mijn vrouw zelfs op de lokale marktjes rondslenteren op teenslippers, “niemand kent ons hier toch.”
Het wordt hier alvast weer een stralend zonnige week, ik ben er klaar voor. Als mevrouw de premier vrijdag aankondigt dat we in mei weer buiten mogen al moeten we onze huidhonger nog wat inhouden, al moeten we mondmaskers opzetten in de trein en in de supermarkt…: allemaal goed. En als we nog wat later weer op een terras of in een restaurant mogen, mits 1,5 meter afstand: nog beter. Als er vrijdag maar geen verbod komt op teenslippers.
Wat dát gevoel wil ik nu wel houden: we hebben bijna helemaal overlenterd (met dank aan Martrin Heylen), de zomer ligt aan ons voeten.
Dagboek in tijden van corona
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier