In Watou is op 4 juli de aankomst van de Amerikaanse militairen op Belgisch grondgebied herdacht. Het American Legion1 deed dat met een wandeling die startte aan de kerk van Houtkerque. In Watou stond burgemeester Christof Dejaegher hen op te wachten en volgde een herdenking met kransneerlegging en hymnes.
De eerste Amerikaanse soldaten komen begin juli 1918 aan in België. De soldaten behoren tot de 27ste en de 30ste Divisie, samen goed voor meer dan 45.000 soldaten. Ze starten met hun training in regio Watou – Proven. De hoofdkwartieren en verschillende kampementen zijn er gevestigd. “De 30ste Divisie steekt op 4 juli 1918 de grens over en stapt naar Watou, waar ze hun hoofdkwartier inrichten. Vandaar dus de mars op 4 juli 2021, ter herinnering aan die eerste grensoversteek van de Amerikanen. Nu kleinschalig, maar de opzet is om dit de komende jaren uit te bouwen tot een traditie”, zegt Annemie Morisse, WO1-cel Poperinge.
East- en West-Poperinghe Lines
Op 26 mei 1918 meerde de 30ste Infanterie Divisie aan en sloeg haar tenten op in Nordausques (Pas-de-Calais). Er werd beslist om zich aan het Britse II Legerkorps te hechten, met het oog op hun verdere praktijkgerichte training en uit tactische noodzaak. “Via Eperleques, Rubrouck, Wormhout en Herzele werd op 4 juli 1918 het laatste traject van de driedaagse mars, Houtkerque – Watou, aangevat. Daarna namen ze hun stellingen in op de East Poperinghe Line. De regio rond Watou-Abele-Proven is hun trainingsgebied. De Amerikaanse soldaten krijgen training en opleiding, maar worden ook ingeschakeld bij het versterken van de verdedigingslinies East- en West-Poperinghe Lines.”
Onder het gezag van het Britse leger gebeuren de frontactiviteiten. De Amerikanen leggen kilometers prikkeldraad, werken mee aan de constructie van bovengrondse loopgraven en bouwen tientallen kleine betonnen bunkers en observatieposten.
Bevrijding
De divisies worden in juli en augustus ingezet in de Ieper – Kanaalsector. “Een zone van twee kilometer die zich uitstrekt van de zuidelijke rand rond Ieper tot Voormezele. Eind augustus nemen de Amerikaanse soldaten voor het eerst deel aan een offensief. De 27ste Divisie opereert vanuit Dikkebus en wordt ingeschakeld bij de gevechten rond Vierstraat. Op 2 september bevrijden de soldaten van de 30ste Divisie het dorpje Voormezele. Na die operaties zit het Belgische hoofdstuk erop voor deze Amerikaanse divisies. Ze trekken opnieuw naar Frankrijk en worden daar ingezet bij het somme-offensief”, vertelt Annemie.
De eerste slachtoffers vallen op 14 en 16 juli. “Bij de 27ste divisie was dat William Leonard en bij de 30ste divisie was dit John Huffman. Tijdens de twee maanden durende campagne in België worden de twee Amerikaanse divisies slechts beperkt ingezet als gevechtseenheden. Het werk dat de Amerikanen leveren achter de frontlinie is ook niet zonder gevaar. Bij de 27ste divisie vallen 250 doden en 1086 gewonden. Bij de 30ste divisie worden 156 doden en 621 gewonden geteld.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
