De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

10.000 stappen in Roeselare: “Stad van ondernemende, doenderige mensen”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Wandelen kan je overal doen, maar als ik de parking van Roularta oprij, dan zet ik doorgaans alleen stappen naar en op de redactie van De Krant van West-Vlaanderen. Deze keer is het anders. Ik laat mijn wagen in de Meiboomlaan achter, steek de straat over en kom in de Notelaarstraat terecht. Op verkenning in Roeselare.

Mijn smartphone weet veel meer dan ik en vertelt me dat de buurt het Meiboomkwartier heet. De straten dragen er namen van bomen en de eerste huizen dateren er van na Wereldoorlog I toen de Dienst Verwoeste Gewesten bescheiden arbeidershuisjes neerzette voor wie zijn woning verloren was.

Een uit de kluiten gewassen vrachtwagen staat voor één van de huisjes in de Notelaarstraat. Bouwwerken Geert Demuynck & co staat erop. “Ben jij Geert Demuynck?”, vraag ik aan de man die uit de laadbak komt geklommen. “Nee, ik ben co”, grijnst hij, wijzend naar het opschrift.

“Werner, de vader van Geert.” Werner zit goed in het vlees, hij heeft het postuur van iemand die we met gezelligheid associëren. Maar het zal niet van drinken zijn. “Nooit gedronken”, zegt hij. “Altijd hard gewerkt. Mijn vrouw en ik hadden jaren een handelszaak in fruit en groenten. Tot ze ziek werd. Toen vroeg mijn zoon, die een graduaat in de bouw had, of ik met hem een bouwbedrijf wou beginnen.”

Werner Demuynck werkt nog altijd, al is hij inmiddels 76.
Werner Demuynck werkt nog altijd, al is hij inmiddels 76. “Ik heb geen zittend gat.”© KVDM

Dan ben je wel geslaagd in de opvoeding, zou je denken. “Ik kom met mijn drie kinderen goed overeen”, beklemtoont Werner. Intussen is zijn vrouw vijf jaar overleden. Hij werkt nog steeds, ook al is hij inmiddels 76. “Ik heb geen zittend gat. Het zware werk lukt niet meer, maar ik kan niet hele dagen thuis zitten niksen.”

Hij overweegt wel om een elektrische fiets te kopen. “Er is een vrouw hier in de buurt die ook haar man verloren heeft en ze gaat veel fietsen. Ze vraagt altijd of we eens samen weggaan. Misschien doe ik dat dan wel eens, op een zondag. En ik heb nog familie wonen in Geluveld en Beselare. Dan kan ik ‘s morgens vertrekken en daar ‘s middags blijven eten.”

Zoemende bijen

Werner heeft nog veel te ontdekken en ik ook. Zoals de twee prachtige, oude lindebomen in de Lindenstraat, waar bewoners Eric Vandenhende en zijn vrouw Katrien Decock er niet op uitgekeken geraken. “Ze schelen drie weken in leeftijd”, zegt Eric.

“De ene is in de herfst drie weken eerder kaal en in de lente bloeit hij vroeger.” Katrien neemt er soms foto’s van en zet ze op het bureaublad van hun computer. Zo kunnen ze er ook naar kijken als het donker is. “Machtig mooi”, wordt ze er lyrisch van. “Als de linden bloeien in de zomer, ruik je ze tot om de hoek. En het gezoem van de bijen is even ver te horen.”

Eric en Katrien zijn straks 40 jaar getrouwd. Hij zou voor een jonge broer van Raoul Lambert kunnen doorgaan, maar is intussen ook al 71 en 14 jaar met pensioen. Zij is 61 en is aan haar laatste maanden op de stadscampus bezig. Dan kunnen ze nog meer gaan fietsen en wandelen dan nu het geval is. Ze klinken als volleerde stadsgidsen.

Het oude stadskerkhof is een pareltje.
Het oude stadskerkhof is een pareltje.© KVDM

Het oude stadskerkhof is de tip die ze meegeven als de niet te missen bezienswaardigheid. “De recentste graven zijn in prima staat, de oude liggen onder de bomen en zijn vaak helemaal overwoekerd”, zegt Eric. “Het ideale decor voor zo’n gotische, Britse horrorfilm.”

Over wonen in Roeselare hoor je ze geen slecht woord zeggen. “Het is hier aangenaam, rustig en we hebben goeie buren. Nee, we kunnen niet klagen. Of toch, er hangen hier nogal wat drugsdealers rond. Onlangs zag ik nog zo’n schuwe kerel zijn spul verkopen aan een jong meisje. Zonde.”

Koersfiets

Als ik wat verderop even onder de lindes ga staan, in de hoop iets op te snuiven van het eeuwige leven, sta ik er niet alleen. Ibrahim Kadivilako is 48, Angolees, woont al 20 jaar in België, waarvan 12 in Roeselare. Hij studeerde voor boekhouder in Franstalig België en leerde met de handen werken in het Nederlandstalige deel.

Vorig jaar had hij nog een job in de groentesector in Ardooie. Nu is hij werkzoekend. “Ik heb een opleiding in de bouw en ook als lasser.” En hij heeft veel dromen: een vast inkomen, zodat hij zijn huur wat vlotter kan betalen en de alimentatie voor het kind dat hij samen met een Congolese dame heeft. “Ze laat me het kind niet zien”, zegt hij.

Ibrahim Kadivilako is op zoek naar vrienden.
Ibrahim Kadivilako is op zoek naar vrienden.© KVDM

Nog een droom, daar onder die boom, is er een van vrienden. Daar heeft hij er te weinig van. “Integratie blijft een moeilijke zaak. Het is moeilijk om mensen te vinden bij wie je je op je gemak voelt en die zich bij jou op hun gemak voelen”, legt hij uit.

“Andere culturen brengen andere gewoontes met zich mee.” Bovenaan zijn verlanglijstje staat nu ook een koersfiets. “Dan kan ik af en toe eens naar zee fietsen”, lacht hij. Makkelijker om er te geraken dan in Angola. “De tickets zijn peperduur en je kunt niet teruggaan zonder cadeautjes voor de familie.”

Joyce Vandecandelaere uit de Molenstraat is 19 en doet me denken aan de piepjonge Liv Tyler uit Stealing Beauty. Joyce acteert niet, ze studeert restaurant-management in Brugge. “Maar ik overweeg om iets anders te gaan doen”, zegt ze, “omdat het lang kan duren eer er weer toekomst is in de horeca. Mensen gaan niet uit eten om alleen of achter een glazen wand te zitten.”

Joyce Vandecasteele studeert restaurantmanagement in Brugge.
Joyce Vandecasteele studeert restaurantmanagement in Brugge.© KVDM

Ooit wil ze een eigen gezin. “Twee kindjes”, zegt ze. “Van elk eentje. En ik wil ergens in een buurt wonen waar het rustig is. Mijn vriend wil brandweerman worden in Ardooie. Dus ja, Ardooie wellicht.”

Liefde

Kleine starterswoningen zijn er bij de vleet in centrum Roeselare. Ook in de Blekerijstraat, waar een rij oude arbeidershuisjes uitkijken op een demomuur van tegeltuinen. Een openlucht toonzaal waar niet alleen klassieke klimop tegen de oude kerkhofmuur groeit. Je kan er zien wat het blad van de kiwi als gevelbekleding kan doen, of de driedelige wingerd of de wilde kamperfoelie.

Maar neem vooral een kijkje achter die muur. Echt, dat oude stadskerkhof van Roeselare is een fenomenaal mooi park. Oorlogshelden van weleer liggen er te bekomen van het leven, net als Albrecht Rodenbach die aan 24 levensjaren genoeg had om lang herinnerd te worden. Maar niets is voor eeuwig, zo toont het Campo Santo, het oudste gedeelte van het kerkhof waar de natuur het overneemt van de mens.

Het is het ergste wat je als mens kan tegenkomen, een kind verliezen” – Magda Ducheyne

Naar de 90-jarige Magda Ducheyne zou ik een eeuwigheid kunnen luisteren en kijken. Ze was vroeger lerares wiskunde en wetenschappen. Ik krul mijn neus. “Als dat goed gegeven is, dan houdt iedereen daarvan.” Ze lijkt uit zachtheid en liefde opgetrokken. “Ik zag de kinderen graag en de kinderen zagen mij graag”, zegt ze.

Magda Ducheyne lijkt uit zachtheid en liefde opgetrokken.
Magda Ducheyne lijkt uit zachtheid en liefde opgetrokken.© KVDM

Haar ogen fonkelen. Ze staat bij een familiegraf waar ook haar dochtertje Lut begraven ligt. “Soms denk ik: hou oud zou ze nu zijn? Maar dat gaat er bij mij niet in. Voor mij blijft ze zestien”, glimlacht ze. “Het is het ergste wat je als mens kan tegenkomen, een kind verliezen”, zegt ze.

Maar ze heeft er zich mee verzoend. “Bomen gaan dood, bloemen gaan dood, mensen ook”, fluistert ze. Ze zegt dat ze gelooft, maar tegelijk is ze er niet zeker van dat ze haar dochter nog terugziet. “Zo gelovig ben ik nu ook weer niet. Ik verwacht niets. Het zou mooi zijn, maar neen, neen…” Haar geloof is een waarde, zegt ze. “Het is alsof je in een straat loopt aan de kant van de zon.”

De strafste streetart

De Munt. Dat is stadsvernieuwing waar mijn stad, Kortrijk, stikjaloers op moet zijn. Stijl sluit sfeer niet uit. Zussen Julie en Eline Casier zijn in Torhout opgegroeid en baten er sinds januari hun bontgekleurde winkel youthstore Jackelyn uit. “Net als Roeselare zelf zetten wij volop in op shopbeleving”, zeggen ze. Wat dat inhoudt?

10.000 stappen in Roeselare:

“Hier krijg je een glimlach en een geurtje als je binnenkomt, er is een hoekje voor de mannen, een speelhoekje voor de kinderen, maar vooral een deejaytafel voor de jongeren. Hier kiezen ze zelf hun kleren. De ouders zijn alleen mee om te betalen.” “Maar ze gaan ook tevreden buiten”, vult Eline aan. Julie is blij dat haar kinderen in Roeselare kunnen opgroeien. “Hier is zoveel te beleven en zoveel te zien.” Het is dankzij hun Jackelyn Challenge op Instagram dat ik weet dat ik de muurschilderingen achter het station moet zien.

Intussen zijn de winkels in de Ooststraat gesloten en in plaats van de etalages te aanschouwen, staar ik omhoog en ontdek een veelvoud van prachtige art-deco gevels. Zoals dat van het huizenpaar waarop te lezen staat dit huis is de tijger genaamd en dit huis is de vlinder genaamd. Misschien ben ik een simpele duif maar ik vind dat mooi.

Als ik aan de Vaartkop stilhoud om tegen de gevel van de Hanekop-fabriek de muurschildering Tijgerhaai breekt door de muur te aanschouwen, passeert een vrouw op een fiets. Ik vraag haar of ze nog van die schilderingen weet hangen. “Natuurlijk”, vertelt ze. “Ik ben hier schepen.” Ik kijk naar een schip dat er ligt en ik denk: “Dat is het meervoud.”

Schepen Michèle Hostekint.
Schepen Michèle Hostekint.© KVDM

Ze stelt zich voor als Michèle Hostekint. Verdorie, ja. Dat had ik moeten weten. Ze zegt dat Roeselare een stad is van ondernemende, doenderige mensen. “Wat je absoluut moet zien”, zegt ze, “is De Slapende Vrouwvan David Walker op de Onze-Lieve-Vrouwemarkt. Vorig jaar op Radio 1 verkozen tot strafste street art van Vlaanderen en Brussel.” Even later sta ik voor het werk en denk: “Hm, een politica die ik mag geloven.”