Dag op dag 32 jaar geleden zijn in het Oostendse museum op het Wapenplein drie Ensorschilderijen gestolen. In dit Ensorjaar met de 150ste verjaardag van de schilder, herinnert bijna niets meer aan de Ensorroof van toen. Toch was de diefstal in 1978 één van de grootste kunstroven van ons land. Pas twee jaar later vindt een jongen uit Roeselare het bekendste gestolen werk van Ensor terug in de duinen van Mariakerke.
Het gaat allemaal om de werken ‘Mijn dode Moeder’, het kleinere werkje ‘de Koets’ en het beroemde ‘Zelfportret met bloemenhoed’ van James Ensor. In de nacht van 31 maart 1978 dringt een dief na een klimpartij met een touw het museum binnen. Hij haalt de drie doeken uit hun lijsten en verdwijnt.
Grote politieoperatie
De Ensorroof van toen wordt inderdaad snel een groot verhaal. In de nationale kranten verschijnen honderden artikels over de roof in Oostende. De journalisten hebben vooral een vette kluif aan de onderzoeksdaden van Rijkswacht en Politie. Het intelligente en gedurfde spel van de dief om het losgeld te krijgen, maakt het tot een van de grootste politieoperaties van die jaren. Het duurt meer dan twee jaar om de gestolen Ensors terug te krijgen. (SG)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier