“Toestand voetpaden vaak dramatisch”: gemeenteraadslid Matti Vandemaele (Groen) stapte alle straten van Kortrijk af
Begin vorig jaar nam Groen-gemeenteraadslid Matti Vandemaele zich voor om op een jaar tijd alle Kortrijkse straten en paden te bewandelen, goed voor om en bij de 870 km. Zo kon hij zijn conditie aanscherpen én leerde hij intussen ‘zijn’ Kortrijk nog wat beter kennen. “We hebben eigenlijk een hele fijne en mooie stad. Wat de toestand van de voetpaden betreft, die is dramatisch. Zeker voor rolstoelen en kinderwagens”, besluit Vandemaele.
Vandemaele trekt in juni de federale lijst voor Groen en is enkele maanden later, in oktober, één van de kopstukken voor de regionale verkiezingen in Kortrijk. Om de stad nog wat beter te leren kennen en inspiratie op te doen voor verkiezingspunten besliste Vandemaele begin 2023 zijn wandelschoenen aan te trekken en de 870 kilometer aan verharde paden in Kortrijk af te wandelen.
Hoe verder hoe slechter
Vooral de dramatische kwaliteit van de voetpaden viel het gemeenteraadslid op. “We hebben eigenlijk een hele fijne en mooie stad. Alles ligt op maximaal 15 minuten fietsen van het centrum. Ideaal dus om verder te kiezen voor een fietsstad. Wat de toestand van de voetpaden betreft, die is dramatisch. Zeker voor rolstoelen en kinderwagens. Maar ook wie niet goed te been is, kan vaak beter op straat lopen dan op het voetpad. Hoe verder je van het centrum van de stad (of de deelgemeente) komt hoe slechter”, klinkt het.
Al botste Vandemaele ook op tal van opportuniteiten tijdens zijn tocht. “Er zijn zeker in de verkavelingen van de jaren 70 en 80 heel veel stukken beton of asfalt die je probleemloos kan uitbreken. Quick wins als je het mij vraagt. Idem dito met het aanplanten van extra bomen: je kan er vlot 1.000 of meer aanplanten, zonder dat je landbouwgrond moet opofferen. Dit langs wegen, in bestaande groenzones, in te ontharden stukken straat, …” zegt Vandemaele.
Toeristisch potentieel
Als ‘noorderling’ leerde Vandemaele ook de meer landelijke gemeenten als Rollegem, Kooigem en Aalbeke beter kennen. “In het zuiden laten we veel toeristisch potentieel liggen. Je zou in die deelgemeenten echt een soort plattelands/fiets/wandeltoerisme kunnen ontwikkelen in combinatie met de stad zelf. Dat zou de publieke ruimte daar ook voor de inwoners zelf opkrikken”, besluit Vandemaele. (Jules Fremaut)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier