Jean-Marie Dedecker wil van zijn gemeente een stad maken
Jean-Marie Dedecker heeft bijzonder wilde plannen met zijn Middelkerke. De burgemeester wil van de kustgemeente de 23ste stad van onze provincie maken. Met bijna 20.000 inwoners lijkt Middelkerke op basis van grootte wel aanspraak te kunnen maken op die titel. Maar of het effectief zover zal komen, moet nog blijken. Vijf vragen en vooral antwoorden over Dedeckers stadsdroom.
Door Olaf Verhaeghe en Paul Bruneel
1. Waarom wil Middelkerke graag ‘stad’ worden?
Elke stad is een gemeente, maar niet elke gemeente is een stad. Een beetje zoals elke mus een vogel is, maar niet elke vogel een mus blijkt. Toch zegt het begrip ‘stad’ eigenlijk weinig tot niets over de plek waar je woont. Meer dan een titel of een naam is het in ons land dan ook niet. Meer nog: voor het Vlaams gemeentedecreet zijn alle 300 steden en gemeenten gelijk. Enkel de 13 Vlaamse centrumsteden hebben een aantal privileges op vlak van financiering.
Toch lijkt het voor burgemeester Jean-Marie Dedecker (LDD) een belangrijke stap. Zo belangrijk dat hij de operatie serieus wil voorbereiden en ook zo snel mogelijk wil afronden. “Wij hebben vandaag alles om als stad door het leven te gaan”, oppert hij. “Bovendien hebben we de stadsrechten via deelgemeente Lombardsijde, in een heel ver verleden een handelsstad. We gaan dus zeker een aanvraag indienen om erkend te worden. En misschien kunnen we op termijn zelfs Oostende annexeren”, knipoogt burgemeester Dedecker.
2. Hebben Dedecker en Middelkerke een kans?
Niet alleen is er het historisch argument en de stadsrechten uit de 13de eeuw van Lombardsijde. Middelkerke heeft daarnaast wel wat troeven in handen zoals het zwembad, het cultureel centrum of het gloednieuwe casinogebouw in aanbouw. Bovendien groeit het aantal inwoners jaar na jaar, zeker in de hoofdgemeente. De voorbije twintig jaar steeg het aantal Middelkerkenaren van net geen 17.000 naar bijna 20.000.
Dat stijgend aantal inwoners vertaalt zich echter lang niet in de bevolkingsdichtheid, toch een belangrijk criterium in de oefening. Door de uitgestrekte deelgemeenten in het hinterland ligt die zelfs eerder aan de lage kant in vergelijking met de rest van West-Vlaanderen. Ook het gebrek aan een secundaire school, een ziekenhuis of een treinstation zou wel eens in het nadeel van Middelkerke kunnen spelen. De vraag is dus vooral of de centrumrol van Middelkerke voldoende sterk is. Het antwoord daarop komt het Agentschap Binnenlands Bestuur en minister Bart Somers (Open VLD) toe.
3. Ook Gistel, Oudenburg, Lo-Reninge en Mesen zijn steden: hoe komt dat?
West-Vlaanderen telt vandaag officieel 22 steden. Maar lang niet allemaal hebben ze het kaliber van Brugge, Kortrijk, Ieper of Roeselare. Ook de inwoners van Gistel, Oudenburg, Lo-Reninge en Mesen – de kleinste stad van het land – wonen in een stad. Met hun grootte heeft dat niets te maken, wel met hun geschiedenis. Die gaat vaak terug tot ver in de middeleeuwen of zelfs de Romeinse tijd.
“Wij spelen dat op toeristisch vlak gretig uit”, glimlacht Sandy Evrard, burgemeester van Mesen. “Natuurlijk zijn we daar trots op, enorm trots zelfs. En oké, er wordt soms wat lacherig of denigrerend over Mesen gepraat, maar ik zeg dan altijd: Mesen is een kleine stad, maar wel één met grote manieren.”
Ook Lode Morlion, burgemeester van Lo-Reninge voelt niets dan fierheid over de stadstitel. “Het is zeker plezant om stad te zijn, ook al tellen we maar een 3.300-tal inwoners. De historische waarde van Lo is er natuurlijk, die kan je niet ontkennen of uitwissen. Als je door het centrum loopt, voel en zie je die rijke geschiedenis. Ik vind dat een stad zeker die historie moet hebben.”
4. Hoeveel steden zijn er de voorbije jaren bijgekomen?
De jongste stad in West-Vlaanderen is er sinds 2000. Toen kreeg Waregem op basis van haar ‘stedelijke kenmerken’ zoals bevolkingsdichtheid, handelsactiviteit en aantrekkingskracht op de omgeving, de titel. Ook Genk in Limburg en Mortsel in Antwerpen gaan sindsdien als stad door het leven. Vijftien jaar eerder, in 1985, waren er met Blankenberge, Harelbeke, Lo-Reninge, Mesen en Oudenburg nog vijf West-Vlaamse gemeenten – voor het eerst of opnieuw – stad geworden. En ook bij de fusiegolven in de jaren 70 maakten heel wat gemeenten de opstap naar het stadsleven.
5. Zijn er nog gemeenten met een stadsdroom?
Opvallend is dat Middelkerke op basis van aantal inwoners lang niet de grootste gemeente van de provincie is. Met Knokke-Heist, Wevelgem, Zwevegem, Oostkamp, Zedelgem en Koksijde zijn zes gemeenten groter.
Marc Vanden Bussche, de liberale burgemeester van die laatste kustgemeente, lijkt alvast mee op de kar te willen springen. “Als Middelkerke dat kan vragen, dan Koksijde zeker ook”, stelt hij. “Zowel qua aantal inwoners als qua centrale functie aan de Westkust beantwoorden wij aan het profiel van een stad.” Wel zouden er volgens burgemeester Vanden Bussche een aantal objectieve parameters en voorwaarden vanuit Vlaanderen moeten worden opgelijst. “Ik vind het alleszins een interessante denkoefening. Laat ons zeggen dat Middelkerke ons wakker maakt. En voor alle duidelijkheid: het is hen zeker gegund.”
Elders is de stadsdroom veel minder uitgesproken. Burgemeester Piet De Groote van Knokke-Heist vindt het ‘allemaal heel relatief’. “Het is niet de naam die telt, wel de inhoud”, stelt hij. Ook Annick Vermeulen (Zedelgem) en Jan Seynhaeve (Wevelgem) geven duidelijk aan dat ‘het goed is zoals het is’. “Toen Waregem stad werd, speelde het idee heel even op, maar we voelen ons best comfortabel als serieuze gemeente”, zegt die laatste. Marc Doutreluingne van Zwevegem wijst dan weer op ‘de landelijke kenmerken en zachte recreatie die beter passen bij een gemeente dan bij een stad’. “Een eventuele titel als ‘stad’ zou zelfs eerder voor een negatieve connotatie zorgen”, klinkt het daar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier