Ging minister boekje te buiten met uitspraken over zaak-Acid?

Youtuber Acid (Nahtan Vandergunst) na de eerste zitting van zijn proces rond Reuzegom. © Belga Image - Kurt Desplenter
Phebe Somers

Minister van Justitie Vincent van Quickenborne (Open VLD) gaf onlangs een college op een middelbare school, waar leerlingen vragen konden stellen over justitie. Een van de vragen ging onder andere over de lopende zaak tegen Youtuber Acid, die informatie deelde over enkele Reuzegommers, die veroordeeld werden voor de dood van medestudent Sanda Dia. Op de opgedoken videobeelden leek de minister scherp uit de hoek te komen. “Op ethisch en deontologisch vlak zeer bedenkelijk”, klinkt het bij jurist en activist Matthias Dobbelaere-Welvaert.

Het is de Blankenbergse Youtuber Acid, Nathan Vandergunst (24) zelf die woensdag 13 september een nieuwe video postte met enkele fragmenten van het vragenuurtje met de minister van Justitie in kwestie. Hij had naar eigen zeggen al verschillende berichten ontvangen van jonge fans die lieten weten dat de minister ook op hun school had gepraat over de zaak tegen Acid, maar voorlopig had niemand bewijsmateriaal. Tot nu.

Vragen over Acid

Een van de leerlingen stelde de vraag waarom de straf van Acid (die werd gedagvaard voor belaging en laster tegen een ex-lid van de studentenvereniging Reuzegom) hoger kan zijn dan die van de Reuzegommers zelf. Bij het geven van zijn antwoord stak de minister zijn persoonlijke mening over de Youtuber niet onder stoelen of banken. (Lees verder onder de video)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

“Het is niet de eerste keer dat Acid dingen zegt, die niet kloppen”, klinkt het in het videofragment. “Hij heeft een Reuzegommer die onschuldig is met naam en toenaam vermeld op het internet. Dat is laster en eerroof, dat is een misdrijf. Het is net alsof ik als minister hier nu iemand van jullie zou beschuldigen van verkrachting.”

Deontologisch niet correct

Grote uitspraken, die volgens jurist Matthias Dobbelaere-Welvaert niet door de beugel kunnen. “Of het echt onwettig is wat hij heeft gedaan, dat moet je vragen aan een jurist burgerlijk recht. Maar er is in ons land scheiding der machten voor een reden. Een publieke ambtenaar hoort zich niet uit te spreken over rechterlijke zaken, al zeker niet zo uitdrukkelijk én al zeker niet wanneer er nog geen veroordeling is gevallen. In de privésfeer mag hij gerust zijn mening daarover kwijt, maar niet in het openbaar zoals hier gebeurt”, reageert de privacyjurist.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

“Ethisch en deontologisch is dat gewoon niet correct. Ik ben er 200 procent van overtuigd dat hij niet wist dat hij gefilmd werd, anders zou hij dat sowieso allemaal niet gezegd hebben. Het was puur een beetje stoerdoenerij hé. Het enige juiste antwoord dat hij had moeten geven, was dat de rechter wel zou oordelen over deze zaak en dat hij daar verder niets over te vertellen had.”

Dialoog is belangrijk

“De minister vindt het belangrijk om colleges te geven over justitie en om in dialoog te gaan met mensen. Daarom doet hij dat ook regelmatig. Enkele maanden geleden nog ging Van Quickenborne in gesprek met Leuvense studenten over de verwijzingen naar klassenjustitie, die er waren in de maatschappij na de uitspraak in de zaak van Sanda Dia”, klinkt het bij het kabinet van Van Quickenborne.

“De minister spreekt er zich niet over uit, maar probeert de situatie wel te duiden en legt uit hoe de wetgeving daarrond is”

“De voorbije weken kwamen er op de colleges tijdens het vragenmoment achteraf telkens opnieuw vragen over Acid en het Reuzegomproces. Dat is een relevante vraag voor jongeren, die bij hen speelt en die de nodige toelichting verdient. Het gaat inderdaad om een lopend dossier, dus de minister spreekt zich er niet over uit.”

“Maar als studenten vragen stellen, dan probeert hij die situatie wel te duiden en erop te wijzen dat de wet – ook op sociale media en Youtube – van toepassing zijn. De minister heeft heel specifiek en uitgebreid op de vragen geantwoord, wat niet volledig wordt weergeven. Hij stelt zich niet in de plaats van de rechter, die uiteindelijk zal oordelen over de zaak”, luidt hun besluit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier